Treinen op luchtbanden

Treinen op luchtbanden, zoals de roemruchte Micheline. Ook variaties op dit thema, zoals de Schi-Stra-Bus en bandentrams.

Ook passeert op deze pagina het omgekeerde verschijnsel: auto's op spoorwielen.




De Micheline-spoorauto

(Bewerking van enkele brieven uit Rail-Revue, nummer 40, 1995)

De geschiedenis van de Micheline begon in 1929. Op het fabrieksterrein in Clermond-Ferrand liet men een Renault 40 pk, uitgerust met gewone rubberbanden, op spoorstaven rijden. Tijdens een volgend experiment toonde het type 2 met succes zijn rijvaardigheid op het baanvak Laqueille - Le Mont Doré, een lijn met hellingen van 40 promille en met bogen van 250 m.

In september 1931 kon het type 5 uiteindelijk aan het publiek worden voorgesteld, waarbij het de afstand Paris - Deauville aflegde in 2 uur en 3 minuten tegen een gemiddelde snelheid van 107 km/h. Intussen had Michelin een speciale rubberband ontworpen, voorzien van een veiligheidsmanometer die elektrisch met de stuurpost was verbonden teneinde de bestuurder tijdens het rijden attent te maken op een eventueel lek (zie tekening hiernaast).

Het type 2 werd geen commercieel succes: slechts 11 exemplaren werden door Franse maatschappijen besteld. Mettertijd ontstonden nog andere types, die steeds minder op baanvoertuigen maar steeds meer op spoorauto's begonnen te lijken: het woord Micheline werd in het Frans en tot op onze dagen het synoniem voor “autorail”, zelfs voor spoorauto's zonder rubberbanden.

De laatst geboren Micheline, het type 30, verscheen in 1936 en bestond uit twee kasten. Type 30 werd aangedreven door twee Hispano-motoren met een gezamenlijk vermogen van 250 pk; het bood plaats aan 106 zittende reizigers. Er werden slechts twee stuks gebouwd.

De Micheline was eigenlijk ontworpen om meer comfort te bieden op de, in die tijd, in zeer slechte staat verkerende zijlijnen. De trekkracht-weerstand van rubber op staal is evenwel veel groter dan die van staal op staal, zodat men deze voertuigen moest uitrusten met beduidend sterkere motoren, wat onvermijdelijk leidde tot een zeer hoog brandstofverbruik. Om die reden mocht gedurende de Tweede Wereldoorlog niet met deze voeruigen worden gereden.

Na de wapenstilstand werden de Micheline-experimenten nog slechts kortstondig voortgezet. Toch betekende dit niet Michelin's laatste poging: in 1948 werd tussen Paris en Strasbourg een nieuwe luxetrein ingelegd, bestaande uit een stoom­locomotief en drie weelderige rijtuigen die met rubberbanden waren uitgerust. Om veiligheidsredenen en omdat iedere band geen groter gewicht dan één ton kon torsen, werden de draaistellen uitgerust met niet minder dan vijf assen.

Ontsporingen hoefde men niet te vrezen. Bovendien kon de treinwachter, door middel van het hiervoor beschreven elektrisch systeem, een waakzaam oog in het zeil houden op eventuele lekken en, in voorkomend geval de machinist bevelen de snelheid te verminderen of de trein te stoppen, teneinde een wiel te vervangen. De rubberbanden hadden een gemiddelde levensduur van 60.000 km en een wiel vervangen duurde hooguit tien minuten. Hoe vaak men een lekke band moest wisselen wordt niet vermeld. Science et Vie zegt daaromtrent: “leurs crevaisons sont rares” (lekke banden komen zelden voor). Wat zoveel wil zeggen als “er waren wel enkele lekke banden".

In de zomer van 1932 werd een motorwagen type 11 ingezet in de normale reizigersdienst tussen Charleville-Mézières, Givet en Dinant. De heer H.G. Hesselink fotografeerde het voertuig in Dinant. De door de motorwagen tussen Charleville en Dinant afgelegde afstand bedroeg 86 km. Het traject tussen Charleville-Mézières en Givet behoorde tot de Franse Compagnie de l'Est en het baanvak tussen Givet en Dinant behoorde tot het net van de maatschappij Nord-Belge. De commerciële snelheid bedroeg 67 km/h in Frankrijk en 55 km/h in België.

Teksten: R. Van Asten en Jef Van Olmen. Bronnen: “Mondo Ferroviario” nrs. 54 en 56; “Science et Vie” (Chemins de fer, 1952); “Ferro Flash Namur” van de vereniging Rail Miniature Mosan (nr. 58, 1993/1); tijdschrift van de Association Technique des Electriciens, vierde kwartaal 1932.



Mulhouse, Cité du Train, 10 juli 2007. Treinen op luchtbanden zijn een Franse specialiteit. Dat is niet in de laatste plaats te danken aan de firma Michelin, die graag zijn banden wilde slijten aan de spoorwegen. (Excusez deze voor de hand liggende woordspeling.)

Beroemd zijn de door stoomlocs getrokken rijtuigen die tussen Parijs en Strasbourg reden, maar er zijn ook diverse railbussen en motor­rijtuigen gebouwd die op luchtbanden reden, waaronder de beroemde Micheline. De smalle rubber­banden konden veel minder gewicht verdragen dan normale spoorwielen, vandaar dat de treinen licht moesten worden uitgevoerd en dat er extra veel wielen nodig waren. Vijfassige draaistellen waren geen uitzondering. Het motorrijtuig op deze foto heeft drieassige draaistellen. We zien zelfs een reservewiel onder de neus van de trein, maar het is de vraag of de machinist zelf een lekke band kon verwisselen. Voordelen van luchtbanden zijn de rustige loop en de beperking van de geluidoverlast. Bij de Parijse metro rijden nog steeds treinen op luchtbanden.


Boven: een Micheline uit 1936. Een dergelijk voertuig heeft voor de oorlog ook enkele proefritten gereden in Nederland. Daaronder een experimentele railbus van de L.M.S. (1932). Deze kon binnen enkele minuten van weg- naar railverkeer worden omgezet. In Stratford-upon-Avon nam de bus passagiers op bij een hotel, reed naar het station en vandaar over de spoorweg naar Blisworth, Northamptonshire. In Nederland heeft de RTM met een dergelijke bus gereden. Vergelijk ook de Duitse Schi-Stra-Bus. Foto's uit 'Railways, Ships and Aeroplanes', Odhams Press, 1946.


In Clermond-Ferrand, de thuisbasis van Michelin, bevindt zich het museum L'Aventure Michelin. Hier staat onder andere een Micheline type 51 "Coloniale" uit 1933. Deze railbus heeft dienst­gedaan op Madagascar. Op dat eiland rijdt nog steeds een Micheline van dit type, tot genoegen van de reizigers. Foto's Hendrik-Jan Bakker, 18 mei 2019. www.laventure.michelin.com



DE1 op banden (Tirestrains)

Bekijk het filmpje. Dit is in 2008 gemaakt in Medemblik, in opdracht van ProRail.



Schi-Stra-Bus

Bochum-Dahlhausen, 30 april 2004 en 19 april 2008. De "Schi-Stra-Bus" is een experiment uit de jaren vijftig. Het idee was goed: waar de rails ophield, kon de bus over de weg verder. Als de bus over de rails moest rijden, werd de vooras op een draaistel gemonteerd terwijl de achterwielen op de rails rustten om de bus aan te drijven. Het ombouwen van de bus was echter een tijdrovend en zwaar karwei, terwijl de achterbanden snel sleten en bij nat weer te weinig grip hadden op de rails. Ook het rijcomfort liet te wensen over. Er zijn tussen 1952 en 1955 vijftien van deze bussen gebouwd. De laatste ging in 1967 uit dienst. Deze bus is de DB 29-3. Het kenteken is BO DB 293H (BO = Bochum, DB = Deutsche Bundesbahn).


Johan van Minnen in een in 1986 door de VPRO uitgegeven boekje over de Kanonenbahn.


Auto op spoorwielen

Odense, 7 september 2010. Het omgekeerde van een trein op luchtbanden: een auto op spoorwielen! Inspectievoertuig van de Deense spoorwegen, een Ford V8 uit 1937. Meer inspectievoertuigen.


Eend op rails

De spoorlijn Bort les Orgues - Miecaze - Aurillac, waar in 1994 de laatste trein over reed. Rob van Daalen kocht hierna een verlaten overwegwachtershuisje. De makkelijkste manier om daar te komen is de spoorlijn, maar daar heb je dan wel een geschikt voertuig voor nodig. Dat werd een gemodificeerde Eend (een 2CV Charleston), hier op een foto uit 2003. Op de onderste foto een Micheline op bijna dezelfde plek in 1933. Foto's Rob van Daalen.


The Trainavan

Jeremy Clarkson in actie op het spoor. Er zijn verschillende filmpjes te vinden op internet. Google op trainavan.


Bandentram (Translohr)

Padua, zomer 2006. Boven de straat hangt bovenleiding, in de straat ligt één rail. Ook wissels ontbreken niet. Er rijdt hier een tram op luchtbanden, die door een geleiderail op het juiste spoor blijft. Dit is het Translohr-systeem, dat onder andere ook in Clermont-Ferrand en rond Parijs wordt gebruikt. Foto's Jaap de Boer.

Er bestaat een vergelijkbaar systeem (TVR) van Bombardier. Meer lezen: Wat krijg je als je een bus en een tram kruist? door Paul van Baarle in NVBS Actueel, november 2017. Zie ook Op de Rails, 2012-1.


Zie ook:




vorige       start       omhoog