Werkzaamheden in Bunnik

Om de capaciteit van het baanvak tussen Driebergen-Zeist en Utrecht te vergroten, is in het najaar van 2006 de afstand tussen de seinen verkort. Dat betekende onder andere dat het lichtsein vlak bij mijn huis een paar honderd meter moest worden verplaatst. In het weekend van 16 en 17 september 2006 lag het treinverkeer stil, op enkele werktreinen na.

Maandagochtend kwam de treindienst gewoon op gang, wat tegenwoordig vrij bijzonder is als er werkzaamheden zijn geweest. Wel moest de eerste trein bij elke overweg stoppen, om te controleren of deze wel gesloten was. Op donderdag 21 september ging het dan toch nog mis. 's Middags lag het treinverkeer uren stil wegens een seinstoring bij Driebergen. In de avondspits konden er dankzij een noodvoorziening weer treinen rijden, maar vanaf 20 uur werd het treinverkeer opnieuw stilgelegd, om de storing definitief te kunnen verhelpen.

Hieronder ook aandacht voor andere werkzaamheden in Bunnik. Onder andere met informatie over elektronische waarschuwingssystemen zoals Minimel en Autoprowa.



Bunnik, 30 augustus 2006. Naast het perron ligt een kabel, gebruikt voor het aarden van de bovenleiding tijdens werkzaamheden. Mocht de bovenleiding per ongeluk worden ingeschakeld, dan kunnen er geen ongelukken gebeuren. Ongelukken kunnen wel gebeuren als je zo'n kabel na afloop van de werkzaamheden laat liggen. Dit vraagt om vandalen die er een geintje mee gaan uithalen. Over de rails leggen (dat kan weinig kwaad, omdat dan de seinen op rood gaan) of over de bovenleiding gooien (mooi vuurwerk, en als het meezit een dode vandaal). Maar een koperen kabel kun je natuurlijk ook gewoon stelen. Ik weet niet wat er is gebeurd, maar de volgende dag was de kabel weg.


 

Bunnik, 30 augustus 2006. Dit lichtsein is zojuist geplaatst. Het is nog niet in gebruik. Aan de machinisten wordt dit duidelijk gemaakt door middel van het witte kruis: die weten dan dat het niet gaat om een defect sein.


Bunnik, 31 augustus 2006. Een monteur van Volker Rail is bezig met het gereedmaken van het sein. Het zou nog twee weken duren voordat het in gebruik werd genomen.


 

Bunnik, 10 september 2006. Lichtsein 908 bij km 42,5. Dit is een P-sein: een automatisch werkend bloksein. Over een week zal dit sein worden gedoofd, waarna een sein driehonderd meter verderop, vlak bij het station, het werk overneemt. Dat sein krijgt dan het nummer 908.


Bunnik, 10 september 2006. Geïsoleerde raillas, even voorbij sein 908. Zodra een trein deze raillas passeert wordt er een stroomkring gesloten en springt het sein op rood. De railtransformator naast het spoor zorgt ervoor dat de retourstroom van de tractiemotoren van elektrische treinen ongehinderd de geïsoleerde las kan passeren.


Bunnik, 10 september 2006. Loc 232 902 bij sein 908. De trein heeft de geïsoleerde raillas bereikt, dus het sein zal op rood zijn gesprongen. De trein (43660) is op weg van Duitsland naar Rotterdam.


Bunnik, 16 september 2006. Geopende relaiskast. De monteur is bezig met aanpassingen. Het treinverkeer op het baanvak ligt stil en de seinen zijn gedoofd. Het sein vlak bij de relaiskast is overbodig geworden; zijn rol zal worden overgenomen door een nieuw sein dat een paar honderd meter verderop staat. De relaiskast wordt niet verplaatst.


Bunnik, 16 september 2006. Detailopname van de relaiskast. De drie apparaten linksboven zorgen voor het ATB-signaal dat op de spoorstaven wordt gezet. De andere onderdelen zijn onder andere de relais die de kleur van het lichtsein bepalen. Bij elk sein en bij elke overweg horen een of meer relaiskasten, die via ondergrondse kabels met elkaar zijn verbonden. De relaistechniek is na de Tweede Wereldoorlog in Nederland ingevoerd uit de Verenigde Staten (met dank aan de Marshallhulp). In principe passen alle functies uit zo'n kast op één computerchip, maar waarom zou je dat willen: de relaistechniek heeft bewezen uiterst betrouwbaar te zijn.


