Speciale constructies


Driebergen, 1 mei 2005. Proefrit met verlengde Euregio-Talent.


Bilthoven, 20 juni 2005. Dubbeldeks Plan V op weg naar Amersfoort.


Rotterdam Alexander, 21 februari 2005. Modern materieel op weg naar Utrecht.


Aanvankelijk was het idee om de DE2-stellen uit te voeren als dubbeldekkervariant van de DE1. Dit vanwege de naoorlogse materiaalschaarste: voor een dubbeldekker is nu eenmaal minder materiaal nodig dan voor een tweewagenstel. Uiteindelijk heeft men van dit idee toch moeten afzien, onder andere omdat er geen geschikte motoren beschikbaar bleken te zijn voor deze relatief zware uitvoering. Bij deze artist's impression is het dan ook gebleven. (Bilthoven, 24 juli 2004)


Breukelen, 22 juli 2003. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd het steeds moeilijker om stoomlocomotieven te laten rijden, vanwege het oplopende kolentekort. Elektrische treinen reden nog wel, alleen bezat de NS geen e-locs. Daarom werden er trekkrachten gevormd, bestaande uit een aantal motorrijtuigen materieel '24 (Blokkendoos). Deze werden gebruikt voor het trekken van goederentreinen. Zestig jaar later zien we dit principe opnieuw toegepast. Het motorrijtuig op de eerste foto lijkt weinig moeite te hebben met deze zware containertrein, hoewel tijdens het aanzetten wel gebruik wordt gemaakt van de dieselloc die vanuit de cabine van het motorrijtuig wordt bediend. Op de tweede foto het motorrijtuig van een plan V, die bij wijze van proef een lege kalktrein trekt.


Eindhoven. Op 10 april 2002 stond dieselloc PB01 van Short Lines gereed voor vertrek richting Best. Op 13 mei 1988 was loc 1221 onderweg met een trein van Venlo naar Rotterdam. Over deze fotomontage heb ik van tevoren niet nagedacht; het zijn twee foto's die toevallig vanaf hetzelfde standpunt zijn genomen. Ik moest wel het zonlicht op loc 1221 een stukje draaien.


Soesterberg, 12 juli 2003. Niet alleen reizigers hebben reden om te klagen over de vele vertragingen en stremmingen op het spoor. Ook ACTS en andere goederenvervoerders hebben steeds vaker te kampen met treinen die te laat op hun bestemming komen. De vrachtauto is lang niet altijd een alternatief, dus blijft er weinig keuze over: "dan liever de lucht in!". Het resultaat daarvan is deze aangepaste Boeing 747-200.


Dit is natuurlijk een fotomontage, want stoomloc 50 1255 van de SSN is bepaald niet rijvaardig te noemen.


Utrecht, 9 juli 2003. Tripledekkers zijn niet nieuw. In de negentiende eeuw bestonden er dubbeldeks paardentrams, waar op het dak ook nog zitplaatsen waren. Misschien hebben de ontwerpers van de trein op deze foto zich hierdoor laten inspireren. In elk geval was het een hele prestatie om op de toch al krappe dubbeldekkers een extra verdieping te construeren.


Woerden, 2 juli 2003. Toen de dieselelektrische driewagenstellen aan het eind van hun latijn raakten, moest er worden omgekeken naar vervangend materieel. Een mogelijkheid was het bijbestellen van Buffels. Een andere mogelijkheid was profiteren van het relatieve overschot aan diesellocs en intercitymaterieel. Dit resulteerde in de bouw van een proeftreinstel, waarbij is uitgegaan van een loc 6400 en een Koploper. De doorloopkop is hierbij komen te vervallen. Het stel, dat het nummer 3901 heeft gekregen, is hier vastgelegd tijdens een afleveringsproefrit.


Utrecht Centraal, 2 juli 2003. Sprinters met extra staanplaatsen zijn geen nieuw idee. Uit de omgeving van Rotterdam kennen we al de Spitspendel. Op korte afstanden is het geringere aantal zitplaatsen geen probleem. Om het in- en uitstappen nog verder te versnellen, is besloten om bij een aantal treinstellen extra deuren te monteren. De aldus aangepaste Sprinters - herkenbaar aan de grijze band op de neus - hebben hierdoor een metro-achtig karakter gekregen.


