De foto's in dit thema zijn gegroepeerd per locserie, uitgaande van het nummerschema uit 1921, toen de locomotiefparken van HSM en SS werden samengevoegd. De locomotieven van andere maatschappijen (NRS, NBDS en NCS) waren al eerder opgegaan in de parken van SS en HSM. De foto's zijn afkomstig uit drie collecties:
DocumentatieDe door Photomatic uitgebrachte foto's en de foto's van Derens (verzameld door De Pater) staan op deze lijst met foto's (pdf). De aantekeningen zijn van Martin van Oostrom, van wie ik deze overzichten kreeg. |
De locomotieven werden aangeduid met een of meer letters: P = personentreinloc, G = goederentreinloc, L = lokaaltreinloc, R = rangeerloc. Bij tenderlocomotieven werd een T toegevoegd. Locs met een oververhitter kregen de letter O. Tot slot een cijfer waarmee de vermogensklasse werd aangegeven. Voorbeeld: PTO 2. Meer voorbeelden. In 1921 werd een nummersysteem ingevoerd waarbij alle stoomlocomotieven een viercijferig nummer kregen. Enige heel oude locomotieven kregen een driecijferig nummer. De nieuwe nummers werden in de nacht van 30 november op 1 december 1921 op de locomotieven geschilderd, met daaronder doorgestreept het oude nummer. De oude nummerplaten werden meteen verwijderd; de nieuwe nummerplaat werd aangebracht zodra een locomotief de werkplaats bezocht. (Zie ook Op de Rails 1953, blz. 93.) serie 500 = personentreinlocs met tender en één drijfas
De nummers onder 500 waren bestemd voor locomotoren en dergelijke. Soms zijn serienummers opnieuw gebruikt. In teksten (dus niet op de locs zelf) wordt dat aangegeven met Romeinse cijfers: 1300I, 1300II. |
serie | 10 mei 1940 | 1 januari 1948 | opmerking |
61-75 | 14 | NTM-locomotieven (bij NS in 1948) | |
1300 | 4 | ex-1700 (vernummerd in 1941) | |
1500 | 1 | ||
1600 | 29 | 8 | |
1700 | 127 | 96 | |
1900 | 40 | 7 | |
2100 | 35 | 26 | |
3000 | 4 | Zwitserse locs* | |
3200 | 40 | 8 | |
3300 | 15 | 12 | |
3400 | 20 | 10 | |
3500 | 3 | 22 | |
3600 | 8 | 5 | |
3700 | 120 | 113 | |
3900 | 32 | 30 | |
4000 | 15 | Zweedse locs* | |
4300 | 182 | War Department-locs* | |
4500 | 4 | ||
4600 | 20 | 4 | |
4700 | 35 | Zweedse locs* | |
5000 | 103 | War Department-locs* | |
5500 | 55 | 39 | |
5600 | 8 | Zwitserse locs* | |
5700 | 6 | 4 | |
5800 | 12 | 8 | |
6000 | 26 | 20 | |
6100 | 10 | 8 | |
6200 | 40 | 32 | |
6300 | 22 | 18 | |
7000 | 10 | 9 | |
7100 | 21 | 7 | |
7400 | 4 | 4 | |
7700 | 40 | 22 | |
7800 | 5 | Zwitserse locs* | |
7850 | 2 | Zwitserse locs* | |
8100 | 28 | 25 | |
8200 | 21 | 13 | |
8400 | 8 | 2 | |
8500 | 15 | 9 | |
8600 | 12 | 5 | |
8700 | 40 | 36 | |
8800 | 27 | War Department-locs* | |
9500 | 5 | 3 | |
totaal | 869 | 1004 | * 395 naoorlogse locomotieven |
Bronnen: Statius Muller/Veenendaal 2005; Labrijn 1948
|
|
Amsterdam CS, jaren dertig. Te zien zijn locs van de series 2100, 3300, 3700, 3900 en 6000. Alle nog met de glimmende stoomdom zoals tot 1940 de gewoonte was. Collectie Noord-Nederlands Trein & Tram Museum, www.nnttm.nl. |
Het Vrije Volk, 12 mei 1962. "Zeven oude beestjes - stoomlocomotieven van het Utrechts Spoorwegmuseum - zijn gistermiddag van hun verbanningsoord teruggekeerd in hun stal. Van de locomotievenloods op het spoorwegemplacement Utrecht reden ze langs het viaduct, Bleekstraat, de Lunetten en de overweg aan de Zonstraat langzaam en een beetje stram, zoals oude beestjes doen, naar het Maliebaanstation. Daar zullen zij voortaan kunnen staan zonder nat te worden als het regent, want de nieuwe perronkap van het voormalige Maliebaanstation, nu spoorwegmuseum, is klaar. De kap is 130 meter lang, eensdeels 13 anderdeels 8 meter breed. Het hoogste punt is 5.60 meter." Foto gemaakt bij Utrecht Lunetten, vanaf de Waterlinieweg. In de achtergrond buigt naar links de spoorlijn naar Arnhem af. |
