Met loc 3737 over de BetuwelijnMet een gedicht in Betuws dialect. |
|
In 1974 kwam loc 3737 weer op de baan, na jaren te hebben stilgestaan in het Spoorwegmuseum. De NVBS organiseerde twee ritten over de Betuwelijn. Hier de eerste rit, van 23 mei 1974, gefotografeerd in Opheusden. |
|
Dordrecht, 26 mei 1974. Loc 1505 heeft een trein met NVBS'ers uit Rotterdam hierheen gebracht. Loc 3737 zal de trein overnemen, voor een rit via de Betuwelijn. Op de zwart-witfoto loc 2302 die loc 3737 het station binnenbrengt. |
|
|
Loc 3737 met de NVBS-trein op het westelijke deel van de Betuwelijn en na aankomst in Tiel, op 26 mei 1974. |
|
|
Kesteren, 26 mei 1974. Het hele stadje is uitgelopen om de stoomtrein te bekijken. Daarom snel het dieseltje naar Opheusden gepakt, om daar de 3737 vast te leggen, woefelend over de Betuwelijn. |
Nou, 'k heb 'em gezien, heur de lokkemetief;
We stoengen van mergen by 't wachthuus aon 't hek,
Hie dampte uut zien piep witte rookwolken uut,
Het erst wa 'k toen zei, was: Hei! leefde nog, Jan?
|
Houtsnede van een onbekende kunstenaar uit ca. 1875, waarop een trein uit de tijd van De Arend (1839) staat afgebeeld. In die jaren waren er nogal wat tegenstanders van de trein. De hoge snelheid zou gevaarlijk zijn voor de gezondheid van de reizigers, en de koeien zouden van schrik zure melk gaan geven. Dat was nog niet eens zo'n slechte voorspelling: met de komst van de trein kon de industriële revolutie echt doorzetten, en daar plukken we nu de zure vruchten van in de vorm van een volledig verpest milieu. Gedicht en tekening uit "Het IJzeren Paard", Marie-Anne Asselberghs, 1959. Collectie Spoorwegmuseum. |
Zie ook: