Bekende namen zijn Beijnes (Haarlem) en Allan (Rotterdam). De grootste was echter de Nederlandsche Fabriek van Werktuigen en Spoorwegmaterieel (Werkspoor), met fabrieken in Amsterdam en Utrecht (Zuilen). Tot in de jaren 60 leverde Werkspoor een groot aantal locomotieven, treinstellen en rijtuigen aan de Nederlandse Spoorwegen en andere maatschappijen. Tegenwoordig komt het meeste spoorwegmaterieel uit Duitsland (Talbot) en Frankrijk (Alstom, vroeger Alsthom). Hieronder een - bij lange na niet compleet - beeld van de treinen die Werkspoor heeft gebouwd. |
Hoorn, 27 juni 1970. Rechts op de foto rijtuig C290, in 1917 door Werkspoor voor de Staatsmijnen gebouwd (later NS 165052). Links rijtuig C905, eveneens gebouwd door Werkspoor. Dit rijtuig is in 1904 bij de HSM in dienst gekomen en was vooral bestemd voor het werkliedenvervoer op het traject Oldenzaal-Losser-Gronau. Tegenwoordig bevindt de C905 zich bij de MBS in Haaksbergen. |
|
Werkplaats Haarlem, 27 oktober 1973. Rijtuig SS C723 wordt opgeknapt voor het Spoorwegmuseum. Dit derdeklasrijtuig is in 1910 gebouwd door Werkspoor. Tot na de Tweede Wereldoorlog heeft dit houten rijtuig dienstgedaan. Het bevat 8 compartimenten, waarvan één uitsluitend voor vrouwen bestemd. Het rijtuig behoorde tot de eerste serie derdeklasrijtuigen van de SS die was uitgerust met een "retirade". Latere rijtuigen werden van staal gemaakt. Zo bouwde Werkspoor in de jaren 50 rijtuigen plan D (Bolkoppen), plan N (ligrijtuigen) en een groot deel van de rijtuigen plan E. |
|
|
Utrecht Centraal, 24 maart 2003. Loc 3737 en haar begeleidingsrijtuig, "Stalen D" nummer D 7521 (in 1931 gebouwd door Beijnes). Loc 3737 was de laatste stoomloc die officieel dienst deed bij de NS. Af en toe heeft ze het museum nog verlaten voor een speciale rit. De loc is in 1911 geleverd door Werkspoor aan de toenmalige Staatsspoorwegen, onder nummer SS 731. Daarnaast leverde Werkspoor nog 52 andere locs; de overige locs van deze grote serie werden gebouwd door verschillende andere fabrikanten. |
|
Spoorwegmuseum Utrecht, 5 september 2003. Loc 2104, een sneltreinloc van de HSM, in 1914 gebouwd door Schwartzkopff in Berlijn. Een deel van de 35 locs van deze serie is door Werkspoor in Amsterdam gebouwd. Hun bijnaam Blikken Tinus dankten ze aan het geluid dat ze tijdens het rijden maakten. De locs voldeden echter goed, vooral voor lichte sneltreinen. |
|
Loc 6104 rond 1935 in Hilversum. Dit is de tendervariant van de 3700. Naast het machinistenhuis staat mijn grootvader, rangeerder N.Spilt. Deze loc is uit de serie 6101-6105, gebouwd door Hohenzollern te Düsseldorf, naar een ontwerp van NS. In 1929 bouwde Werkspoor een vervolgserie: de nummers 6106-6110. Deze locs werden voornamelijk gebruikt in het zware forensenverkeer tussen Amsterdam en Amersfoort, en tussen Amsterdam en Utrecht via Hilversum. De meeste locs hebben tot het eind van het stoomtijdperk dienstgedaan. |
|
Bergen-Binnen, 26 juli 1970. De meeste locs van de serie 7701-7744 zijn gebouwd door Werkspoor. De locs 7719-7730 zijn gebouwd door Henschel, de locs 7740-7744, waaronder de 7742 op deze foto, door Schwartzkopff. De op de Pruisische T3 gebaseerde serie is in dienst gesteld tussen 1905 en 1914. De laatste locs deden na de Tweede Wereldoorlog dienst tussen Alkmaar en Bergen aan Zee. Loc 7742 heeft vanaf 1960 jarenlang staan te verpieteren in de zeelucht, voordat ze werd gered door de SHM. |
|
Amersfoort, 17 oktober 2014. Loc 451 tijdens een spoorparade. In 1956 bouwde Werkspoor tien diesellocs, bestemd voor de door de NS geëxploiteerde tramlijnen in het Westland en Friesland. Ze deden dienst tot begin jaren 70. Loc 451 is bij de MBS bewaard gebleven. |
|
Hilversum, 13 juli 1972. Loc 1010 is in het laatste avondlicht onderweg met een Van Gend & Loos-trein van Amersfoort naar Amsterdam. Begin jaren veertig vatte de NS het plan op om behalve met treinstellen ook met elektrische locomotieven te gaan rijden. Vanwege de oorlog kwam het pas in 1945 tot een bestelling. Dat betrof een Zwitsers ontwerp, afgeleid van de Ae 4/6, aangepast aan de wensen van de NS. De eerste drie locs zijn gebouwd door SLM Winterthur in Zwitserland, de rest door de Werkspoorfabrieken in Amsterdam en Utrecht. De locs waren oorspronkelijk groen, maar zijn later blauw geschilderd. Loc 1010 is bewaard gebleven, maar kan niet meer rijden. |
|
Breukelen, 22 juli 2003. Locs 1255 en 6702 met een ACTS-trein. Loc 1255 is de vroegere NS 1221, een van de 25 locs die tussen 1951 en 1953 door Werkspoor zijn gebouwd. Deze zesassige locs zijn gebouwd naar Amerikaans ontwerp. De hoofdaannemer was Heemaf in Hengelo, die ook de elektrische installatie leverde. Werkspoor bouwde onder andere de locomotiefkap en verzorgde de montage van alle onderdelen tot een complete locomotief. De bedoeling was om 75 locs te bouwen, maar het is bij 25 exemplaren gebleven. In plaats daarvan bestelde NS locomotieven van de serie 1100 bij Alsthom in Frankrijk. Deze foto is gepubliceerd in Op de Rails 2003-10, blz. 387. |
|
Spoorwegmuseum Utrecht, 8 mei 2008. Fabrieksplaat van loc 1202. |
|
Het terrein van Werkspoor Utrecht, met onder andere een zojuist gereedgekomen TEE-treinstel. Deze fabrieksfoto is in 1957 gemaakt. Op het terrein staan verder nog af te leveren Hondekoppen, goederenwagens en kolenwagens. Werkspoor bouwde in 1957 de motorwagensvan de TEE-stellen. (Bron: folder uit eigen collectie.) |
|
DE3-treinstel met de oorspronkelijke Scharfenbergkoppeling. Later zijn deze koppelingen vervangen, zodat ze overeenkwamen met die van het andere stroomlijnmaterieel. Fabrieksfoto Werkspoor. |
|
Pec 8501. Let op de opklapbare dubbele koppeling, nodig omdat het dieselmaterieel toen nog een andere koppeling had dan het elektrische materieel. Fabrieksfoto Werkspoor. |
|
Scharfenbergkoppeling, in licentie gebouwd door de Noord-Nederlandse Machinefabriek (Noordned) in Winschoten. Op het plaatje staat het jaartal 1948. Noordned was ook de ontwerper van de opklapbare koppeling van de postrijtuigen. |
|
De dieselelektrische vijfwagenstellen DE 5 werden in 1940 afgeleverd. Ze waren bedoeld voor het snelle langeafstandsverkeer, waaronder ook treinen van Amsterdam naar Parijs, maar als gevolg van de oorlog is het daar niet van gekomen. Er waren meer motorwagens dan treinstellen, zodat niet een heel treinstel buiten dienst hoefde als de motoren gereviseerd moesten worden. (Bron: folder uit eigen collectie.) |
|
Afbeeldingen uit "Werkspoor 1827-1952", feestnummer van de Werkspoor Courant |
WerkspoormaterieelVan de zoon van een vroegere directeur van de afdeling Rolma (rollend materieel) van Werkspoor ontving ik in 2013 een aantal scans van fabrieksfoto's. |
|
Motorpost, zojuist afgeleverd en nog zonder nummer. Het schilderjaar staat er wel op: 1965. Fabrieksfoto Werkspoor. |
|
Locomotief 2801, bouwjaar 1962. Fabrieksfoto Werkspoor. |
|
Zijlosser type Tds(met beweegbaar dak), nummer 21845730222-0. Revisiedatum 17-9-63, schilderdatum november 1964. Vanaf oktober 1964 werd op goederenmaterieel van NS de UIC-codering aangebracht. Fabrieksfoto Werkspoor. |
|
Schuifwandwagen type Hbis, nummer NS 38061. Revisiedatum 28-3-1963. Fabrieksfoto Werkspoor. |
|
|
|
