Oorlog en vredeOld soldiers never die. They just smell that way. Legermaterieel op rails en andere militaire parafernalia. Ook materiaal van het Britse War Department, van het US Army Transportation Corps en van de Duitse Wehrmacht. |
Den Haag SS, september 1940. Demobilisatie van het Nederlandse leger. Langs het 1e perron staan treinstellen mat.'36, waaronder tweewagenstel 243. Foto: Centrale Commissie voor de Filmkeuring, verzameling Wout Verspuy. |
Utrecht, mogelijk tijdens de demobilisatie in 1940. Nederlandse soldaten lopen van het station richting het Vredenburg. Na het bombardement van Rotterdam dreigden de Duitsers Utrecht te bombarderen. Omdat Nederland capituleerde is dat niet gebeurd. Na de oorlog is de binnenstad van Utrecht alsnog grotendeels vernield, maar het gebouw rechts staat er nog steeds. Zie ook deze foto. |
Arnhem, eind 1945/begin 1946. Motorrijtuig BC 2908. Derde van links in de achterste rij staat de grootvader van Niels Leijgraaf. Die woonde op het tractieterrein. Zijn woning, linksboven, was getroffen door meerdere bommen. Foto collectie Niels Leijgraaf. Jan Ruuls meldt dat dit de eerste gerestaureerde dieselmotorwagen is van het depot Arnhem na de oorlog. Op de foto staat de complete restauratieploeg voor de motorloods. De foto is gemaakt door fotostudio Renes in Arnhem. De man in de trein is wagenbestuurder De Graaf. Zittend 6e van rechts is werkmeester C. Ruuls (de vader van Jan Ruuls). Staand 4e van rechts is Tike Loos, tegenwoordig zwager van Jan Ruuls. Andere mannen op de foto zijn De Heer, Arends, Vogelpoel, Peiker, Bruine, Lok en Dielen. |
Den Haag SS, 23 april 1969. De foto is gemaakt door Frans Drijver, die schreef: "Het wrange van de geschiedenis 1940-45 is dat dit station ook gebruikt werd om, in opdracht van de SS, de Haagse joden af te voeren naar Westerbork en verder. Alsof de SS een eigen station had. Overigens is mijn moeder eens tussen zo'n transport op dat station terechtgekomen. Het ging tussen de gewone reizigers door, in aparte rijtuigen, die apart stonden opgesteld." (Frans Drijver, die ik uit mijn studietijd kende, is in januari 2007 overleden.) |
Stoomloc 1645 in Boxtel, met een trein richting Gennep. De foto zal tijdens de oorlog zijn gemaakt (zie de verduisterde frontseinen). Loc 1645 is in 1947 uit dienst gegaan. De spoorlijn van Boxtel via Gennep naar Wesel - het Duits Lijntje of Boxteler Bahn - is na de oorlog in fasen buiten gebruik gegaan en uiteindelijk afgebroken. Fotograaf onbekend, collectie Nico Spilt. |
Loc 8403 met stoker Dirk Geurts uit Nijmegen. Foto uit de collectie van zijn kleinzoon Remco Geurts. |
Op 25 november 1944 werd bij Baarn een stilstaande trein beschoten door geallieerde vliegtuigen. De locomotief ontplofte en de restanten kwamen terecht bij de spoorwoningen nabij de Torenlaan. De loc was een in Utrecht gestationeerde Belgische stoomloc (BSM 8478) van Duitse makelij (een G8'). De machinist en stoker kwamen om het leven. De trein was gevuld met door de Duitsers gevorderde paarden. In Baarn heeft men nog een hele tijd paardenvlees gegeten. Zie "Het Spoorwegbedrijf in oorlogstijd, 1939-'45" van C. Huurman, blz. 359. De woning op de voorgrond is van de NCS, woning 36 in de achtergrond van de HSM. Beide woningen zijn in 2008 gesloopt. Foto's Jacques Stevens, Streekarchief Gooi en Vechtstreek, en Henk Koster. |
Gasturbineloc van het US Army Transportation Corps. Model van Lionel, schaal 0. |
U.S. Army Transportation Corps |
Hilversum, kort na de oorlog. Voor een goederenwagen van het Amerikaanse leger poseren collega's van mijn grootvader, die op de rechterfoto te zien is naast een stoomloc uit de serie 4300/4400, overgenomen van het Britse War Department. |
Whitcomb BB-locomotief van het Amerikaanse leger. Na de oorlog hebben locs van dit type ook dienstgedaan bij NS, als serie 2001-2018. Aanvankelijk waren de locs genummerd in de serie 600 (ze hadden twee motoren van 300 pk, vandaar het serienummer 600). Er zijn meer dan honderd van dit soort locs gebouwd door de Whitcomb Locomotive Company in Rochelle, Illinois. Deze dieselelektrische locs werden ingezet in het Midden-Oosten en Zuid-Europa. De NS kocht er na de oorlog 20, waarvan er uiteindelijk 18 in dienst kwamen. Er waren veel problemen met de motoren, als gevolg van de belasting en het slechte onderhoud tijdens de oorlog. Een deel van de locs kreeg daarom nieuwe motoren. De locs deden voornamelijk dienst vanuit de depots Eindhoven en Zwolle, onder andere voor olietreinen uit Schoonebeek die in treinschakeling door twee locs werden gereden. Daarnaast werden ze ingezet in de rangeerdienst op verschillende stations. Soms trokken ze ook wel een reizigerstrein. In 1958 werden de laatste locs op nonactief gezet en gesloopt. Tekening uit het boek "Railways and War since 1917", Dennis Bishop en W.J.K. Davies, Blandford Press, London 1974. |
Spoorwegmuseum Utrecht, 24 januari 2014. Links loc 508, die in 2013 zwart is geschilderd en het oorspronkelijke nummer WD 70269 heeft gekregen. De NS heeft tien van deze locomotieven van het WD overgenomen. Lees meer. |
Spoorwegmuseum Utrecht. Loc 73755 van het War Department, op een door het museum uitgegeven ansichtkaart. Bij NS deed deze loc dienst onder het nummer 5085. Ze is teruggebracht in de oorspronkelijke staat (met korte schoorsteen) en draagt platen met de naam "Longmoor". |
Spoorwegmuseum, 9 juni 1973. Loc WD 73755 "Longmoor". De locs van het War Department (WD) zijn tijdens de Tweede Wereldoorlog gebouwd ten behoeve van het Engelse leger. Na de oorlog hebben diverse locs bij de NS dienst gedaan. Vlakbij hing op het perron een fotoreportage over de komst van deze loc naar Nederland. Deze reportage is inmiddels niet meer in het museum te vinden. |
Spoorwegmuseum Utrecht, 22 oktober 2008. De duizendste stoomloc die naar het vasteland van Europa werd verscheept, werd vernoemd naar de Longmoor Military Railway. Hier werden vanaf 1903 militairen getraind in het aanleggen van spoorlijnen en het bedienen van treinen. |
Utrecht, 30 augustus 2005. Op de voetplaat van loc WD 73755 "Longmoor" (NS 5085). |
Gefilmd in het Spoorwegmuseum op 28-1-2011. Met foto's gemaakt op 9-6-1973 en 30-8-2005, en een ansichtkaart uitgegeven door het Spoorwegmuseum. Zie ook Nico de machinist! |
Stoomloc 90771 van British Rail, de voormalige 73795 van het War Department. De loc is gebouwd in augustus 1945 en werd in december 1948 overgenomen door BR, samen met 24 andere locomotieven van dit type. Ze vormden de serie 90750-74. De locs deden dienst voor zware goederentreinen in de Central Belt van Schotland, voornamelijk vanuit de depots Motherwell en Grangemouth. Tussen 1961 en december 1962 werden ze afgevoerd en gesloopt. De loc is een zusje van de "Longmoor" in het Spoorwegmuseum. ADC Slides, 224. Collectie Nico Spilt. |
Een bewaard gebleven stoomloc van NSVan de NS-serie 4301-4537, overgenomen van het Britse War Department, is één loc via een omweg bewaard gebleven: loc 4464. |
Koog-Zaandijk, zomer 1947. Loc NS 4464, overgenomen van het War Department (WD 79257). Een bijzonderheid is dat deze locomotief nog steeds bestaat: ze rijdt nu bij de Keighley and Worth Valley Railway in Engeland. Copyright NVBS-Railverzamelingen, nummer HLNK-0445. |
Loc 1931 van de SJ (Zweedse spoorwegen), ex-NS 4464, ex-WD 79257. Foto internet. |
Levensloop NS 4464Loc WD 79257 werd begin 1945 gebouwd door The Vulcan Foundry in Newton-le-Willows. Na afloop van de oorlog kwam ze terecht bij de NS, waar ze het nummer 4464 kreeg. Zoals alle WD-locomotieven kreeg ze bij de NS een verhoogde schoorsteen, zodat het locpersoneel minder last had van de rook. In 1953 werd de loc verkocht aan de Zweedse spoorwegen (SJ). Daar werd de loc aangepast; zo kreeg ze een gesloten machinistenhuis en een kortere tender. Ze werd ondergebracht in de klasse G11 en kreeg het nummer 1931. De SJ 1931 heeft maar kort dienstgedaan: in 1956 werd ze ondergebracht in de Zweedse mottenballenvloot. In 1972 werd ze door Engelse liefhebbers gekocht. Ze bevindt zich nu bij de Keighley and Worth Valley Railway, waar ze het nummer BR 90733 heeft gekregen. Daar is ze voor een groot deel weer in de oorspronkelijke staat teruggebracht. De loc is rijvaardig. Ook NS-loc 4383 (WD 78529) is aan de SJ verkocht (nummer 1930), maar deze loc is in 1973 gesloopt. Zie ook het artikel 'Aanvullingen op het boek De Nederlandse Stoomlocomotieven' door P. Henken, Op de Rails 2006-4, p.172. MottenballenvlootIn Zweden zijn veel stoomlocomotieven bewaard gebleven als strategische reserve. Ze werden goed geconserveerd opgeborgen op diverse locaties in het land, die werden beheerd door het Zweedse leger. Mochten de Russen komen en de bovenleiding vernielen, dan kon men terugvallen op stoomtractie. Na het einde van de Koude Oorlog besloot men om deze mottenballenvloot op te doeken. Veel locs zijn toen gesloopt, maar een deel is verkocht aan liefhebbers, zoals de vier stoomlocomotieven van de ZLSM. Ook andere landen hebben stoomlocomotieven als strategische reserve achter de hand gehouden. Twee van die locomotieven bevinden zich nu in Nederland: loc 52 3879 van de VSM (afkomstig uit Oostenrijk) en loc TЭ 5933 van de STAR (afkomstig uit Rusland). |
Rotterdam (SSN), 27 mei 2007. Na de oorlog heeft NS onder andere deze "saddle tank" van het Engelse leger overgenomen. Deze droegen nummers in de serie 8800. |
Utrecht, Spoorwegmuseum, 25 mei 1996. Loc 4389 van de SGB. De loc, overgenomen van het Amerikaanse leger, heeft na de oorlog onder nummer 26 dienstgedaan bij de Oranje Nassau-mijnen. |
Loenen, 2 september 2007. Model schaal 1:11 van een 1D-loc van het Amerikaanse leger, gebouwd door Johan Nieuwenhuis. Deze locs zijn vanaf 1943 in groten getale gebouwd. Via Engeland kwamen ze terecht in Frankrijk en België, en later ook in het bevrijde zuiden van Nederland. Daar deden ze dienst vanuit de depots Heerlen en Maastricht. Ze hebben geen NS-nummers gekend. In augustus 1945 vertrok het Amerikaanse leger uit Zuid-Limburg en verdwenen ook deze locomotieven uit ons land. In hun plaats kwamen 1D-locs van het Engelse War Department (serie 4300). |
1D-goederentreinloc (type Consolidation) van het US Army Transportation Corps. |
"Das ist ein Rudel der vielbesprochenen deutschen Kriegslokomotiven. Vielbesprochen mit Recht: die Konstrukteure haben nicht nur das Wunder vollbracht, Zugmaschinen zu bauen, die bei einer Materialersparnis von 26.000 Kilogramme und einer Bauzeitersparnis von 6.000 Arbeidsstunden pro Stück die Leistung des entsprechenden Typs halten. Sie haben es überdies erreicht, mitten im Krieg mit alten Vorurteilen zu brechen und dem Lokomotivenbau neue Wege zu öffnen." Aldus een enthousiaste redacteur van een Duits propagandablad uit 1943, waarin we deze foto van een roedel Kriegslokomotiven vonden. |
Spoorwegmuseum, 26 mei 2013. Tijdens Sporen naar het front was "Dora" te gast. Alleen al dit model, gebouwd door Peter Shaw, is 9 meter lang. Het originele kanon was 50 meter lang, 12 meter hoog en had een schootsbereik van bijna 50 km. Het Duitse leger liet er twee vervaardigen door de Krupp-fabriek in Essen: Schwerer Gustav en Dora. De eerste werd vernoemd naar de directeur van de fabriek, Gustav Krupp, de tweede naar zijn vrouw. Dora kwam slechts één keer in actie, in 1942 bij Sebastopol. Hiervoor moesten eerst twee sporen worden aangelegd. Deze liepen in een bocht omdat de loop van het kanon niet naar links of rechts kon draaien. Het geschut werd langzaam over de rails gereden om de juiste schietrichting te bepalen. Na slechts 48 schoten te hebben gelost was de loop versleten. Het kanon is daarna nooit meer gebruikt. Schwerer Gustav is zelfs nooit ingezet. Beide kanonnen zijn aan het eind van de oorlog vernietigd. Het model van Dora is tegenwoordig te zien in het Oorlogsmuseum Overloon. |
Spoorwegmuseum, 26 mei 2013. |
Adolf Hitler (tweede van rechts) bekijkt spoorweggeschut Schwerer Gustav. |
"Anzio Annie". Duits spoorweggeschut dat gebruikt is bij de slag bij Anzio (Italië) in 1944. Het kanon, dat een kaliber had van 280 mm, stond verborgen opgesteld in een spoorwegtunnel en werd voor elk schot even naar buiten gereden. De schootsafstand was 62 km (voor raketten 155 km), het gewicht 241 ton. Een ander kanon was de "Anzio Express". Samen schoten de twee kanonnen in drie maanden zo'n 6000 granaten af op de Amerikaanse troepen. |
DB 288 002 (V188), een dieselelektrische dubbelloc die in de oorlog is gebruikt voor het transporteren van geschutstreinen. Na de oorlog is de loc op deze foto in Nederland aangetroffen, waar ze het nummer L5 kreeg. Of de loc ooit in Nederland dienst heeft gedaan is niet bekend. In 1949 keerde ze weer terug naar Duitsland. Er zijn vier van deze dubbellocs gebouwd, waarvan er uiteindelijk twee nog een tijd dienst hebben gedaan bij de DB. In 1957 kregen ze sterkere motoren. Het waren de enige grote dieselelektrische locs van de DB. Ze werden gebruikt voor langzame goederentreinen en voor opdrukdiensten. De laatste ging in 1971 uit dienst. Lees ook Een locomotief voor Dora. |
Aalen, 28 augustus 1972. Rangeerloc 236 261. Emden Hbf, 17 augustus 1974. Rangeerloc 236 252. Van deze oorspronkelijk voor de Wehrmacht gebouwde diesellocs (type V36) zijn er twee bewaard gebleven, waaronder één met een uitgebouwde cabine op het dak. |
Verkehrsmuseum Nürnberg, 16 augustus 2005. Damesfiets gebruikt door kolendieven en voedselhamsteraars. |
Deutsches Technikmuseum, 27 augustus 2009. Een codeermachine (Enigma) van de Duitse Wehrmacht. Met dit soort machines werden tijdens de oorlog versleutelde berichten verstuurd. Wat de Duitsers niet wisten, was dat de geallieerden al vrij snel in staat waren om de sleutel te breken. Dit was onder andere het werk van Alan Turing, een geniaal Brits wiskundige. Die kwam na de oorlog in grote problemen vanwege zijn homoseksualiteit. Hij werd gedwongen chemische castratie te ondergaan en pleegde enkele jaren later zelfmoord. In 2009 is hij door de Britse regering gerehabiliteerd. |
Altenbeken, 15 oktober 2005. "Zum Gedenken an die Opfer der Bombenangriffe auf den Viadukt im November 1944 + Februar 1945." Foto Bernard van Laar. |
Bochum-Dahlhausen, 19 april 2008. Einmannbunker of Splitterschutzzelle. Tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn in Duitsland duizenden van dit soort bunkertjes gebouwd. Meestal bestemd voor één persoon, soms voor twee of meer personen. Ze moesten bescherming bieden bij bomaanvallen. Ze waren dik genoeg om bomscherven tegen te houden, maar bij een voltreffer was je er geweest. Er zaten smalle kijkgaten in. De bunkertjes stonden op allerlei strategische plaatsen, zoals bij spoorweginstallaties. Na de oorlog moesten ze in opdracht van de geallieerden worden opgeruimd, maar het waren er zoveel dat diverse bewaard zijn gebleven. Meer betonnen schuilhutten. |
Den Dolder, 19 juni 2006. Gedenkplaat voor de gevallene uit de Tweede Wereldoorlog. Daarvoor een gedenksteen ter herinnering aan de spoorwegstaking van 18 september 1944 tot 5 mei 1945. |
Een Duitse sneltreinloc met Belgische eersteklasrijtuigen in station Haarlem (moet Den Haag anno 1944 voorstellen). |
Hilversum, 27 september 1964 en 8 mei 1966. Oud materieel dat nog goed genoeg was voor het vervoer van dienstplichtige militairen. Foto's Adriaan Pothuizen. |
Amersfoort, 6 augustus 1970. Loc 664 met twee Duitse Umbauwagen (88058 en 88052). Wat deden deze rijtuigen hier? Lees het antwoord op deze vraag! |
Spoorwegmuseum, augustus 1970. Gedenkplaat die herinnert aan het bezoek dat LNER-loc 6000 "Tommy" van 1947 tot 1952 aan Nederland bracht. De loc werd door het spoorwegpersoneel "Tommy" genoemd, naar de bijnaam van de Engelse soldaten tijdens de oorlog. De Engelse bijnaam voor Duitsers was Jerry. De door de Duitsers uitgevonden benzineblikken werden daarom "jerry can" genoemd. Ook de tekenfilmfiguren Tom & Jerry hebben hun naam hieraan te danken. |
Wijster, december 1975. Een gekaapte trein wordt door een militair in de gaten gehouden. Foto collectie Nico Spilt. |
Foto rechts: Bayreuth, mei 1972. Vertrek van een een militair transport naar Grafenwöhr. Deze transporten werden altijd gereden met een loc serie 211 en een stoomloc serie 44 of 50. Het waren zware transporten, vanwege de tanks die meegenomen moesten worden. De meereizende militairen moesten het doen met oude rijtuigen zonder enig comfort. Foto H.Kühn, collectie Rob van der Rest.
|
Nabij Veenendaal-De Klomp, 6 april 2007. Loc 6438 is met een militaire trein (90105) op weg naar Emmerich. |
Spoorwegmuseum Utrecht, 22 december 2007. Is het hier oorlog? Centurion-tank op een Slmmnps. |
België
|
Moskou, 6 januari 2011. Een gepansterde stoomloc in het Legermuseum. De loc zelf is gebouwd in 1896 en de tender met geschutkoepel in 1917. De bemanning bestond uit zes personen. Foto's Steven Bosdijk. |
Leiden, 15 november 2009. Etalage van een drankdealer in de binnenstad. Red Army-wodka (40%) in geschenkverpakking. |
Baarn, 30 april 2010. Treinstel 520 als Vrijheidstrein op spoor 1. |
Bunnik, 7 juni 2012. Blokpost Bunnik wordt gepasseerd door de veteranentrein. Dit is treinstel 9561 met een speciale bestickering, die verband houdt met de achtste Veteranendag. Deze Veteranendag werd op 30 juni georganiseerd in Den Haag, als eerbetoon aan alle Nederlandse veteranen – jong en oud, man en vrouw – die zich hebben ingezet in dienst van de vrede. Ik loop er niet graag mee te koop, maar ik ben ook veteraan: in 1970 heb ik één dag in militaire dienst gezeten. Jullie begrijpen de lichte ontroering toen ik deze trein voorbij zag schieten. |
Den Haag, 30 juni 2012. Veteranen presenteren zich op het Lange Voorhout. Foto Robin Kersbergen. www.veteranendag.nl |
Utrecht, 6 januari 2011. Loc 6419 met een mvv (militair vervoer). |
Utrecht, 6 januari 2011. Het Duitse antwoord op de roemruchte Jeep: de G-klasse van Mercedes. Bekijk ook het filmpje met de rangerende 6419 en het vertrek van de trein. |
Soesterberg, 14 maart 2017. Ons team tijdens een bezoek aan het Nationaal Militair Museum. Wij moesten vaststellen dat hier betrekkelijk weinig treinen zijn te zien. |
Dresden, 29 september 1979. Armeemuseum der DDR. Tegenwoordig is dit het Militärhistorisches Museum der Bundeswehr. |
Soesterberg, 31 augustus 2019. Ons team bracht een bezoek aan het Nationaal Militair Museum in verband met een tentoonstelling over de Koude Oorlog die hier was te zien). We poseerden natuurlijk even bij de Mig-21 die hier staat opgesteld. |
Nationaal Militair Museum, Soesterberg, 14 maart 2017. Het NATO-alfabet. Gebruik hiervan is ook voorgeschreven in de gespreksregels van ProRail. |
Soesterberg, 14 maart 2017. In het Nationaal Militair Museum houden scherpschutters de plechtigheid tijdens de dodenherdenking in de gaten. DSI staat voor Dienst Speciale Interventies. |
Gaat u maar rustig slapenTen onrechte denkt men in Nederland nog steeds dat Colijn de toespraak met het bekende "Gaat u maar rustig slapen" vlak voor de Duitse inval in Nederland zou hebben uitgesproken. Dat is niet juist. Colijn was toen geen minister-president meer. In 1939 was hij opgevolgd door jonkheer D.J. de Geer (familie van de tv-presentator Ursul de Geer). Minister-president Colijn hield de toespraak waarin deze zinsnede in voorkomt op 11 maart 1936 voor de radio. Aanleiding voor deze toespraak was destijds de zeer snel opgelopen spanning op politiek en militair gebied in Europa als gevolg van het feit dat nazi-Duitsland het zgn. pact van Locarno (verdragen tussen een aantal Europese landen, ook Duitsland, gesloten in oktober 1925) had opgezegd op 7 maart 1936. Daar kwam ook nog bij dat Duitsland het Rijnland ging hermilitariseren. De, inmiddels beroemd geworden, toespraak die Colijn op 11 maart hield was bedoeld om het Nederlandse volk op de hoogte te brengen van een voorzorgsmaatregel. De toenmalige regering had in verband met deze gespannen internationale toestand, besloten dienstplichtigen van de infanterieregimenten en van het regiment wielrijders tot nader order in dienst te houden. Dezen stonden juist op het punt om met groot verlof te gaan. In de toespraak wees Colijn ook op het drukke diplomatieke verkeer tussen de grote mogendheden. En om het volk gerust te stellen voegde hij dus deze zin toe. (Met dank aan Jan Bruggink voor deze toelichting.) De toespraak van 1936 kan ik niet laten horen. Wel een eerdere radiotoespraak. Het heeft niets met treinen te maken, maar ik heb dat fragment toevallig op een grammofoonplaatje staan. Wat zei Colijn in 1934? |
Treindienst tijdens de Koude Oorlog"Zo lang als het maar kan wordt de normale dienstuitvoering gehandhaafd" "Civiele verdediging bij de spoorwegen. Wat iedere NS-er ervan moet weten." Brochure uit 1968. We zaten midden in de Koude Oorlog,
maar bang voor de Russen? Zeker niet! Lees bijvoorbeeld deze passage: "Als de strijd werkelijk ontbrandt, nemen de problemen
snel toe. Luchtaanvallen, verkeersonderbrekingen, geïsoleerde trajekten, slachtoffers, alles behoort tot de mogelijkheden. Zo lang
als het maar kan wordt de normale dienstuitvoering gehandhaafd." |
"In het begin van de jaren zestig, toen de koude oorlog op zijn hoogtepunt was en oprechte vrees bestond voor een inval door de Sovjet-Unie, werden talrijke NS-eigendommen op foto vastgelegd door de Spoorwegtrecherche. Op 1 februari 1961 vereeuwigde rechercheur Hauer in de Hoofdwerkplaats Tilburg dit voormalig 6000-voordraaistel." Fotobijschrift op blz. 140 in het boek over de stoomlocserie 6000 van Paul Henken. Ze hadden het er maar druk mee, de mannen van de Spoorwegrecherche. Zelfs onderdelen van gesloopte stoomlocs werden fotografisch vastgelegd voor het geval de Russen zouden komen! |
In het transformatorstation Uitgeest was een nood-NX-post aanwezig waarmee in geval van oorlog de treindienst in Noord-Holland kon worden geregeld. Dit was een bedrijfsvaardige kopie van de NX-post van Alkmaar in het klein. De ruimte had geen ramen. De post was voorzien van een noodstroomaggregaat en van telefoonaansluitingen. Ook was er een verbinding met de bunker van de Bescherming Bevolking (BB) in Zandvoort. Deze bunker lag tussen het station en het laadstation van de VAM. In het geval van oorlog zou de regiostaf van NS naar deze bunker verhuizen en vandaar het spoorverkeer aansturen. Deze en andere voorzieningen waren getroffen in de tijd van de Koude Oorlog. |
De overval op de brug bij Gennep (1940) (pdf) De aanleg van de Birmaspoorweg (1942-44) (pdf) De spoorwegstaking (1944-45) (pdf) De wapenstilstand tussen Frankrijk en Duitsland (pdf) |
Artikelen uit 'Bericht van de Tweede Wereldoorlog', een tijdschriftenserie die verscheen in 1970.
Een artikel over de stoomlocomotieven en goederenwagens van het U.S. Army Transportation Corps, door J.H. Wervers in Spoor- en Tramwegen, 24 februari 1949 (pdf). |
"Het was 15 maart 1945 en Hilversum lag in het gebied waar de Hongerwinter heerste. Het zuiden van ons land was al bevrijd. Ik was in die tijd een jongetje van 8 jaar en drie maanden oud en deze foto’s maakten diepe indruk op mij omdat er zoveel op te zien is waar ik herinneringen aan heb." Aldus Emile Albers in de herinneringen die bij hem opkwamen na het zien van een aantal luchtfoto's. Lees het hele verhaal (pdf). |
"Het was vroeg in de morgen van de 10e mei 1940. Ik werd wakker toen mijn vader op de slaapkamer van mij en mijn 3 jaar jongere zusje uit het raam kwam kijken. We stonden meteen naast hem om ook te kijken naar de vliegtuigen die veel lawaai maakten en zo laag vlogen dat je de zwarte hakenkruisen goed kon zien." Zo begint het verhaal dat mijn moeder schreef over haar herinneringen aan de oorlog in Stellendam. |
Sporen naar het front (2013)In het kader van 300 jaar Vrede van Utrecht organiseerde het Spoorwegmuseum van 30 maart t/m 1 september 2013 de tentoonstelling ‘Sporen naar het front’. De tentoonstelling liet zien welke invloed de spoorwegen hadden op de manier van oorlogvoeren en hoe de verschillende treinen werden ingezet bij gewapende conflicten. Over de rol die de spoorwegen speelden bij de ontwikkeling van steden, economie en mobiliteit is veel geschreven. Dat de spoorwegen ook een revolutie in de oorlogsvoering veroorzaakten, is veel minder bekend. Veldslagen tussen vijandelijke legers konden door de aanvoer van manschappen, wapens en voedsel veel langer duren, zich op meerdere fronten tegelijk afspelen en een grootschaliger karakter krijgen. Aan de hand van een aantal thema’s vertelde ‘Sporen naar het front’ het verhaal over de rol die de trein in oorlogstijd heeft gespeeld, van de Amerikaanse burgeroorlog, de Eerste en Tweede Wereldoorlog tot de Koude Oorlog. De tentoonstelling ‘Sporen naar het front’ omvatte een aantal grote bruiklenen, waaronder treinen en materieel uit Engeland, Duitsland, Servië en Slowakije. |
Spoorwegmuseum, 3 mei 2013. Locs 162 (WD 70033) en 508 (WD 70269). |
Spoorwegmuseum, 25 mei 2013. Oostenrijkse Kriegslok 52 3879 en een Amerikaanse M4 Sherman-tank. |
Spoorwegmuseum, 25 mei 2013. “Schienenwolf”, officiële naam Schwellenzerstörungsgerät. Hiermee richtte het Duitse leger, wanneer het op de vlucht sloeg, grote vernielingen aan. Vooral op de smalspoorlijnen in de Balkan is dit gebeurd. In Nederland zijn na de oorlog enkele spoorploegen aangetroffen, maar die zijn hier voor zover bekend niet gebruikt. Wel zijn er veel andere vernielingen aangericht. Dit is een replica van het Nationaal Smalspoormuseum, tentoongesteld tijdens “Sporen naar het Front”. |
Sporen naar het front. De rol van de trein in oorlogstijd. Nostalgienet, 2013. In 2013 was het 300 jaar geleden dat de Vrede van Utrecht werd gesloten. Bij dit vredesverdrag werden de nieuwe machtsverhoudingen binnen Europa en Noord – en Zuid Amerika vastgelegd. In 1713 bestonden er nog helemaal geen spoorwegen, deze ontwikkelden zich pas in de loop van de negentiende eeuw. De trein speelde niet zozeer een belangrijke rol bij het handhaven of stichten van vrede, maar bracht juist grote veranderingen teweeg in de oorlogsvoering. Deze dubbel-dvd maakt inzichtelijk welke invloed de spoorwegen hadden op de aard van de oorlogsvoering in Europa en hoe de trein van de negentiende eeuw tot nu werd ingezet bij gewapende conflicten. Uitgebracht ter gelegenheid van de tentoonstelling in het Spoorwegmuseum. |
Sporen naar het front. Spoorwegen en oorlog. Guus Veenendaal. WBOOKS in samenwerking met het Spoorwegmuseum, 2013. ISBN 9789066300941. Vanaf het begin van de spoorweg gebruikten militairen het nieuwe vervoermiddel voor hun doeleinden. In 1830 ging het nog maar om het vervoer van een paar honderd man van Manchester naar Liverpool. Spoedig daarna werden complete legers door Pruisen, Frankrijk en Rusland per spoor naar de slagvelden gebracht. Niet alleen in Europa, maar ook in Noord-Amerika en Europese koloniën in Azië en Afrika. Een eerste spoorlijn die uitsluitend voor militair vervoer diende was een lijn op de Krim in 1855. Er zouden er vele volgen. Zware kanonnen konden op rails gezet worden om zo de vijand van grote afstand te bestoken. |
We revived the Armoured Train. Múzeum Slovenského Národného Povstania, 2013. ISBN 9788089514168. Tijdens 'Sporen naar het front' was een gepansterde trein uit Slowakije te zien. Dit boekje, over de geschiedenis en de restauratie van deze trein, werd gratis beschikbaar gesteld door het Slowaakse verzetsmuseum. |
Het spoorwegbedrijf in oorlogstijd, 1939-'45. Door ing. C. Huurman. uitg. Uquilair, 2001. ISBN 9071513408. Nummer 35 in de boekenreeks van de NVBS. Geen leesboek, maar een naslagwerk, aldus de auteur in zijn inleiding. En dat klopt: het is een dikke pil, volgepakt met feiten en feitjes over de gebeurtenissen tijdens de Tweede Wereldoorlog. De vele bijzondere foto's maken de pil verteerbaar. Op het omslag een schilderij van loc 2114, met lekkende binnencilinders, bij vertrek uit het Maliebaanstation.
|
J. GoudriaanVriend en vijand. Herinneringen aan de Nederlandsche Spoorwegen 1938-1948. Prof.Dr.Ir. J. Goudriaan. Uitgeverij De Bezige Bij, Amsterdam 1961. Goudriaan in botsing met NS. Door Arie van der Zwan. Uitg. Scriptum, Schiedam 1991. ISBN 9071542459. Goudriaan werd in 1938 door de Nederlandse regering benoemd tot directeur bij NS. Een ongewone, politieke benoeming, want tot dan toe kwamen directeuren altijd voort uit het spoorwegbedrijf zelf. Goudriaan kreeg de opdracht om de NS commercieel en organisatorisch te moderniseren, wat hard nodig was. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd de leiding van NS overgenomen door Ir. W. Hupkes. In 1944 werd Goudriaan door de Nederlandse regering in ballingschap belast met de wederopbouw van het spoorwegbedrijf. Hij boekte daarbij zeer goede resultaten, maar moest als gevolg van intriges rond zijn persoon medio 1945 alsnog aftreden. Vanuit Zuid-Afrika, waar hij naartoe was geëmigreerd, keek Goudriaan in 1961 "met bijna glimlachende ironie" terug op zijn periode bij de NS. Dertig jaar later verscheen de studie van Van der Zwan. Er bleken toen nog steeds oudere spoormannen te zijn die bij het horen van de naam Goudriaan een rood waas voor de ogen kregen. In 2006 had ik een toevallige ontmoeting met professor Van der Zwan. Hij bleek bereid zijn handtekening in mijn exemplaar van het boek te zetten. |
Een persoonlijk woord door Prof. J. Goudriaan. Boekje dat verscheen ter gelegenheid van het honderdjarig bestaan van de spoorwegen in september 1939. Door de oorlogsomstandigheden waren de feestelijkheden aanmerkelijk soberder geworden dan men van plan was. Goudriaan, de in 1938 benoemde directeur van NS, was daardoor niet in de gelegenheid het personeel toe te spreken. In plaats daarvan schreef hij zijn gedachten op in dit boekje. |
De kinderen van Versteeg. Een bundel verhalen over de spoorwegen en spoormensen van Nederland voor, tijdens en na de spoorwegstaking 1944-1945. In mei 1970 uitgegeven door De Koppeling, weekblad voor het personeel van de Nederlandse Spoorwegen. De titel slaat op het codebericht van radio Oranje, waarmee op 17 september 1944 vanuit Londen de spoorwegstaking werd afgekondigd: "De kinderen van Versteeg moeten onder de wol." Plechtige herdenking van de spoorwegstaking op 17 september 1945. Alle medewerkers, waaronder mijn grootvader, kregen in december 1946 dit boekje uit naam van directeur W. Hupkes. In het kader van deze herdenking vonden bijeenkomsten plaats in de Domkerk, de Buurkerk en de Groenten- en Vruchtenveiling te Utrecht. |
Bonte trein vol jolijt! Uitgeverij Sic, Amsterdam. Ca. 1946. Een blaadje met mopjes, cartoons en voor die tijd pikante foto's, bestemd voor de reiziger die enige verpozing zocht. Geen datum, maar kort na de oorlog verschenen en kennelijk voor een groot deel overgenomen uit een Engels blaadje. Verbroedering. Een Engelse soldaat is met verlof uit Duitsland in Londen. Hij kijkt naar de vele paartjes op straat en roept enthousiast: "Prachtig, zoals de lui hier aan fraterniseren doen!" Ja, wij lagen vroeger dan dubbel van het lachen. |
Railways and War before 1918. Door Dennis Bishop en W.J.K. Davies. Blandford Press, London 1972. ISBN 0713707038. Railways and War since 1917. Door Dennis Bishop en W.J.K. Davies. Blandford Press, London 1974. ISBN 0713707062. (Het omslag bezit ik zelf niet.) |
Reichsbahn hinter der Ostfront. 1941-1944 Door Andreas Knipping en Reinhard Schulz. Transpress, Stuttgart 1999. ISBN 361371101X. Meer dan 300 foto's met verhalen over het Duitse avontuur aan het oostelijke front, vanaf het begin van de aanval op de Sovjet-Unie in 1941 tot aan de capitulatie bij Stalingrad in 1943. De Sovjet-Unie zou genadeloos terugslaan. |
Eisenbahn im Dritten Reich. Geschichte - Fahrzeuge - Kriegseinsatz. Door Martin Weltner. Uitg. GeraMond. München 2008. ISBN 9783765470905. |
Die Breitspurbahn. Das Projekt zur Erschliessung des gross-europäischen Raumes 1942-1945. Door Anton Joachumsthaler. Herbig, Berlin 1985 (3. Auflage). ISBN 3776613521. Adolf Hitler zag de dingen groot. Hij wilde een groot rijk, met grote gebouwen. Het centrum van dat rijk zou Welthauptstadt Germania heten, de nieuwe naam van Berlijn nadat de nazi's de oorlog gewonnen hadden. Germania zou ook het centrum zijn van een spoorwegnet waarop enorme treinen zouden rijden: breedspoortreinen met een spoorwijdte van drie meter. Niet omdat die technisch of economisch grote voordelen zouden hebben, maar omdat ze groot moesten zijn. Verder dan de tekentafel en enkele modellen is men echter nooit gekomen. De plannen zijn in de archieven verdwenen, totdat de auteur van dit fantastische boek ze er weer uit heeft gehaald. |
De Kanonenbahn. Twee cassettes met een door de VPRO op 5 juli 1986 uitgezonden radioreportage over de Kanonenbahn. |
De kinderen van VersteegIn het Spoorwegmuseum is in september 2019 een permanente expositie geopend over de spoorwegstaking, onder de titel 'De kinderen van Versteeg'. Deze titel verwijst naar de code waarmee de Nederlandse regering in ballingschap het spoorwegpersoneel in 1944 opriep om te gaan staken. Meer informatie. Bekijk ook het interview met Guus Veenendaal over deze staking, opgenomen bij de NVBS in Amersfoort. |
Zie ook: |