Nederlandse stoomlocomotieven


Bronvermelding

De foto's in dit thema zijn gegroepeerd per locserie, uitgaande van het nummerschema uit 1921, toen de locomotief­parken van HSM en SS werden samengevoegd. De locomotieven van andere maatschappijen (NRS, NBDS en NCS) waren al eerder opgegaan in de parken van SS en HSM.

De foto's zijn afkomstig uit drie collecties:

  • Foto's uit de jaren twintig en dertig, uitgebracht op prentbriefkaart door F. Moore's Railway Photographs, London. F. Moore was het pseudoniem van de broers A.R. Bell en A. Morton Bell. Hun uitgeverij noemden ze later Locomotive Publishing Company. Deze bracht veel fotokaarten uit en publiceerde ook het blad Locomotive Magazine. Helaas staan op de kaarten geen gegevens vermeld over wat er op staat en wie de fotograaf is geweest. Van verschillende foto's staat vast dat ze door L. Derens zijn gemaakt. Sommige foto's zijn klaarblijkelijk reproducties van fabrieks­foto's. Enkele foto's trof ik ook in boeken aan, zodat ik soms de fotograaf kan vermelden. De kaarten zijn door mij gescand en soms langs digitale weg opgefrist.
  • Foto's die in de jaren dertig zijn gemaakt in opdracht van NS, en door het Britse fotobureau Photomatic uitgebracht op prentbriefkaart. Deze scans kreeg ik van een bezoeker van mijn site. In de jaren 80 zijn deze foto's via de NVBS verspreid. Op deze kleine foto's (9x14 cm) is vaak behoorlijk in de achtergronden gesneden. De oorspronkelijke negatieven zijn behouden gebleven.
  • Enkele aanvullende foto's, meestal door mij gemaakt of afkomstig uit mijn collectie. Als iemand foto's tegenkomt waaraan hij rechten kan ontlenen, dan verzoek ik hem contact met mij op te nemen.

Documentatie

De door Photomatic uitgebrachte foto's en de foto's van Derens (verzameld door De Pater) staan op deze lijst met foto's (pdf). De aantekeningen zijn van Martin van Oostrom, van wie ik deze overzichten kreeg.



Aanduiding en nummering van Nederlandse stoomlocs

De locomotieven werden aangeduid met een of meer letters: P = personentreinloc, G = goederentreinloc, L = lokaal­treinloc, R = rangeerloc. Bij tenderlocomotieven werd een T toegevoegd. Locs met een oververhitter kregen de letter O. Tot slot een cijfer waarmee de vermogensklasse werd aangegeven. Voorbeeld: PTO 2. Meer voorbeelden.

In 1921 werd een nummersysteem ingevoerd waarbij alle stoomlocomotieven een viercijferig nummer kregen. Enige heel oude locomotieven kregen een driecijferig nummer. De nieuwe nummers werden in de nacht van 30 november op 1 december 1921 op de locomotieven geschilderd, met daaronder doorgestreept het oude nummer. De oude nummer­platen werden meteen verwijderd; de nieuwe nummerplaat werd aangebracht zodra een locomotief de werkplaats bezocht. (Zie ook Op de Rails 1953, blz. 93.)

serie 500 = personentreinlocs met tender en één drijfas
600-2100 = personentreinlocs met tender en twee drijfassen
2700-3400 = goederentreinlocs met tender en drie drijfassen
3500-4000 = personentreinlocs met tender en drie drijfassen
4100-4900 = goederentreinlocs met tender en vier drijfassen (na 1945 ook de serie 5000)
5000-6100 = personentreintenderlocs
6200-6400 = goederentreintenderlocs
6500-7900 = lokaaltreinlocs
8000-9900 = rangeerlocomotieven (serie 9500 was een goederentreinloc)

De nummers onder 500 waren bestemd voor locomotoren en dergelijke.

Soms zijn serienummers opnieuw gebruikt. In teksten (dus niet op de locs zelf) wordt dat aangegeven met Romeinse cijfers: 1300I, 1300II.



