Seinklokken en overweg bij de SSN

door Jo Roesen


De seinklokken van de SSN

Foto links: SSN-depot Rotterdam, 21 december 2005. Deze seinklok is in Duitsland gevonden, waar ze in twee stukken was gezaagd. In Rotterdam zijn de twee delen weer aan elkaar gelast. De bovenkant ligt er naast op de grond. Het slagwerk is weer hersteld, maar het aandrijfmechanisme ontbreekt nog. Jo Roesen heeft het idee ontwikkeld om op terrein van de SSN een Duitse overweginstallatie aan te leggen volgens het eenheidsmodel uit 1933. Foto Nico Spilt.

Foto boven: het bovenstuk van het apparaat is met twee man wel te tillen, maar als zij op ladders staan hebben ze niet de kracht om het gevaarte op zijn plek te krijgen. Uiteindelijk moest er een heftruck aan te pas komen. Foto collectie Jo Roesen, januari 2006.


De SSN beschikt over een mooie verzameling van vier seinklokken op haar depot in Rotterdam. Hun eerste aanwinst is te zien op de foto's hierboven en hiernaast. Deze seinklok (ofwel ‘seinklok in ijzeren ketel’ genoemd, zijnde het eerste model van Siemens & Halske van rond 1880) lag in de kelder van een watermolen in Thüringen, waar zij in twee stukken was gezaagd om de aandrijving eruit te slopen. In Rotterdam zijn de twee delen vakkundig weer aan elkaar gelast.

Het slagwerk met dubbele bel en hamers is weer hersteld, maar de ontbrekende mechanische aandrijving was niet meer te vinden. Alle nog resterende exemplaren stonden bij verzamelaars of achter glas in een museum. Uiteindelijk heeft een instrumentmaker bij de SSN met veel liefde een getrouwe en volledige kopie van het aandrijfmechanisme gemaakt, gefreesd uit massief gietijzer en messing. Als basis werd een tekening op schaal 1:1 gebruikt, beschikbaar gesteld door een vriendelijke Duitse verzamelaar. Het namaken van de aandrijving duurde meer dan drie jaar, maar het is een echt stukje vakmanschap geworden. Een authenthiek origineel is niet meer te vinden. Dit zal wel de eerste S&H-aandrijving zijn die in de laatste 100 jaar gebouwd is.


Hoe de oude seinklok gevonden werd, voor de kelder van de watermolen. De toestand leek zo hopeloos, dat de stukken bij aankomst in Rotterdam snel de naam ‘de twee vuilnisbakken’ kregen. Maar dat is gelukkig nu verleden tijd. De twee klokken links deden vroeger dienst als bloembakken op het perron van een station in de oude DDR. Foto's Jo Roesen.


De volledig nieuw gemaakte seinklokaandrijving. Alle delen zijn uit gietijzer of messing gefreesd, behalve het relais, dat uit een oude blokwekker komt. Ook het ontbrekende gewicht van zo’n 38 kilo is nieuw gemaakt. Rechts een detail van het relais waardoor het mechansime ontgrendeld wordt. Het vergrendelt zich weer opnieuw als deel van het proces waarmee de zes slagen afgegeven worden. Foto's Peter Breedijk.


Initiatiefnemer Jo Roesen met drie seinklokken van het tweede model van rond 1900, ook ‘seinklok op zuil’ genoemd.
Foto Peter Breedijk.

Ook dit model was in Nederland niet meer te vinden – de laatste klokken gingen in Limburg eind jaren 50 buiten dienst - en alle drie zijn in het buitenland gevonden. De linkse stond ooit voor de Gotthard-tunnel in Zwitzerland en is herkenbaar aan de gestreepte zwart-witte pijp, die de stand van het gewicht in de zuil aangeeft. De twee rechtse komen uit de regio Lyon in Frankrijk en dragen de stempel van de PLM (Chemins de fer de Paris à Lyon et à la Méditerranée). Hier werd de stand van het gewicht aangegeven door een klein wijzertje op de deur, maar voor de rest is het mechaniek vrijwel identiek.

Met veel moeite zijn de isolatoren op hun ‘gewei’ bovenop weer gevonden, en deze zullen de draden aansluiten die de opdrachten van het seinhuis of stationschef brengen. De nodige slingerinductor (voor de klok links) en een Chaudeur-pulsgever voor de twee rechtse zijn al gevonden, en zullen het te zijner tijd mogelijk maken om de klokken vanuit het museum in werking te brengen. Drie seinklokken naast elkaar was geen ongebruikelijk gezicht. Bijvoorbeeld in Kesteren, waar er ten behoeve van de splitsing drie naast het seinhuis stonden. Dit zelfde seinhuis staat nu in Hoorn bij de SHM.
De linker seinklok kun je horen luiden in dit filmpje.




De overweg bij de SSN

Op het depot in Rotterdam Kralingen heeft de SSN ter verfraaing van de site een oude handbediende overweg geplaatst. Hiervan hebben in Duitsland ooit duizenden gestaan. Met een beetje geluk kun je ze nog zien, maar zij worden nu steeds zeldzamer. Het is een zogeheten eenheidsmodel, ontworpen in 1933 in opdracht van de Reichsbahn door de firma Weinitschke in Berlijn, ter vervanging van een hele reeks oudere modellen uit de tijd van de Länderbahnen. Veel van deze overwegen werden bediend door wachters die er naast woonden, en zij werden voor de komst van een trein gewaarschuwd door het luiden van een seinklok, die naast het huisje stond. De seinklok werd door een elektrisch signal geactiveerd, dat via de telegraafdraden aankwam. Het werd met een slinger (inductor) gegeven door een seinhuiswachter, of door een stationschef van een station verderop langs de lijn. Dit signaal liet alle klokken luiden langs de lijn tot aan het volgende station of blokpost.

De overweg van de SSN stond vroeger in het station Norden, vlakbij Emden in Duitsland. Omdat die niet helemaal compleet was, werd gezocht naar de ontbrekende onderdelen. Die waren helaas niet zo maar te koop, en uiteindelijk is een tweede overweg gevonden langs een gesloten lijn bij Kassel. Uit deze twee overwegen is één hele weer opgebouwd. De ontbrekende bellen zijn op een beurs gevonden; de rode vlag die op de slingerkast omhoog schiet als de slagbomen beginnen te dalen (dat verklikkersysteem mocht bij de modernere Bundesbahn niet meer) is van een Duitse liefhebber, die een overweg in zijn tuin heeft staan.

De slinger moet 17 keer gedraaid worden voordat de slagbomen beginnen te zakken. Dit is de "Vorlaeuteweg", een periode van belgerinkel om nog passerend verkeer de tijd te geven om van onder de slagbomen weg te geraken. Hier is in de jaren 30 veel onderzoek aan besteed, voordat het eenheidsmodel klaar voor de productie was. De basis was... het paard met wagen. Als de neus van het paard onder de eerste slagboom ging wanneer de overwegwachter begon te slingeren, dan mochten de slagbomen pas omlaag gaan als de achterkant van de wagen de tweede slagboom had gepasseerd. Ook werd getest hoe snel een overwegwachter in de normale dienst slingerde, en deze tijd werd iets verlengd voor het geval dat er een wachter te laat naar buiten rende en de slinger als een gek ging bedienen. Ook dan moest er genoeg tijd zijn om te voorkomen dat het paard van zijn wagen zou worden gescheiden.


Inspectie van de tweede overweg bij Kassel. Die stond langs een gesloten lijn midden in een bos. Foto Jo Roesen.


De weer opgebouwde eenheidsoverweg bij de SSN, met links in beeld een van de drie seinklokken. Foto Jo Roesen.
De werking van deze overweg is te zien op dit filmpje.


Aschendorf, 21 augustus 1974. Een landelijke overweg in de Emslandstrecke. Loc 216 059 is aan het eind van de middag met een D-trein op weg van Rheine naar Norddeich. Na het passeren van de trein is de weg vrij voor de landbouwer met zijn paard en wagen. De sluitsnelheid van deze mechanisch bediende overwegen was afgestemd op het passeren van een paard en wagen: als de overwegwachter begon te draaien wanneer de neus van het paard bij de eerste slagboom was, dan mochten de slagbomen pas naar beneden gaan wanneer de wagen de tweede slagboom was gepasseerd. Foto's Nico Spilt.


Zie ook:




vorige       start       omhoog