Rotterdam-Noord, 12 oktober 2003. Verblijfswagen 40849541166-7, type Us 511, in 1959/60 gebouwd door Werkspoor. De wagen werd in 1991 gemoderniseerd in de werkplaats Amersfoort. Ze deed dienst als verblijfswagen voor personeel van NS Infra en bevindt zich nu bij de SSN. |
|
Naarden-Bussum, 26 maart 1977. Treinstel 766 op kop van een intercity naar Amersfoort. In de jaren 50 bouwde Werkspoor, samen met Beynes, de roemruchte Hondekoppen. Een paar hiervan, waaronder de 766, zijn bewaard gebleven. |
|
Groningen, 27 juli 1967. Een treinstel Plan U. Deze dieseltreinen bouwde Werkspoor tussen 1960 en 1963. |
|
Den Helder, 25 juli 1967. Een van de eerste treinstellen Plan V, hoogstens een jaar oud. Een deel van deze treinstellen werd door Werkspoor gebouwd voordat de fabriek failliet ging. De rest werd gebouwd door Talbot in Duitsland. |
|
Amsterdam Rokin, 28 maart 2001. Een van de in de jaren 60 door Werkspoor gebouwde Amsterdamse trams. Aanvankelijk waren deze trams grijs en bestonden ze uit twee delen. Later is er een middendeel tussen geplaatst. In de jaren 70 werden alle trams geel geschilderd. De tram op deze foto heeft een bijzondere beschildering. De laatste trams van dit type zijn in 2004 uit dienst gegaan. Klik hier voor meer Amsterdamse trams. |
|
Rotterdam Maashaven, 27 juli 1968. De Rotterdamse metro, die op 9 februari van dat jaar in gebruik is genomen. |
|
Rotterdam Leuvehaven, 1 april 2004. Vierasser 523 en bijwagen 1001. Het motorrijtuig is in 1931 gebouwd door Werkspoor Amsterdam, met een elektrische uitrusting van Siemens-Schuckert. Dit materieel is eigendom van het Rotterdams Openbaar Vervoer Museum. |
|
Loc 37 van de RTM met een bietentrein (foto uit eigen collectie). Deze tweeassige loc is in 1906 door Werkspoor gebouwd naar een ontwerp van Backer en Rueb (Machinefabriek Breda). De RTM heeft 23 van dit soort 'Backertjes' in dienst gehad, nummers 16 t/m 22 en 25 t/m 40, waarvan de 35 t/m 40 gebouwd door Werkspoor. Werkspoor heeft ook diverse drieassige stoomlocs aan de RTM geleverd, van een model dat sterk lijkt op de drie nu nog aanwezige locs. Klik hier voor meer RTM. |
|
Spoorwegmuseum, 21 augustus 1993. De "Bergkoningin", hier een beetje verstopt achter de koopwaar van een Indonesische Pasar, maar tegenwoordig bijna helemaal niet meer te zien. Net als de 6317 is ze nu ingemetseld in een kermisattractie. |
De 'Bergkoningin' en de spoorwegen in Nederlands-Indië 1862-1949. Door ir. E. Krijthe. Uitgegeven door het Nederlands Spoorwegmuseum, Utrecht 1983. Dit boekje verscheen naar aanleiding van de komst van de 'Bergkoningin' naar het Spoorwegmuseum. Dit is de bijnaam van een door Werkspoor gebouwde gelede smalspoorstoomlocomotief, die in 1928 in dienst kwam bij de Staatsspoorwegen in Nederlands-Indië. In 1981 werd deze prachtige loc geschonken aan het Spoorwegmuseum. In het boekje wordt ook ingegaan op de geschiedenis van de spoorwegen in Nederlands-Indië tot het jaar 1949, toen het land onafhankelijk werd. Met veel oude foto's en twee losse spoorwegkaarten. |
|
|
Dieselloc type DEB 600, in de jaren vijftig door Werkspoor gebouwd voor de Argentijnse spoorwegen. De locs waren voorzien van een sneldraaiende RUB 1612 motor. Klik hier voor meer foto's. |
|
Radiosterrenwacht Dwingeloo, juli 1968. Deze radiotelescoop is in 1956 gebouwd door Werkspoor Utrecht. |
|
Utrecht, 20 juli 2015. In de Meidoornstraat en de Goudsbloemstraat zijn muurschilderingen aangebracht ter herinnering aan Werkspoor. |
|
Utrecht, 9 september 2008. Bij station Zuilen staat een door Werkspoor gebouwde Sik. |
|
Utrecht, 24 januari 2009. Aan de Amsterdamsestraatweg is het Museum van Zuilen gevestigd. |