Aantal stoomlocomotieven in 1940 en 1948

serie 10 mei 1940 1 januari 1948 opmerking
61-75 14 NTM-locomotieven (bij NS in 1948)
1300 4 ex-1700 (vernummerd in 1941)
1500 1
1600 29 8
1700 127 96
1900 40 7
2100 35 26
3000 4 Zwitserse locs*
3200 40 8
3300 15 12
3400 20 10
3500 3 22
3600 8 5
3700 120 113
3900 32 30
4000 15 Zweedse locs*
4300 182 War Department-locs*
4500 4
4600 20 4
4700 35 Zweedse locs*
5000 103 War Department-locs*
5500 55 39
5600 8 Zwitserse locs*
5700 6 4
5800 12 8
6000 26 20
6100 10 8
6200 40 32
6300 22 18
7000 10 9
7100 21 7
7400 4 4
7700 40 22
7800 5 Zwitserse locs*
7850 2 Zwitserse locs*
8100 28 25
8200 21 13
8400 8 2
8500 15 9
8600 12 5
8700 40 36
8800 27 War Department-locs*
9500 5 3
totaal 869 1004 * 395 naoorlogse locomotieven

Bronnen: Statius Muller/Veenendaal 2005; Labrijn 1948


Bijnamen Nederlandse stoomlocs

NRS 1-36Gewone Engelsen; Christientjes
NRS 31-36; 81-95Groote Snellopers
NRS 37-42Kleine Snellopers; Tankmachines
NRS 43-48Henschelsen
NRS 49Goederenmachine (HSM 300)
NRS 71-77Tankmachines
HSM 225-228Doodkisten
SS 206-211; 92-94Bergkruipers
NS 61-75Hoki Poki (tramlocs ex-NTM)
NS 501Kleine Engelsman
NS 801-826Achteneenhalvers
NS 1001-1029Tienders
NS 1101-1127Snellopers
NS 1301-1479Grote Groenen; Armen en Benen
NS 1601-1659Rhijnbogen; Bogen
NS 1701-1835Hartjes; Overkokers; Bogies; Kleine Jumbo
NS 2001-2005Mailtreinlocomotieven
NS 2101-2135Blikken Tinus; Kamelen; Dromedaris
NS 2901-2946Driemasters
NS 3401-3415Wilde Varkens
NS 3501-3508Grote Blauwen; Blauwe Brabanders (ex-NMBS)
NS 3601-3608Zeppelins (ex-NCS)
NS 3701-3820Jumbo
NS 3800-3805Potvis (gestroomlijnde locs)
NS 3901-3920Grote Jumbo
NS 4301-4537Dakota; Kleine Jeep
NS 4601-4620Ganzen; Schommelbakken
NS 4701-4735Kerstboom
NS 5001-5103Grote Jeep
NS 6001-6026Bokken
NS 6301-6317Beulen
NS 6501-6512Kleine Hippels*
NS 6601-6603Hippels; Schuurtjes
NS 6701-6741Ezels; Priktollen; Fornuizen; Ledikanten
NS 6801-6817(Grote) Hippels*
NS 7301-7302Hengsten
NS 7401-7404Zwartkopjes
NS 7601-7604Haarlem-Zandvoorters
NS 7701-7744Haarlemmermeertjes
NS 8101-8130Kikkers
NS 8201-8232Paddestoelen; Platluizen
NS 8501-8515Weesperpoortje
NS 8601-8612Turken
NS 8701-8740Bakkies* (bijnaam ook gebruikt voor andere kleine rangeerlocs)

Bron: oud-machinist en museum­suppoost Bourgonje, opgeschreven door Peter Zorge.
* = Overige bronnen.

Er zijn ongetwijfeld nog meer regio­nale, plaatse­lijke of parti­culiere vondsten.

Zie ook hoofdstuk 25 in het boek "Geschied­kundig over­zicht der stoom­locomotieven van de Neder­landse spoor­weg­maatschappijen".

Meer bijnamen.



