Bunnik, 30 september 2009. Langs het spoor wordt een gleuf gegraven voor glasvezelkabels. De eigenlijke kabels zie je niet: die worden door de dikke groene buizen getrokken. |
Glasvezel als meetinstrumentIn de negentiende eeuw hebben de spoorwegen zich gelijk met de telegraaf ontwikkeld; parallel aan spoorwegen ging men telegraaflijnen aanleggen. De telegraafpalen zijn inmiddels reeds lang vervangen door glasvezelkabels. Deze vormen nu een parallel netwerk langs spoorwegen. Begin deze eeuw heeft NS nog een flink bedrag overgehouden aan de verkoop van dit netwerk aan British Telecom. Nog steeds is het glasvezelnetwerk voor de spoorwegen een waardevolle erfenis. Niet gebruikte glasvezels (dark fibres) in kabels kan men omturnen tot een gevoelig meetinstrument. Men stuurt dan lichtpulsen door de kabel en door speciale signaalverwerking van het teruggekaatste licht kan men trillingen, geluid of temperatuurverschillen meten. In november 2021 begon een proef bij Culemborg waar ProRail samen met Deltares deze techniek uitprobeert om te kijken of verschillen in trillingsniveaus waar te nemen zijn voor en na een onderhoudsingreep in het spoor. Met dank aan de informatie van Hielke Zandberg, vakspecialist omgevingseffecten bij ProRail. |
Zie ook: