Goederenwagens

Het is vrachtwagen, personenwagen, paard en wagen. Maar als er spoorwielen onder zitten, gaan veel mensen opeens wagon schrijven. Passagiers worden trouwens in rijtuigen vervoerd, niet in wagens of wagons.

Verschillende types zijn in een apart thema opgenomen. Zie de verwijzingen onder in dit scherm.



Valkenburg, 10 augustus 1970. Dienstwagen 180164. Dit is een voormalige vierassige gesloten 20-tons goederenwagen van de HSM. Hiervan werden tussen 1892 en 1899 40 exemplaren in dienst gesteld. Een deel van deze wagens heeft nog de roodbruine kleur gekend zoals de NS die invoerde in 1954. De laatste wagens gingen begin jaren zestig buiten dienst. Enkele wagens hebben hun leven gerekt als magazijnwagen of keukenwagen voor de ongevallentrein, zoals de wagen op deze foto. Zie ook het thema Weg & werken.


 

Twee drieassige snelgoederenwagens. Links: Hilversum, 1 december 1968. Dg 4263 met conducteursruimte. De wagen is in 1929 gebouwd door Werkspoor en droeg aanvankelijk het nummer ED 4322. De wagen heeft haar laatste actieve jaren gesleten in het fietsvervoer. In 1962 is de wagen afgevoerd. Rechts: Werkplaats Haarlem, 27 oktober 1973: wagen 157210. In 1916 door Werkspoor voor de SS gebouwd als snelgoedwagen E 129, later NS E 4081, vervolgens goederentreinbagagewagen Dg 4478, daarna ongevallenwagen 157210. Op beide wagens staat een wit kruis, wat betekent dat ze voor de sloop zijn bestemd. Op sloopwagens kan ook nog een witte stip op de aspotten staan; dat betekent dat de sloper de wielen retour moet leveren. De wagen op de rechterfoto is de dans echter ontsprongen: ze is bij de MBS in Haaksbergen weer te bewonderen als SS E 129. Met dank aan Otto Dijkstra voor de informatie.


Hilversum, 5 december 1968. Van Gend & Loos-wagen, type Gls, nummer 208413301150. Deze wagens waren op afstand herkenbaar aan de gele banden op de hoeken. Ze werden dan ook wel "geelbanders" genoemd.


Utrecht, 28 oktober 1959. Bierwagens van Grolsch. Lees hier meer over. Foto Kees van de Meene.


Watergraafsmeer, 7 april 1973. Men dacht in maart 1973 de vijfduizendste erstwagenlading te vervoeren, maar de teller is blijven steken op 4972.


Amersfoort, 24 februari 1991. Proeftrein met een experimenteel opleggersysteem. Aangepaste vrachtwagenopleggers worden rechtstreeks op draaistellen vervoerd, in plaats van op lage platte wagens zoals bij Hückepacktreinen. In de proeftrein deed ook een meetrijtuig dienst (80849781805), een voormalig Beneluxstuurstandrijtuig (voorheen plan D WRD7658). De proef heeft niet geleid tot het in gebruik nemen van dit systeem. Zie ook Cargosprinter.


 

Woerden, 10 maart 1993. Locomotor 285 met een ballasttrein.


   

Utrecht Overvecht, 30 mei 1997. Werkplaatstrein op weg naar Utrecht CS, getrokken door een voormalige motorpost. Kort daarna passert de tegentrein, op weg naar Amersfoort. Op de blauwe wagen wordt reclame gemaakt voor de werkplaats Amersfoort: "maatwerk in goederentechniek". Dat heeft niet mogen baten: de werkplaats is later gesloten.


Amersfoort, 3 augustus 2005. Een kuilwagen (type Uaais 779) met een transformator, op weg van Polen naar Amsterdam Westhaven, wist het bij een wissel even niet meer. Het wachten is nu op een andere kuilwagen, waarna de transformator zijn weg kan vervolgen. Foto Bertus Kers.


Amersfoort, 10 september 2005. Verblijfswagen type Gs, nummer 40849595880-8.


Amersfoort, 10 september 2005. Gesloten goederenwagen type Us, nummer 40849591054-4.


Amersfoort, 24 september 2005. Goederenwagens type Gbs, nummers 40849801985-5 en 01841500378-1, eigendom van de Stichting De Locomotor. Foto Johannes Hanno v/d Heijden.


Aschendorf, 21 augustus 1974. Loc 052 529 met een lege kolentrein richting Rheine. De open wagens zijn van het type E.


Eutingen, maart 1971. Links een wagen van het type F-z of Fs-z 120. De toevoeging z slaat op de Mulden (troggen) aan de bovenkant. Dat zijn er vijf, die naar beide kanten kunnen kiepen. Hierdoor kan de lading in een vrachtwagen of in een bunker worden gestort. Vanaf 1953 zijn bijna 4000 van dit soort wagens gebouwd. De trein met loc 038 637 loopt binnen uit Horb.


Amersfoort, 2 november 2005. "Schüttgutkippwagen mit pneumatischer Betätigung" oftewel een Fas 126. Er bestaat ook een type Fakks 127. Deze open wagens worden gebruikt voor het transport van zand, ballast en dergelijke. Ze kunnen langs pneumatische weg worden leeggekiept. De Fas heeft een inhoud van 40 kubieke meter, de Fakks 30.


Bunnik, 26 juli 2012. Deze oranje wagens worden aangeduid als Eamos en niet als Fas, terwijl ze volkomen identiek zijn. Beide UIC-coderingen zijn toegestaan. De naam Fas dekt eigenlijk niet goed de lading. Die geeft alleen aan dat het een open wagen is (F) met draaistellen (a) en dat er 100 km/u (s) gereden mag worden. De naam Eamos zegt ook nog iets over het kiepen: de o betekent "niet over de kop kiepbaar". Ze zijn wel over de zijkant kiepbaar.


Bunnik, 16 februari 2007. Loc 1606 met trein 45741 uit Beverwijk. Sinds de nieuwe dienstregeling rijden de staal- en kalktreinen van en naar de Hoogovens gecombineerd. Het voorste deel van de trein bestaat uit wagens waarin staalrollen worden vervoerd. Deze wagens hebben als eindbestemming Hagen-Vorhalle. Het achterste deel van de trein bestaat uit wagens die in Flandersbach (bij Düsseldorf) met kalk worden gevuld. De twee treindelen worden in Emmerich gesplitst. Dat gebeurt omstreeks 12 uur 's middags. Een uur later vertrekt vanuit Emmerich tegentrein 45740 naar Beverwijk. De Hoogovens hebben behalve kalk ook fijnkalk nodig. Dat werd vroeger vervoerd in de bekende bollenwagens, maar dit transport is verhuisd naar de weg. De eerste wagen achter de loc is afgesloten met zeildoek, daarom zou de loc eigenlijk met de voorste stroomafnemer op moeten rijden. Links op de bovenste foto mijn transportfiets.


Schuifwandwagen type Hbis, nummer NS 38061. Revisiedatum 28-3-1963. Dit soort wagens, beschilderd in de kleuren van de PTT, is ook ingezet voor postvervoer, ze werden getrokken door motorposten. Fabrieksfoto Werkspoor.


Utrecht, 1 juni 2011. Loc 103 van Captrain (Oost-Duitse V100) staat te wachten tot het tijd is om naar Maarssen te rijden. Van daaruit zal de trein naar het industrieterrein Lage Weide worden overgebracht. De uit Scandinavië afkomstige papierrollen zitten in wagens van het type Hiirrs en Laaiis. Deze huifwagens lijken sterk op elkaar, maar hebben toch een verschillende UIC-codering. Aan het vervoer naar Lage Weide is in 2013 een eind gekomen.


Bilthoven, 8 mei 2005. Locs 6506 en 6512 met Volvotrein 46253 naar Gent. De voorste twee dubbele wagens zijn van het type Laaeilprs of Laaeilprss.


Barneveld Centrum, 2 mei 2011. Een trein van Connexxion op weg van Amersfoort naar Ede-Wageningen. Rechts wagens van het type Uapps, waarmee graan (ik denk voor de kippen) is aangevoerd. Zie ook dit filmpje, minuut 4:37.



UIC-codering goederenwagens

Op goederenwagens zie je, behalve het nummer en andere gegevens, ook een uit letters bestaande code. De eerste letter (hoofdletter) geeft de categorie aan. Daarachter staan een of meer kleine letters die de kenmerken van de betreffende wagen weergeven. Deze codering is in internationaal verband in 1980 door de UIC afgesproken. De categorieën zijn:

  • E = normale open wagen of stortwagen, kiepbaar op de kop en zijdelings, met platte bodem
  • F = speciale stortwagen (bijv. zelflossers voor kolen, erts)
  • G = normale gesloten wagen met minimaal acht ventilatiegaten
  • H = speciale gesloten wagen
  • I = koelwagen met thermische isolatie, luchtkoeling, tralievloer en ijsbak
  • K = normale platte wagen op vaste assen met neerklapbare wanden en korte rongen
  • L = speciale platte wagen op vaste assen *)
  • O = gemengde platte en open wagen met neerklapbare kopwanden en rongen
  • R = normale platte wagen op draaistellen met neerklapbare wanden en korte rongen
  • S = speciale platte wagen op draaistellen *)
  • T = wagen met opengaand dak (bijv. zelflossers voor kalk, graan)
  • U = andere speciale wagens dan deze voorkomend in categorie F, H, L, S of Z (bijv. silowagens, diepladers)
  • Z = ketelwagen met (metalen) reservoir voor het vervoer van vloeibare of gasvormige producten. Vaak voorzien van een gevaarsidentificatienummer.

Achter deze letter komen een of meer kleine letters, die verschillende betekenissen kunnen hebben, afhankelijk van de categorie. Op deze manier worden kenmerken vastgelegd zoals het aantal assen of draaistellen, het laadvermogen, de manier van laden en lossen. De letter s geeft aan dat de wagen met 100 km/uur mag worden vervoerd, ss betekent 120 km/uur. Een weetje: de kleine letters staan altijd op alfabetische volgorde.

*) Een "speciale" platte wagen heeft een raamconstructie als platform, of een verlaging ten behoeve van hoge lading. Voorbeelden zijn wagens voor het vervoer van containers of auto's. Veel huifwagens worden ook als speciale platte wagen gecategoriseerd.

Op particuliere wagens en rijtuigen staat een P in een vierkantje. Deze aanduiding is geleidelijk aan het verdwijnen. In plaats daarvan verschijnt de naam van de maatschappij voor het nummer.

Zie ook RIC, RIV.



Reisezugwagen. Wagenkunde, Teil II. Eisenbahn-Lehrbücherei der Deutschen Bundesbahn. Ulrich Froböss. Josef Keller Verlag, 1968.

Die Autotransportwagen. EK-Güterwagen-Lexikon DB. Gerd Wolff. EK-Verlag 1991. ISBN 3882556544.

In het eerste boekje worden ook de Doppelstock-Autoverladewagen behandeld.

 

DB Güterwagen. Catalogus uit 1970 van de Deutsche Bundesbahn, bestemd voor (potentiële) transporteurs. Hierin staan de diverse typen goederenwagens die beschikbaar zijn, met foto's, tekeningen, en hun voornaamste maten en eigenschappen.


Van huis tot huis per spoor. Erikjan Sachse, Hans Nahon en René Nabbe. Uquilair, 2019. Nummer 51 in de boekenreeks van de NVBS.

Dit boek behandelt het laadkistvervoer dat vanaf de jaren 30 tot begin jaren 60 door NS en Van Gend & Loos werd uitgevoerd met zogeheten DAF-lossers. Lees de uitgebreide boekbespreking.



Zie ook:





vorige       start       omhoog