Laadkisten, containers, opleggersOnder andere een boekbespreking over DAF-lossers en over het Coda-E-systeem. |
Trekker met autolaadkist. DAF maakte voor de Nederlandse en Belgische spoorwegen de "DAF-losser" (1936) voor het huis-aan-huistransport van laadkisten, een voorbode van het huidige containervervoer. DAF bouwde destijds nog geen trekkers; er werd gebruik gemaakt voor trekkers die door Ford Amsterdam waren gebouwd. Foto uit het jubileumorgaan van de Bond van Ambtenaren in dienst bij de Nederlandsche Spoorwegen, 20 september 1939. |
In het goederenvervoer per spoor was tot voor een aantal jaren een lacune, welke de concurrentiestrijd tegen de vrachtauto zeer moeilijk maakte: het gemis van de mogelijkheid, goederen van enige omvang van huis tot huis te vervoeren. Er is toen gezocht naar een oplossing van dit probleem en deze is tenslotte gevonden in de laadkist. Laadkisten bestonden reeds en werden ook wel vervoerd per spoor, per vrachtauto en per schip. De bijzonderheid bij het laadkistentransport, dat enige jaren geleden zijn intrede bij de Nederlandsche Spoorwegen deed, bestaat in de wijze van verplaatsen der laadkisten van de spoorwagen op de auto op de begane grond. Hiervoor zijn speciale opleggers geconstrueerd. de z.g. DAF-lossers. die van een hydraulisch werkende, door de motor aangedreven installatie voorzien zijn, door welke bovengenoemde manipulaties verricht worden. In fig. 104 zien we een laadkistenwagen met laadkisten. De wagen is, zoals reeds opgemerkt, een platte wagen, voorzien van dwarsgoten, voor geleiding van de wielen der laadkisten en van spanbouten met een haak, welke in een oog aan de laadkisten geslagen wordt. Op deze wijze wordt de kist aan vier hoeken bevestigd op de wagen. De spanbouten moeten stevig aangedraaid worden, waartoe ze voorzien zijn van grote vleugelmoeren. Als extra beveiliging worden nog kruisstangen aangebracht, zoals op de figuur duidelijk te zien is. Wil men de kisten van de wagen op de auto Iaden, dan wordt deze dwars voor de spoorwagen gereden. Op het chassis van de auto is een baantje voor de kisten met een uitschuifbaar gedeelte bevestigd. Dit wordt vastgelegd op speciaal hiervoor aan de spoorwagen bevestigde stoeltjes en de kist wordt door een trekstang van de spoorwagen op de auto getrokken, zie fig. 105a. In fig. 105b zien we de kist op de auto. Het afladen van de auto geschiedt door het baantje achterover te draaien en de kist naar beneden te laten rijden, daarbij vastgehouden door de trekstang, zie fig. 105c. Alle bewegingen geschieden hydraulisch. Ze kunnen vanzelfsprekend in elk wi1lkeurige volgorde en richting worden uitgevoerd. Alleen het laden van laadkisten van de begane grond op de spoorwagen en omgekeerd moet geschieden via de auto, of geheel afzonderlijk met een hijskraan. Daartoe zijn de nieuwere laadkisten voorzien van hijsogen. En nu de laadkist zelf. Er zijn drie typen: 1. De kleine gesloten laadkist, met een inhoud van 1,5 m³. De afmetingen zijn ongeveer: lengte 1,5 m, breedte 1 m, hoogte 1 m, volgens fig. 106. Het draagvermogen is 1000 kg. Deze zijn voorzien van een bovenklep en een klep aan een der zijwanden. Er is nog een type, met hetzelfde draagvermogen en onbetekenend kleine afwijkingen van het in fig. 106 voorgestelde. Deze laadkisten rijden op wielen, maar kunnen opgezet worden door middel van de in de tekening zichtbare hefboom. In de getekende stand is de kist opgezet, d.w.z. de wielen raken de grond niet, maar de kist rust op 4 speciale poten, welke van groeven voor zien zijn, ten gevolge waarvan de kist onwrikbaar vast staat. Door de hefboom naar links te bewegen, laat men de kist op zijn wielen zakken. 2. De grote gesloten laadkist, volgens fig. 107, met een lengte van ± 3 m, een breedte van ± 2 m en een hoogte van ± 2 m. De inhoud dezer kisten is 12 m³, het draagvermogen 5000 kg. Deze zijn aan elk der kopwanden voorzien van twee draaideuren bovenin en een klep onderin. De balk, welke de afscheiding vormt tussen deuren en klep, kan uitgenomen worden. De balk dient voor bescherming van deuren en klep. Een aantal van deze kisten is voorzien van isolatie tegen instraling van de zonnewarmte. 3. De open laadkist, volgens fig. 108, heeft een inhoud van 7,6 m³ en een draagvermogen van 5000 kg. Deze is voorzien van kleppen in de kopwanden voor het uitstorten van massagoed. Het uitstorten kan op zeer eenvoudige wijze plaats vinden door de kist op de auto sterk hellend te plaatsen volgens fig. 109, op dezelfde wijze als de kolenwagen op de kolentip. We kunnen een parallel trekken tussen het vervoer met goederenwagens voor algemeen gebruik en dat met laadkisten. Vinden we bij het goederenmaterieel als de drie hoofdtypen de gesloten, de open en de platte wagen, bij de laadkisten tekent zich hetzelfde beeld af. Men is begonnen met gesloten kisten, daarna zijn de open kisten verschenen, welke de naam kist eigenlijk niet meer mogen dragen. En onlangs deed de platte laadvloer zijn intrede, volgens fig. 110. Deze dient voor het vervoer van goederen, welke op de vloer gezet worden. De laadvloeren worden op de laadvloerwagens geplaatst. Dit is een soort bufferinstallatie tussen de vrachtgoederenloods en de besteldienst. Mogelijk zal de toekomst ons nog laadketels brengen voor het vervoer van beperkte hoeveelheden vloeistoffen van huis tot huis. Een bijzonderheid van het laadkistentransport is nog, dat het vervoer per auto, zoals bekend, door een dochteronderneming der Neder1andsche Spoorwegen. de A.T.O., verzorgd wordt. |
Bron: Spoorwegtechniek: rollend materieel (1943)
Eindhoven, 3 mei 2019. Een 'DAF-losser' van Van Gend & Loos met een laadkist van NS. |
Van huis tot huis per spoorOp 3 mei 2019 werd het boek Van huis tot huis per spoor gepresenteerd. Dat gebeurde niet toevallig in het DAF-museum, want DAF was een belangrijke partner in de ontwikkeling van het laadkistensysteem dat in dit boek centraal staat. Overladen van goederenTreinen zijn heel handig om goederen te vervoeren, maar het laatste stukje van de reis – van het station naar de klant – levert vaak problemen op. Bij elk station was vroeger een losplaats waar mannen in de weer waren met het overladen van goederen. Die werden met paard en wagen, later met vrachtwagens, naar de klanten gebracht. Van Gend & Loos is hier groot mee geworden. Er zijn allerlei systemen bedacht om dit proces te vereenvoudigen. Soms werden er complete goederenwagens over de weg vervoerd. Dat gebeurde in Duitsland met zogeheten Strassenroller. Maar daar waren wel brede wegen en sterke bruggen voor nodig. Dit systeem was voor Nederland niet zo geschikt. Andere systemen werkten met laadkisten die van de trein op een wagen konden worden gehesen. Nadeel was dat hier overal hijskranen voor nodig waren. Vaak moest de chauffeur bij de klant wachten tot die klaar was met het vullen of legen van zijn kist. DAF-lossersIn de jaren 30 ontwikkelden de Nederlandsche Spoorwegen samen met DAF een systeem waarbij laadkisten met speciale wagens werden vervoerd. Deze waren voorzien van een hydraulisch systeem waarmee de laadkisten op elke plaats konden worden neergezet of opgehaald. Dat systeem kon door één man, de chauffeur, worden bediend. Die kon daarna meteen doorrijden naar zijn volgende klus. De wagens – zogeheten 'DAF-lossers' – werden gebouwd door DAF: Van Doorne's Aanhangwagenfabriek. Ze werden aanvankelijk getrokken door auto's van Ford, maar later werden de trekkers ook geleverd door DAF: Van Doorne's Automobielfabriek. Het systeem was zo'n succes dat het ook door andere landen werd overgenomen. Er waren verschillende soorten laadkisten: gesloten, open, ketels. Tot begin jaren zestig werd dit systeem door NS gebruikt. Daarna kon men de strijd met de vrachtwagen en de bestelauto niet meer aan. De losplaatsen verdwenen van de emplacementen. Bijzonder boekBij de presentatie vertelden de auteurs over de ontstaansgeschiedenis van dit boek. De eerste plannen dateren uit 2008. Heel lastig was het bijvoorbeeld dat er nogal wat archiefmateriaal is verdwenen – of niet toegankelijk was. Zo bleek de MBS in Haaksbergen, dat het archief van Van Gend & Loos bezit, niet bereid om de auteurs toegang te verlenen. Maar onder andere dankzij het grote privé-archief van Hans Nahon is het boek er uiteindelijk toch gekomen. Het is een bijzonder onderwerp en het is ook een bijzonder interessant boek geworden. Niet alleen vanwege die laadkisten, maar ook vanwege het kijkje in een al weer lang verdwenen tijd waarin de trein zo'n belangrijke rol speelde in het goederenvervoer. Aan het boek heb ik een zeer bescheiden bijdrage mogen leveren (blz. 114). Van huis tot huis per spoor. Door Erikjan Sachse, Hans Nahon en René Nabbe. 270 blz., 24×30 cm., 500 illustraties. Uitgave Uquilair, 2019. Nummer 51 in de boekenreeks van de NVBS. Prijs: € 44,95, voor NVBS-leden € 39,95. |
Laadkisten op het terrein van Van Gend & Loos in Hilversum. Gezien op 20 oktober 2007 op de baan van de Modelbouw Vereniging Hilversum. |
Utrecht, Spoorwegmuseum, 8 mei 2008. Laadkisttransport door de NS. Het kenteken is van de provincie Utrecht. |
|
Boven: laadkistvervoer getekend door Charles Burki voor "De Kilometerkampioen". Hiernaast: plaatje uit het album Schienenwunder. Hierop staat een laadketelwagen voor het vervoer van kokosvet van Meierei C. Bolle uit Berlijn. |
Bunnik, 27 februari 2007 en 10 mei 2007. Laadkisten bestaan nog steeds, alleen heten ze nu containers. |
Utrecht, 6 augustus 1989. De laatste dag van het jubileum NS-150. Rechts een demonstratie van het Coda-E-systeem. Een Zweeds systeeem voor het vervoer van opleggers, dat door NS is getest maar nooit in gebruik is genomen. |
|
|
Amersfoort, 24 februari 1991. Proeftrein met een experimenteel opleggersysteem. Aangepaste vrachtwagenopleggers worden rechtstreeks op draaistellen vervoerd, in plaats van op lage platte wagens zoals bij Hückepacktreinen. In de proeftrein deed ook een meetrijtuig dienst (80849781805), een voormalig Beneluxstuurstandrijtuig (voorheen plan D WRD7658, nu bij de VSM). De proef heeft niet geleid tot het in gebruik nemen van dit systeem. Zie ook Cargosprinter.
|
Zie ook: