Computernummers op Duitse treinenAlle locomotieven en treinstellen van de Deutsche Bundesbahn kregen in 1968 een zescijferig nummer. In het Duits: EDV-Nummer (EDV = Elektronische Datenverarbeitung). Het zevende cijfer, achter de streep, is een controlecijfer (Kontrollziffer) voor de computer. Het controlecijfer kan ook een hulpmiddel zijn voor fotografen, als het locnummer op een foto niet volledig zichtbaar is. Overigens is het een goede gewoonte om het controlecijfer in fotobijschriften niet te vermelden. Het systeem wordt hieronder uitgelegd. Het werkt ook bij de nummering die vanaf 1970 in de DDR werd gehanteerd, en ook bij het nummersysteem van de Oostenrijkse spoorwegen. |
Herzogenrath, 3 juli 1969. In 1968 heeft de DB alle locomotieven en treinstellen een "computernummer" gegeven. Loc E40 249 reed echter nog met haar oude nummer rond. Het nieuwe nummer (met controlecijfer) zou 140 249-4 worden. |
Overgang op computernummersZie ook de uitleg over het oorspronkelijke nummerschema van 1925. West-Duitsland Locs die al een zescijferig nummer hadden, moesten een ander volgnummer krijgen. Zo werd loc 38 2383 vernummerd in 038 382 (het oude nummer bleef hierbij niet altijd herkenbaar, want er mochten natuurlijk niet twee locs hetzelfde nummer krijgen). De grote serie 50 werd verdeeld over de series 050-053. Ook bij andere locs vonden dit soort aanpassingen plaats; zo werden de varianten van de diesellocs V200 verdeeld over de series 220 en 221. Oost-Duitsland Stoomlocomotieven hadden dus nog steeds een tweecijferig serienummer, maar het locvolgummer werd viercijferig. Dat gebeurde door er een 0 voor te zetten (oliestokers) of een 9 (poederkool). Bij kolengestookte locs begon het volgnummer met een 1 of 2. Oliegestookte loc 95 028 werd bijvoorbeeld 95 0028. Deutsche Bahn na 1989 Alle stoomlocomotieven die op het DB-net zijn toegelaten hebben tegenwoordig het administratieve serienummer 088. Dit staat in kleine cijfers geschilderd op de rode band aan de onderkant van het machinistenhuis. Het 'echte' nummer staat nog steeds op de rookkastdeur, aan weerszijden van het machinistenhuis en achterop de tender. Berekening van het controlecijferUitgangspunt bij de berekening van het controlecijfer is het getal 121212. De cijfers van dat getal worden één voor één vermenigvuldigd met de corresponderende cijfers van het locomotiefnummer. De cijfers van de uitkomst daarvan worden bij elkaar opgeteld. Het resultaat daarvan wordt afgetrokken van het naasthogere tiental; dit levert het controlecijfer op. Voorbeeld:
Oostenrijkse treinenLocomotieven en treinstellen van de ÖBB hebben zevencijferige nummers plus een controlecijfer. Uitgangspunt voor de berekening van het controlecijfer is het getal 2121212. Verder precies zo als bij Duitse treinen. Rijtuigen en goederenwagensEuropese rijtuigen en goederenwagens hebben een 11-cijferig nummer, plus een controlecijfer. Uitgangspunt bij de berekening van het controlecijfer is het getal 21212121212. De cijfers van dat getal worden één voor één vermenigvuldigd met de corresponderende cijfers van het rijtuignummer. De cijfers van de uitkomst daarvan worden bij elkaar opgeteld. Het resultaat daarvan wordt afgetrokken van het naasthogere tiental; dit levert het controlecijfer op. Voorbeeld:
|
UIC-codering tractievoertuigenIn Europees verband is ook voor tractievoertuigen een UIC-codering ingevoerd. Ook treinen die nooit de grens over komen hebben zo'n lang nummer gekregen.
Voorbeeld: stoomloc 01 1075 van de SSN heeft het UIC-nummer 90 84 0011 075-9. |
Duits werkmaterieel (VdM)Het werkmaterieel van DB en van particuliere Duitse ondernemingen had vroeger een VdM-nummer. VdM staat voor Verzeichnis der Maschinen. Deze nummers begonnen met de cijfers 97. Later kreeg dit materieel een UIC-nummer, beginnend met de cijfers 99. |
European Identification Number (EIN)Toen de UIC-code werd ingevoerd, had elk land maar één spoorwegmaatschappij. Als gevolg van de liberalisering van het spoorvervoer zijn er veel privéspoorwegbedrijven bijgekomen. Daarom is per 1 januari 2007 nieuwe Europese regelgeving opgesteld voor de nummering van het rollend materieel. De UIC-code werd vervangen door een European Identification Number (EIN). Belangrijkste verschil is dat het derde en vierde cijfer niet meer verwijzen naar een land en maatschappij, maar alleen nog naar een land. Vroeger betekende 84 'Nederlandse Spoorwegen', tegenwoordig betekent 84 'Nederland'. Achter de cijfercode wordt met letters aangegeven over welke maatschappij het gaat. Bijvoorbeeld 'NL-RXP' op locomotieven van Railexperts. Het European Identification Number (EIN) wordt in Nederland het Europees Voertuig Nummer (EVN) genoemd. Dit wordt geregistreerd in het Nationaal Voertuig Register (NVR). De letters achter het nummer heten de Afkorting Voertuig Exploitant (AVE). |
Hengelo, 29 juli 1968. Loc V200 058 had eigenlijk al op 1 januari van dat jaar een "computernummer" moeten hebben. Tweede foto: Rheine, 10 september 1977. Dezelfde loc, nu als 220 058-2. Als deze loc een 12-cijferig nummer zou krijgen, dan zou dat 92 80 1220 058-2 worden. Het vijfde cijfer is hier een 1, om ervoor te zorgen dat het controlecijfer 2 gelijk blijft. |