Bunnik, 16 september 2006. De geïsoleerde raillas bij sein 908 is niet meer nodig, omdat het sein buiten dienst is en zal worden verwijderd. De spoorstaven zijn met een kabel doorverbonden. De railtransformator en het "potje" op de voorgrond hebben geen functie meer.


Bunnik, 16 september 2006. Met deze gepimpte rollator worden spoorstaven en raillassen op verborgen gebreken doorgelicht. Dit gebeurt met ultrasoongeluid. Dit apparaat is een aanvulling op de ultrasoontrein die regelmatig door het land rijdt.


 

Bunnik, 16 september 2006. Loc 6402, in Railpro-beschildering, met een trein met vuile ballast. De wagens achter de loc zijn "Schüttgutkippwagen mit pneumatischer Betätigung" (Fas). De trein rijdt via het linkerspoor richting Utrecht. Omdat de beveiliging is uitgeschakeld moeten de overwegen met de hand worden bediend. Behalve enkele ballasttreinen (altijd via het linkerspoor) reden er dit weekend geen treinen.


 

Bunnik, 17 september 2006. Loc 6442, met voorop de rangeerder die de overwegen moet sluiten, met een trein met zelflossers (Fccpps) die worden gebruikt voor het storten van nieuwe ballast. Op de platte wagen achter de trein staat een container. Daarin zitten een generator en een watertank. Het water wordt tijdens het lossen gebruikt om de ballast nat te maken, zodat het minder stuift. De trein is 's nachts ergens gelost en is nu op weg naar de thuisbasis Crailoo.


Storm boven het onderstation

Bunnik, 19 januari 2007. De vorige dag had het zwaar gestormd. Monteurs komen even kijken of het dak nog op het onderstation ligt.


Waarschuwingssystemen Minimel en Autoprowa (Zöllner)

Bunnik, januari 2008. Bij werkzaamheden aan het spoor staat vaak een man met een toeter, die waarschuwt als er een trein aan komt. Maar er bestaan ook automatisch werkende systemen. Deze tijdelijke contacten horen bij zo'n systeem. Als er een trein overheen rijdt, klinkt er een eind verderop een sirene en gaan er waarschuwingslampen knipperen.

Via een zeer lange oranje kabel wordt het signaal doorgegeven.

Minimel 95-EZE van Schweizer Electronic. Het signaal kan ook draadloos worden doorgegeven. Dat gebeurt via een zender zoals op deze foto. De zender kan ook met de hand worden bediend door een veiligheidsman, door op de rode knop te drukken. Bij een onbewaakte zender is de klep natuurlijk gesloten. Het systeem is beveiligd: mocht het radiosignaal wegvallen, dan gaat de alarminstallatie bij de baanwerkers automatisch werken. Van die installatie heb ik helaas geen foto kunnen maken. Deze bestond uit een oranje zwaailicht dat op een kruiwagen werd meegevoerd.

Jaarbeurs Utrecht, 1 april 2009. Gezien op RailTech Europe 2009. Waarschuwingssysteem Autoprowa van Zöllner.


Relaiskast bij de vroegere overweg

Bunnik, 4 april 2016. Relaiskast, van binnen niet veel anders dan in de jaren 50. Alleen zijn er nu meer relais nodig vanwege de ATB. Het oudste relais in deze kast stamt uit 1967. De twee grijze apparaten linksonder zijn moderner: dit zijn gelijkrichters ten behoeve van de accu's van de overweginstallatie. Die overweg is een week eerder overigens weggehaald. Bij de opruimwerkzaamheden is een kabel gesneuveld, vandaar dat monteurs nu bezig waren met het opsporen en verhelpen van een storing. Op de grond staat een meetapparaat. Zie ook aanleg tunnels in Bunnik.


Zie ook:




vorige       start       omhoog