Amsterdam CS, jaren dertig. Te zien zijn locs van de series 2100, 3300, 3700, 3900 en 6000. Alle nog met de glimmende stoomdom zoals tot 1940 de gewoonte was. Collectie Noord-Nederlands Trein & Tram Museum, www.nnttm.nl.


Het Vrije Volk, 12 mei 1962. "Zeven oude beestjes - stoomlocomotieven van het Utrechts Spoorwegmuseum - zijn gistermiddag van hun verbanningsoord teruggekeerd in hun stal. Van de locomotievenloods op het spoorweg­emplacement Utrecht reden ze langs het viaduct, Bleekstraat, de Lunetten en de overweg aan de Zonstraat langzaam en een beetje stram, zoals oude beestjes doen, naar het Maliebaanstation. Daar zullen zij voortaan kunnen staan zonder nat te worden als het regent, want de nieuwe perronkap van het voormalige Maliebaanstation, nu spoorwegmuseum, is klaar. De kap is 130 meter lang, eensdeels 13 anderdeels 8 meter breed. Het hoogste punt is 5.60 meter." Foto gemaakt bij Utrecht Lunetten, vanaf de Waterlinieweg. In de achtergrond buigt naar links de spoorlijn naar Arnhem af.



Pollux

Deksel van een jampot uit de jaren 70. Een merknaam ontbreekt, maar het zal een goedkope soort zijn geweest, want op de rand van het deksel staat "voor hetzelfde geld: kwaliteit." Een bezoeker van mijn site meldt dat het waarschijnlijk om het merk Hero ging. We hebben een hele serie bij elkaar gesmeerd.

Hier een deksel met een plaatje van loc Pollux van de HSM. Dit was een in 1861 gebouwde breedspoorloc met as-opstelling 1A1, die in 1868 is omgebouwd tot normaalspoorloc met as-opstelling B1. De eerste Nederlandse spoorlijnen waren in breedspoor (1950 mm) uitgevoerd. Toen de spoorlijn van Amsterdam via Utrecht naar Arnhem was doorgetrokken tot Duitsland, kwam men tot de conclusie dat het toch niet zo handig was dat men aan de grens alle goederen moest overladen. Tussen 1852 en 1864 zijn alle breedspoorlijnen omgebouwd tot normaalspoor. Slechts een paar locomotieven konden worden aangepast.



Boeken (selectie uit mijn collectie)


De locomotieven van de Hollandsche IJzeren Spoorweg-Maatschappij. Door J.J. Karskens, met een voorwoord van Ir. H.F. Ott de Vries. Uitg. J.H. Gottmer, Haarlem, 1947.

Een kloek boek met tekeningen en enkele foto's. Ik bezit ook een versie zonder stofomslag.


De breedspoorlokomotieven van de HIJSM. Door G.F. van Reeuwijk. Uitg. De Alk, Alkmaar 1985. ISBN 9060139275. Toen in Nederland de eerste spoorlijnen werden aangelegd, werd gekozen voor breedspoor. Dit in navolging van het door Isambard Kingdom Brunel ontwikkelde stelsel van de Great Western Railway (GWR). Maar net zoals de GWR uiteindelijk gedwongen was om op normaalspoor over te gaan, gebeurde dat in Nederland ook. In dit boek wordt de geschiedenis van de HIJSM beschreven, tot en met de spoorversmalling die in 1868 gereed kwam. Een herinnering aan de breedspoorperiode wordt gevormd door de replica's van loc De Arend en drie rijtuigen, die in het Spoorwegmuseum te zien zijn.


Geschiedkundig overzicht der stoomlocomotieven van de Nederlandse spoorwegmaatschappijen over de periode 1839-1958. Door N.J. van Wijck Jurriaanse. Technische Uitgeverij H. Stam, Culemborg, 1968. Geen boek waar de stoom uit opslaat, maar een meticuleus overzicht van alle stoomlocomotieven, stoomketels en tenders die de auteur heeft weten op te sporen. Voer voor de nummerliefhebber dus, hoewel er ook enkele foto's in staan. Op het omslag een model van locaalspoorlocomotief 41 van de NCS, eigendom van het Nederlands Spoorwegmuseum, gebouwd door leerlingen van de bedrijfsschool van de hoofdwerkplaats Haarlem. De originele loc kwam in 1904 in dienst.


Onze Nederlandse stoomlocomotieven in woord en beeld (4e druk). Door H. Waldorp. Uitg. H. Stam, 1963. Dit is de vierde druk, die verscheen in het jaar waarin de spoorwegen 125 jaar bestonden. Er hoort ook een grammofoonplaatje met stoomlocgeluiden bij: 33-toeren ep, nummmer 111 153 E.


Onze Nederlandse stoomlocomotieven in woord en beeld (6e druk). Door H. Waldorp. Uitg. de Alk, Alkmaar 1982. ISBN 9060139097. Overzicht van alle stoomlocomotieven die bij de Nederlandse spoorwegen in gebruik zijn geweest.

De eerste druk van dit boek (in mijn bezit) verscheen in 1932. Bij de verschillende drukken heeft de auteur er steeds naar gestreefd om andere foto's te gebruiken. De laatste (7e) druk verscheen in 1986. In april 2005 verscheen een geheel herziene en uitgebreide nieuwe versie; zie hieronder.


De Nederlandse stoomlocomotieven (8e druk). Door R.C. Statius Muller, A.J. Veenendaal jr. en H. Waldorp†. Uitg. de Alk, Alkmaar 2005. ISBN 9060132629. Overzicht van alle stoomlocomotieven die bij de Nederlandse spoorwegen in gebruik zijn geweest, met zeer veel foto's. Opvolger van de sinds 1932 verschenen boeken van H. Waldorp.


De Nederlandse stoomlocomotieven (9e druk). Door R.C. Statius Muller en A.J. Veenendaal. De Alk, Alkmaar 2024. ISBN 9789059612747. Negende druk. Uitgebreide en verbeterde versie van het boek uit 2005. Mijn exemplaar is gesigneerd door de auteurs.


NS loc 3737. De laatste Jumbo. Door Jan de Bruin en Guus Ferrée. Uitg. De Alk, Alkmaar 1996. ISBN 9060130693. Dit boek geeft een beknopte geschiedenis van de serie waartoe loc 3737 behoorde. Van deze eens 120 exemplaren omvattende serie is slechts één loc bewaard gebleven. Deze heeft jarenlang in het Spoorwegmuseum gestaan, maar is later weer rijvaardig gemaakt. De diverse restauratieperikelen komen eveneens uitgebreid aan de orde. Uitgeverij De Alk heeft de gewoonte om de mooiste foto's te verpesten door ze over de vouw van het boek te plaatsen, en houdt haar naam op dit gebied ook in dit boek hoog. Verder wordt loc 3737 door de auteurs voortdurend de "Oude Dame" genoemd, wat na 86 keer toch een beetje gaat vervelen.


Stoomlocomotieven serie NS 6300. Martin van Oostrom. Stichting Rail Publicaties, 1985. ISBN 9071513017. Van deze serie, die de bijnaam "Beulen" droeg vanwege de moeite die het kostte de hongerige machines te stoken, is loc 6317 bewaard gebleven in het Spoorwegmuseum.

Stoomlocomotieven serie NCS 71-78 (NS 3600). Martin van Oostrom. Stichting Rail Publicaties, 1988. ISBN 9071513033.

Stoomlocomotieven serie SS 685-799 (NS 3700). Paul Henken. Uquilair, 2001. ISBN 9071513386. Van deze serie is loc 3737 bewaard gebleven.

Stoomlocomotieven NS-serie 6100. Paul Henken. Uquilair, 2002. ISBN 9071513432. Dit is de tender­uitvoering van de loc serie 3700.

Stoomlocomotieven serie HSM 501-535 (NS-serie 2100). Paul Henken. Uquilair, 2003. ISBN 9071513459. Van deze serie is loc 2104 bewaard gebleven in het Spoorweg­museum.

Stoomlocomotieven SS 801-935 (NS-serie 1700).
Paul Henken. Uquilair, 2008. ISBN 9071513661.

Stoomlocomotieven serie SS 601-612 en 651-680 (NS 6500 en 8100). De Bt-rangeerlocomotieven van de Staatsspoorwegen. Paul Henken. Uquilair, 2011. ISBN 9071513726.

Stoomlocomotieven NS-serie 3900. De laatste Nederlandse sneltreinlocomotieven. Paul Henken. Uquilair, 2012. ISBN 9789071513756.

Stoomlocomotieven serie SS 1201-1240 (NS-serie 6000). De 2'C2'-tenderlocomotieven van de Staats­spoorwegen. Paul Henken. Uquilair, 2015. ISBN 9789071513886.

In deze boeken wordt zeer uitvoerig ingegaan op de voor­geschiedenis, het ontwerp, de bouw, de latere constructie­wijzigingen en de dienstuitvoering. Zo uitvoerig dat het soms een beetje saai wordt, vooral als je de tijd waarin deze locomotieven dienstdeden niet zelf hebt meegemaakt.

Het was aantrekkelijker geweest als er wat meer over de grenzen van de beschreven series heen was gekeken. Minder details opnemen, en dan bijvoorbeeld de boeken over de 3700 en de nauw verwante 6100 met elkaar combineren. Dat geldt ook voor de 3900 en de 6300. Maar we moeten natuurlijk heel blij zijn met een uitgever die het aandurft dit soort monografiën te publiceren.

 
 
 
 

De stoom­locomotief. Deel I: tekst, deel II: figuren. Door ir. P. Labrijn. Oosthoek's uitg.mij. Utrecht, 1948. Deze handleiding werd gebruikt bij de opleiding van locomotiefpersoneel. Uitgebreid worden de constructie en de werking van de stoom­locomotief beschreven. In deze naoorlogse versie van dit standaardwerk wordt ook aandacht besteed aan de bijzonderheden van de in ons land dienstdoende Engelse, Zweedse en Zwitserse locomotieven. En negen jaar later waren alle stoomlocomotieven uit dienst...

Meer boeken over de werking van de stoomlocomotief

 

Op de stoom­locomotief. Verhalen van een machinist en het taalgebruik van toen. G.J. Paulus en K. Worp. De Alk, 1985. ISBN 9060139372.

Het boek bestaat uit twee delen. In het eerste deel schrijft G.J. Paulus over zijn loopbaan bij de NS. Hij begon in 1944 als stoker en verliet in 1956 de dienst als all-round machinist. In het tweede deel geeft Kees Worp een overzicht van de vaktaal die machinist en stoker spraken bij het werken op de stoom­locomotief. Achterin het boek staat een uitgebreide alfabetische woordenlijst met spoortermen, namen en bijnamen van locomotieven.


Locomotiefloodsen en tractieterreinen in Nederland 1839-1958. Door H. Waldorp en J.G.C. van de Meene. Uitg. Schuyt & Co, Haarlem 1992. ISBN 9060973232. Nummer 20 in de boekenreeks van de NVBS. In dit boek worden de bijna driehonderd locomotiefloodsen van de spoorwegen beschreven die Nederland heeft gekend. Met veel foto's en emplacementstekeningen. Van dit alles is soms nog wel iets terug te vinden in het huidige spoorweglandschap.

Enschede in de stoomtijd
De locomotievendepots van Enschede (pdf)
door H. Waldorp in Stoomkroniek 24, 1984


Lodewijk Derens, Nederlands eerste spoorwegfotograaf. Samengesteld door Guus Veenendaal en Remmo Statius Muller. De Alk, 2017. ISBN 9789059611764.

In het boek staan zo'n 250 van de ongeveer 900 foto's die Derens heeft gemaakt. Bij elke foto is uitgebreid beschreven wat er op te zien is. Het boek werd in mei 2017 gepresenteerd bij de NVBS in Amersfoort.

Meer over Derens en dit boek.



Zie ook:

Thema's over bepaalde locs:





vorige       start       omhoog