PolluxDeksel van een jampot uit de jaren 70. Een merknaam ontbreekt, maar het zal een goedkope soort zijn geweest, want op de rand van het deksel staat "voor hetzelfde geld: kwaliteit." Een bezoeker van mijn site meldt dat het waarschijnlijk om het merk Hero ging. We hebben een hele serie bij elkaar gesmeerd. Hier een deksel met een plaatje van loc Pollux van de HSM. Dit was een in 1861 gebouwde breedspoorloc met as-opstelling 1A1, die in 1868 is omgebouwd tot normaalspoorloc met as-opstelling B1. De eerste Nederlandse spoorlijnen waren in breedspoor (1950 mm) uitgevoerd. Toen de spoorlijn van Amsterdam via Utrecht naar Arnhem was doorgetrokken tot Duitsland, kwam men tot de conclusie dat het toch niet zo handig was dat men aan de grens alle goederen moest overladen. Tussen 1852 en 1864 zijn alle breedspoorlijnen omgebouwd tot normaalspoor. Slechts een paar locomotieven konden worden aangepast. |
De locomotieven van de Hollandsche IJzeren Spoorweg-Maatschappij. Door J.J. Karskens, met een voorwoord van Ir. H.F. Ott de Vries. Uitg. J.H. Gottmer, Haarlem, 1947. Een kloek boek met tekeningen en enkele foto's. Ik bezit ook een versie zonder stofomslag. |
De breedspoorlokomotieven van de HIJSM. Door G.F. van Reeuwijk. Uitg. De Alk, Alkmaar 1985. ISBN 9060139275. Toen in Nederland de eerste spoorlijnen werden aangelegd, werd gekozen voor breedspoor. Dit in navolging van het door Isambard Kingdom Brunel ontwikkelde stelsel van de Great Western Railway (GWR). Maar net zoals de GWR uiteindelijk gedwongen was om op normaalspoor over te gaan, gebeurde dat in Nederland ook. In dit boek wordt de geschiedenis van de HIJSM beschreven, tot en met de spoorversmalling die in 1868 gereed kwam. Een herinnering aan de breedspoorperiode wordt gevormd door de replica's van loc De Arend en drie rijtuigen, die in het Spoorwegmuseum te zien zijn. |
Geschiedkundig overzicht der stoomlocomotieven van de Nederlandse spoorwegmaatschappijen over de periode 1839-1958. Door N.J. van Wijck Jurriaanse. Technische Uitgeverij H. Stam, Culemborg, 1968. Geen boek waar de stoom uit opslaat, maar een meticuleus overzicht van alle stoomlocomotieven, stoomketels en tenders die de auteur heeft weten op te sporen. Voer voor de nummerliefhebber dus, hoewel er ook enkele foto's in staan. Op het omslag een model van locaalspoorlocomotief 41 van de NCS, eigendom van het Nederlands Spoorwegmuseum, gebouwd door leerlingen van de bedrijfsschool van de hoofdwerkplaats Haarlem. De originele loc kwam in 1904 in dienst. |
Onze Nederlandse stoomlocomotieven in woord en beeld (4e druk). Door H. Waldorp. Uitg. H. Stam, 1963. Dit is de vierde druk, die verscheen in het jaar waarin de spoorwegen 125 jaar bestonden. Er hoort ook een grammofoonplaatje met stoomlocgeluiden bij: 33-toeren ep, nummmer 111 153 E. |
Onze Nederlandse stoomlocomotieven in woord en beeld (6e druk). Door H. Waldorp. Uitg. de Alk, Alkmaar 1982. ISBN 9060139097. Overzicht van alle stoomlocomotieven die bij de Nederlandse spoorwegen in gebruik zijn geweest. De eerste druk van dit boek (in mijn bezit) verscheen in 1932. Bij de verschillende drukken heeft de auteur er steeds naar gestreefd om andere foto's te gebruiken. De laatste (7e) druk verscheen in 1986. In april 2005 verscheen een geheel herziene en uitgebreide nieuwe versie; zie hieronder. |
De Nederlandse stoomlocomotieven (8e druk). Door R.C. Statius Muller, A.J. Veenendaal jr. en H. Waldorp†. Uitg. de Alk, Alkmaar 2005. ISBN 9060132629. Overzicht van alle stoomlocomotieven die bij de Nederlandse spoorwegen in gebruik zijn geweest, met zeer veel foto's. Opvolger van de sinds 1932 verschenen boeken van H. Waldorp. |
De Nederlandse stoomlocomotieven (9e druk). Door R.C. Statius Muller en A.J. Veenendaal. De Alk, Alkmaar 2024. ISBN 9789059612747. Negende druk. Uitgebreide en verbeterde versie van het boek uit 2005. Mijn exemplaar is gesigneerd door de auteurs. |
NS loc 3737. De laatste Jumbo. Door Jan de Bruin en Guus Ferrée. Uitg. De Alk, Alkmaar 1996. ISBN 9060130693. Dit boek geeft een beknopte geschiedenis van de serie waartoe loc 3737 behoorde. Van deze eens 120 exemplaren omvattende serie is slechts één loc bewaard gebleven. Deze heeft jarenlang in het Spoorwegmuseum gestaan, maar is later weer rijvaardig gemaakt. De diverse restauratieperikelen komen eveneens uitgebreid aan de orde. Uitgeverij De Alk heeft de gewoonte om de mooiste foto's te verpesten door ze over de vouw van het boek te plaatsen, en houdt haar naam op dit gebied ook in dit boek hoog. Verder wordt loc 3737 door de auteurs voortdurend de "Oude Dame" genoemd, wat na 86 keer toch een beetje gaat vervelen. |
Stoomlocomotieven serie NS 6300. Martin van Oostrom. Stichting Rail Publicaties, 1985. ISBN 9071513017. Van deze serie, die de bijnaam "Beulen" droeg vanwege de moeite die het kostte de hongerige machines te stoken, is loc 6317 bewaard gebleven in het Spoorwegmuseum. Stoomlocomotieven serie NCS 71-78 (NS 3600). Martin van Oostrom. Stichting Rail Publicaties, 1988. ISBN 9071513033. Stoomlocomotieven serie SS 685-799 (NS 3700). Paul Henken. Uquilair, 2001. ISBN 9071513386. Van deze serie is loc 3737 bewaard gebleven. Stoomlocomotieven NS-serie 6100. Paul Henken. Uquilair, 2002. ISBN 9071513432. Dit is de tenderuitvoering van de loc serie 3700. Stoomlocomotieven serie HSM 501-535 (NS-serie 2100). Paul Henken. Uquilair, 2003. ISBN 9071513459. Van deze serie is loc 2104 bewaard gebleven in het Spoorwegmuseum. Stoomlocomotieven SS 801-935 (NS-serie 1700). Stoomlocomotieven serie SS 601-612 en 651-680 (NS 6500 en 8100). De Bt-rangeerlocomotieven van de Staatsspoorwegen. Paul Henken. Uquilair, 2011. ISBN 9071513726. Stoomlocomotieven NS-serie 3900. De laatste Nederlandse sneltreinlocomotieven. Paul Henken. Uquilair, 2012. ISBN 9789071513756. Stoomlocomotieven serie SS 1201-1240 (NS-serie 6000). De 2'C2'-tenderlocomotieven van de Staatsspoorwegen. Paul Henken. Uquilair, 2015. ISBN 9789071513886. In deze boeken wordt zeer uitvoerig ingegaan op de voorgeschiedenis, het ontwerp, de bouw, de latere
constructiewijzigingen en de dienstuitvoering. Zo uitvoerig dat het soms een beetje saai wordt, vooral als je de tijd
waarin deze locomotieven dienstdeden niet zelf hebt meegemaakt. |
|
De stoomlocomotief. Deel I: tekst, deel II: figuren. Door ir. P. Labrijn. Oosthoek's uitg.mij. Utrecht, 1948. Deze handleiding werd gebruikt bij de opleiding van locomotiefpersoneel. Uitgebreid worden de constructie en de werking van de stoomlocomotief beschreven. In deze naoorlogse versie van dit standaardwerk wordt ook aandacht besteed aan de bijzonderheden van de in ons land dienstdoende Engelse, Zweedse en Zwitserse locomotieven. En negen jaar later waren alle stoomlocomotieven uit dienst...
|
Op de stoomlocomotief. Verhalen van een machinist en het taalgebruik van toen. G.J. Paulus en K. Worp. De Alk, 1985. ISBN 9060139372. Het boek bestaat uit twee delen. In het eerste deel schrijft G.J. Paulus over zijn loopbaan bij de NS. Hij begon in 1944 als stoker en verliet in 1956 de dienst als all-round machinist. In het tweede deel geeft Kees Worp een overzicht van de vaktaal die machinist en stoker spraken bij het werken op de stoomlocomotief. Achterin het boek staat een uitgebreide alfabetische woordenlijst met spoortermen, namen en bijnamen van locomotieven. |
Locomotiefloodsen en tractieterreinen in Nederland 1839-1958. Door H. Waldorp en J.G.C. van de Meene. Uitg. Schuyt & Co, Haarlem 1992. ISBN 9060973232. Nummer 20 in de boekenreeks van de NVBS. In dit boek worden de bijna driehonderd locomotiefloodsen van de spoorwegen beschreven die Nederland heeft gekend. Met veel foto's en emplacementstekeningen. Van dit alles is soms nog wel iets terug te vinden in het huidige spoorweglandschap.
|
Lodewijk Derens, Nederlands eerste spoorwegfotograaf. Samengesteld door Guus Veenendaal en Remmo Statius Muller. De Alk, 2017. ISBN 9789059611764. In het boek staan zo'n 250 van de ongeveer 900 foto's die Derens heeft gemaakt. Bij elke foto is uitgebreid beschreven wat er op te zien is. Het boek werd in mei 2017 gepresenteerd bij de NVBS in Amersfoort. |
Zie ook: |
Thema's over bepaalde locs: |