Veilgheidsactie bij WerkspoorBij Werkspoor in Utrecht werd in de jaren vijftig een "veiligheidsactie" ingevoerd. Dat was een collectieve actie: de werknemers van een hele hal moesten gedurende een bepaalde tijd zo veilig mogelijk werken en kregen dan allemaal een presentje. Toen een bepaalde hal op het punt stond om hun premie in de wacht te slepen, brak een van de medewerkers een been. Maar zijn collega's wisten daar wel raad mee: ze pakten hem voorzichtig op en legden hem in de hal ernaast. Zo konden ze toch aanspraak maken op hun presentje! Voorbeeld van presentjes waaruit men kon kiezen: Delftsblauwe bierpul, notitieblokje in lederen etui, zakmesje, notenkraker, kleerborstel, tafelaansteker, schroevendraaierset, sleutelhanger met kompas, speelkaarten, thermometer, scheerapparaat op batterijen, bonbonschaaltje, flesopener in de vorm van een papagaai op een stokje, kaasplankje. Bron: Werkspoor Utrecht-Zuilen. Deel II: bruggen, montage, vrachtauto's, boten, bussen enz. Door Wim van Scharenburg, oktober 2008. |
WerkspoormuseumIn Amsterdam bevond zich het Werkspoormuseum. Het was sinds 1950 gevestigd op Oostenburg in een voormalige lijnbaan van de Vereenigde Oost-Indische Compagnie. Dit 500 meter lange gebouw dateert van 1660. De begane grond toonde voorwerpen uit de tijd van de V.O.C., de eerste verdieping was gewijd aan het industriële verleden van Werkspoor. Het museum, tevens representatief als Stork Ontvangscentrum, was niet openbaar toegankelijk en is uiteindelijk in 2011 definitief gesloten. Voor het onderbrengen van de collectie bij andere musea werd door eigenaar Stork in 2012 een oplossing gezocht. (bron: Wikipedia) In het Museum van Zuilen in Utrecht wordt veel aandacht besteed aan de geschiedenis van Werkspoor en een andere grote Utrechtse fabriek, de Demka. |
Brochure en vouwblad uit de jaren 50, uitgegeven door Werkspoor Amsterdam. Met foto's van door Werkspoor gebouwde treinen en onderdelen daarvan, met maten en andere technische gegevens, bestemd voor potentiële klanten. Onder andere worden diverse voor de Argentijnse spoorwegen gebouwde locomotieven getoond. Van voor de NS gebouwd materieel zijn foto's opgenomen van diesellocs serie 450, e-locs serie 1200, dieselelektrische vijfwagenstellen en de TEE-treinstellen. |
|
Brochure uit omstreeks 1957 over de Nederlands/Zwitserse TEE-treinstellen, uitgegeven door Werkspoor Amsterdam, Schweizerische Industrie-Gesellschaft, en Aktiengesellschaft Brown, Boverie & Cie. Met foto's, tekeningen en technische gegevens. Kennelijk uitgegeven met het idee dat er misschien nog andere belangstellenden zouden kunnen zijn voor deze treinstellen. |
|
Honderd jaar Machine-industrie op Oostenburg Amsterdam 1827-1927. Gedenkboek van Werkspoor. Dr. M.G. de Boer. Druk de Bussy, Amsterdam. Januari 1927. |
|
Werkspoor 1827-1952. Feestnummer van de Werkspoor-courant. Met veel foto's en met teksten in zes talen. Werkspoor 1827-1952. Gedenkboek uitgegeven ter gelegenheid van het honderdvijfentwintigjarig bestaan op 9 februari 1952. Ruim 375 pagina's met veel foto's van door Werkspoor Amsterdam vervaardigde machines en treinen. |
|