Naarden-Bussum, 1 juli 2003. Machinisten zijn over het algemeen zeer tevreden over de e-locs van de series 1600 en 1700. Dat geldt vooral voor de oudere generatie, die nog dienst heeft gedaan op de rammelende en tochtige 1100'en. Het enige minpunt is de vrij krappe cabine, veroorzaakt door de sterk naar achter hellende voorruit. Bij wijze van proef heeft loc 1757 daarom verlengde cabines gekregen, waarbij de stuurstandrijtuigen van de dubbeldekkers als voorbeeld hebben gediend. Over de vraag of het uiterlijk van de loc hiermee vooruit is gegaan, zullen de meningen verdeeld zijn...


Hoek van Holland, 18 september 2004. Loc 1501 met botsneus. Foto Aad de Meij.


Bilthoven, 14 juni 2003. Van de eerste treinstellen plan V is de laatste revisietermijn verstreken, wat betekent dat ze zullen worden afgevoerd. Bij wijze van proef is een van deze treinstellen echter verbouwd tot motorrijtuig. De bedoeling is om te onderzoeken of dit een geschikte oplossing is voor de dienst op zwakbezette lijnen.


Driebergen, 1 juni 2003. De jarenlange bezuinigingen op onderhoud beginnen zich nu te wreken. Steeds meer treinstellen staan met defecten langs de kant. Om toch zo veel mogelijk bakken op de baan te houden, worden er soms vreemde combinaties gevormd. Zoals deze "ICRM", die in de vroege avond op weg is van Arnhem naar Amsterdam.


Driebergen, 1 juni 2003. Ook in de locomotiefdienst zijn soms noodgrepen nodig om het treinverkeer op gang te houden. Loc 3737 was toch al onder stoom, vanwege een open dag in Winterswijk, en kon op de terugweg mooi de Eurocity uit Zwitserland overnemen van een defect geraakte e-loc.


Haarlem, 21 augustus 1998. Een supersik, met de bijnaam "Dikke Dirk", die door de werkplaats Haarlem is geconstrueerd ten behoeve van zwaar rangeerwerk. Uw webmaster figureert als rangeerder.


Een Fairlie-locomotief van de VSM, 1992.


Mariënberg, 24 augustus 1995. Cabine van een gemoderniseerde DE2.


Marco Baartse werkt als storingsmonteur bij NedTrain. Op het opstelterrein van Hoofddorp kwam hij enkele vreemd uitziende treinstellen tegen...


Leiden Centraal, 27 mei 2011. Vanwege de massale drukte die elke avond heerst op het traject Schiphol-Den Haag, is een van de VIRM's aangepast. De cabinedeur heeft plaats gemaakt voor een extra brede passagiersdoorgang. Zo kunnen reizigers sneller in- en uitstappen. Als de proef slaagt zullen meer VIRM's worden omgebouwd. Foto Koen Brouwer.


Utrecht Terwijde, 18 mei 2004. Kruising tussen een Plan V en een Baureihe 232.


Bijzondere constructies gefotografeerd door Wim Mensinga (2012).


Heino, 4 augustus 2007. Waarom heeft men geen eenwagenstel van DM'90 gemaakt? De Blauwe Engelen hadden ze, de Wadlopers ook. Maar DM'90 is er alleen in een tweedelige uitvoering. Of toch niet...? Foto Richard Krol.


Driedelige Buffel. Beeldgrapje van mij. Fotograaf Bert Dikker.


"Diese Aufnahme fotografierte ein Mitarbeiter der AAE (Ahaus-Alstätter-Eisenbahn) im August 1991. Ich fuhr damals als einziger diesen Prototype der Diesellok V3360. Die Lok basierte auf den verlängerten Rahmen der V260 und hatte einen 10 Zylinder-Wankelmotor mit Kolbenbodenkühlung. Da aber kurz nach der Probephase die Diesellok Baureihe V290 in Betrieb genommen wurde, ging diese Lok nie in die Serienproduktion." - Hubert Lütke Wissing


NS-serie 900

Eind jaren 50 was er bij de NS behoefte aan een elektrische locomotief die nog kleiner was dan de 1100. De cabines waren afgeleid van die van de 1300-serie, met echter aan iedere zijde slechts één deur. Ook had de loc maar één stroom­afnemer. De locjes werden voornamelijk ingezet in de rangeerdienst, zoals op deze foto in Utrecht CS. Machinisten waren niet erg enthousiast vanwege het tekort aan vermogen. De bijnaam van deze serie was "Bonsai 1300".

Omdat er nog steeds geen fabrikant is die zich gewaagd heeft aan een model van de NS 900 moet je zelf aan de slag. De snelste manier is een Lima of Rivarossi 1300 te kannibaliseren. Als onderstel voor dit model is een rangeerlocje (type 1306) van Fleischmann gebruikt. Idee en modelbouw Bob Rodenburg.


De onbekende 1130

Ondanks de instroom van de nieuwe 1600-locomotieven besloot de NS de 1100 toch een levensverlengende revisie te geven. Men ging toen nog uit van een flinke groei van het goederenvervoer. Als eerste (en na later bleek enige) werd de 1130 onderhanden genomen. De locomotief kreeg dezelfde outfit als de NS 1300. Doordat de groei in het goederen­vervoer tegenviel besloot de NS geen vervolg te geven aan deze ingrijpende revisie. De NS 1130 bleef dan ook een uniek exemplaar. De locomotief heeft weinig dienstgedaan; er waren nogal wat technische problemen ontstaan sinds de verbouwing. Af en toe werd ze ingezet voor speciale treinen en voor rangeerwerk in Amsterdam. Uiteindelijk ging de 1130 in oktober 2002 als laatste 1100 definitief buiten dienst, om uiteindelijk gesloopt te worden. Op de foto een omgebouwde 1100 van Hamo. Tekst en model: Bob Rodenburg.

Omgebouwde loc 1130 tijdens een open dag in Alkmaar. Foto Henk Koster.


NS 2700, de dieselvariant van de 1200

Bob Rodenburg bouwde deze dieselvariant van de NS 1200. De NS 2700 is de opvolger van de weinig succesvolle 2600. De loc, een Amerikaans ontwerp, werd gebouwd door Werkspoor. Een opvallend detail is dat de loc over slechts één cabine beschikt, zoals bij Amerikaanse diesellocomotieven gebruikelijk. De 2700 deed aanvankelijk dienst voor (internationale) reizigerstreinen, waarbij zelfs werd doorgereden tot Parijs. Later verhuisde de kleine serie (vijf stuks) naar de goederen-dienst. Helaas is er geen enkel exemplaar bewaard gebleven. We moeten het doen met een aangepast model van Lima.


Dampftriebwagen Bauart «Bunnik»

Het eenvoudigste stoomlocje van Märklin is een industrielocje, catalogusnummer 3029. Daar bestaat een nog eenvoudiger versie van met maar twee assen. Die zat in een doos met Märklinspullen die ik ooit kocht. Er zat ook een roestig wagentje bij, catalogusnummer 4040. Je haalt de kap van het locje en je peutert het wagentje uit elkaar. Met wat buigen en knippen past dat precies in elkaar. Schoorsteen erop geplakt, wat zwarte verf. En daar is hij dan: de Dampftriebwagen Bauart «Bunnik». Rijdt uitstekend en past met zijn twee bijwagens nog net op de draaischijf.


In een vitrine van het Spoorwegmuseum, 14 juli 2005. Deze constructie is niet door mij bedacht!


De niet gebouwde dubbelloc: V250 (Baureihe 209)

Er is in 1969 een ontwerp gemaakt voor een dubbelloc: twee locs Baureihe 218, die in het midden op een gemeenschappelijk draaistel zouden rusten. Van dat draaistel zou elke loc een as aan­drijven. Verder dan de tekentafel is deze dubbelloc niet gekomen, maar er zijn natuurlijk hobby­isten die zelf aan de slag zijn gegaan met twee modellen en een ijzerzaag. Het ontwerp werd door fabrikant Atlas-MAK aangeduid als 250 001, de DB had Baureihe 209 in gedachten.


Allstrom-Fernreisetriebzug. We zien een zesdelig treinstel dat met 250 km/uur kan rijden, en dat geschikt is voor vier verschillende stroomsystemen. Kortom de ICE avant la lettre. De cabine is duidelijk afgekeken van de Nederlandse Hondekop, maar dan met een Duitse koppeling en Duitse front- en sluitseinen. Knipsel uit een onbekend tijdschrift dat in 1966 (een jaar na de genoemde Internationale Verkehrsausstellung in München) moet zijn verschenen.


Treindesign. De ontwikkeling van spoorwegmaterieel in Nederland. Door Heleen Vieveen en Henk Sijsling. Uitg. Aha Books, 1989. ISBN 9052460019.

Een boek over de esthetische kant van spoorwegmaterieel. Van diverse treinen worden ontwerpschetsen en modellen getoond, die vaak nogal verschillen van het resultaat dat uiteindelijk op de baan verscheen. Ook zijn er ontwerpen die nooit verder zijn gekomen dan de tekentafel, zoals een dubbeldeks treinstel mat.'46. Een zeer bijzonder boek.


Zie ook:




vorige       start       omhoog