Werkspoor Utrecht-Zuilen. Deel I: trams & treinen. Door W. van Scharenburg, uitgegeven in eigen beheer. ISBN 9789080699755, april 2007. Geschiedenis van de Werkspoorfabriek bij Zuilen (Utrecht), onder andere op basis van gesprekken met oud-werknemers en artikelen uit de Werkspoor Courant. De foto's zijn vaak ook uit dat blad gekopieerd, zodat veel fotowerk in het boek helaas nogal pover is. Belangrijke afnemers van het in Utrecht gebouwde materieel waren de NS en de vervoerbedrijven van Amsterdam, Den Haag en Rotterdam. Ook aan Argentinië is materieel (locomotieven en rijtuigen) geleverd. Van de NS-serie 1000 wordt in het boek gemeld dat deze de bijnaam Beelen droeg, maar dat is niet juist. De echte Beelen, gebouwd bij Werkspoor in Amsterdam, komen in het boek niet voor. In 1971 werden de laatste treinen (Plan V) afgeleverd. De fabriek zou niet levensvatbaar meer zijn. Ondertussen had de Duitse fabrikant Talbot zich in de markt weten te wringen, door onder de kostprijs treinstellen aan NS te leveren. Citaat van de auteur, aan het eind van het boek: "Werkspoor heeft Talbot veel moeten leren. Als de keuringsambtenaar van Talbot problemen had, vroeg hij aan een van de constructeurs van Werkspoor hoe zij een bepaald onderdeel maakten. Hij schreef dat dan op en nam het mee naar Aken. Dit was volgens ingewijden puur bedrijfsspionage." Werkspoor Utrecht-Zuilen. Deel II: bruggen, montage, vrachtauto's, boten, bussen enz. Door W. van Scharenburg, uitgegeven in eigen beheer. ISBN 9789080699762, oktober 2008. De Werkspoorfabrieken in Amsterdam en Utrecht kennen we natuurlijk vooral van de treinen, maar men heeft ook vele andere objecten gebouwd, zoals boten, bussen, bruggen en grote sluisdeuren. Ook bijzondere constructies zoals een radiotelescoop of het restaurant van de Euromast. Dat restaurant werd op de begane grond gemonteerd en vervolgens langs de toren omhoog gevijzeld. Bij Werkspoor werkten in de hoogtijdagen duizenden mensen. De vraag naar goede vaklieden was zo groot, dat Werkspoor er een eigen opleidingsschool op nahield. Vergane glorie. |
|
De locomotieven van Werkspoor. Door H. de Jong. Uitg. de Alk, Alkmaar 1986. ISBN 906013933X. Overzicht van de door Werkspoor (voorheen de firma Paul van Vlissingen en Abram Dudok van Heel) gebouwde locomotieven en treinstellen, in de periode 1843 tot 1963. In 1970 ging Werkspoor failliet. De samensteller van het boek heeft zich helaas beperkt tot het in Amsterdam gebouwde materieel. Het door Werkspoor Utrecht gebouwde materieel wordt alleen even opgesomd achter in het boek. Dit betreft een groot aantal stroomlijntreinstellen, rijtuigen en trams. Ook verder valt er over de opzet en uitwerking van het boek het nodige te zeggen, blijkens het door Martin van Oostrom in 1987 in eigen beheer uitgegeven vlugschrift "De locomotieven van Werkspoor" kritisch beschouwd. Het boek is volgens hem in feite niet meer dan "een rommelige compilatie van enkele bekende spoorwegboeken. (...) Uitgever en auteur hebben de lezers met een boek vol inconsequenties en onjuiste gegevens opgezadeld, zodat bij het gebruik van dit boek als naslagwerk iedere keer opnieuw de betreffende gegevens moeten worden nagetrokken. Weest op Uw hoede!" |
|
De Nederlands-Zwitserse TEE. Door Martin van Oostrom. Uitg. Uquilair 1997. ISBN 9071513289. Fraai boek over het ontwerp, de bouw en de levensloop van de dieselelektrische treinstellen NS 1001-1003 en SBB 501-502. In het begin van het boek komen ook enkele andere stellen uit de beginperiode van de TEE (medio jaren vijftig) voorbijrijden. De Nederlands/Zwitserse TEE-stellen zijn nadat ze hun dienst hadden bewezen naar Canada verkocht. Inmiddels is een deel van het materieel weer terug in Europa, om er een nieuw treinstel van te formeren. De motorwagens zijn helaas allemaal gesloopt. |
|
Diesel-Elektrische locomotieven NS-serie 2600 en NS-loc 2801. Werkspoor-lijndiesellocs van NS. Door Paul Henken. Uitg. Uquilair, 2006. ISBN 9071513556. De geschiedenis van twee mislukte projecten: de serie 2600 (Beelen) en loc 2801 (Kreupele Marie). |
|
Zie ook: