Frankrijk (algemeen)


Waar ben ik geweest?

Meer kaartjes


Nummersysteem SNCF

Tot 1938 kende Frankrijk zeven grote spoorwegmaatschappijen:

  • Compagnie des chemins de fer de l'Est
  • Réseau ferroviaire impérial d'Alsace-Lorraine*
  • Compagnie des chemins de fer du Nord
  • Compagnie des chemins de fer de l'Ouest
  • Compagnie des chemins de fer de l'État
  • Compagnie des chemins de fer du Midi
  • Compagnie du chemin de fer Paris-Lyon-Méditerranée (PLM)

* Elzas-Lotharingen was van 1871 tot 1918 Duits. Dat had ook gevolgen voor de spoorwegen in dat gebied. Zo rijden de treinen hier nog steeds rechts.

In 1938 werd de SNCF gevormd. Het materieel van de oorspronkelijke maatschappijen kreeg een nieuw nummer. Het systeem was gebaseerd op dat van de PLM. Hieronder het nummerschema uit 1938 op hoofdlijnen. Ruimte voor alle verfijningen, speciale gevallen en latere aanpassingen van het systeem is er niet.

Stoomlocomotieven (locomotives à vapeur)

Stoomlocs werden aangeduid met hun asindeling, een letter en een volgnummer. Bijvoorbeeld 141-R-151. Hierin staat 141 voor de asindeling (volgens Nederlandse en Duitse notatie 1D1), de letter R onderscheidt de serie van andere locs met dezelfde asindeling, en 151 is het volgnummer binnen de serie.

De letters P en hoger werden gebruikt voor locomotieven die de SNCF liet bouwen. Locomotieven van voor 1938 kregen letters van A t/m N (de I en de O werden niet gebruikt). Bijvoorbeeld 231-G-81 of 231-K-27. Bij tenderlocomotieven voegde men de letter T toe, bijvoor­beeld 050-TQ-020.

Bij de types van voor 1938 kwam men soms letters te kort. Daardoor kon het gebeuren dat verschillende locs hetzelfde nummer hadden, maar die reden dan wel in een andere région. Het was dan van belang om ook het nummer van die regio te vermelden als een bepaalde loc werd bedoeld.

Blauw glas. Op Franse museumlijnen rijden nog weleens locomotieven met een blauw glas voor de frontseinen. Dat is bedoeld om het gele licht van de olielampen witter te maken: blanc lunaire.

Région

De SNCF verdeelde het net in zes regio's, die voor een groot deel overlapten met het lijnennet van de vroegere spoor­wegmaat­schappijen. Het nummer van de regio stond in een wit vierkant op de voorkant van de meeste locomotieven: 1 = Est, 2 = Nord, 3 = Ouest, 4 = Sud-Ouest, 5 = Sud-Est, 6 = Méditerranée.

Elektrische locomotieven (locomotives electriques)

E-locs, aanvankelijk alleen 1500 volt gelijksspanning, werden aangeduid met hun asindeling (bijvoorbeeld BB of 2D2) met een drie of vier­cijferig volgnummer. Bijvoorbeeld BB-310. Na de oorlog kwamen er ook locs voor 25.000 volt wisselspanning. Deze kregen een vijfcijferig nummer in de serie 10000. Bijvoorbeeld BB-16040.

Sinds eind jaren 80 zijn de letters in onbruik geraakt en worden de locs alleen nog met hun nummers aangeduid.

Locomotives multi-courant

Met de komst van een tweede stroomsysteem kwam er ook vraag naar e-locs die onder beide systemen konden rijden. Hiervoor gebruikte men dezelfde, aangepaste locomotieven. Om tot de serienummering te komen werden de serie­nummers van de 1,5kV-loc en de 25kV-loc bij elkaar opgeteld. Bijvoorbeeld de BB-8500 (1,5kV) en de BB-17000 (25kV) vormden de BB-25500. Vanaf de komst van de BB-26000 "Sybic" heeft de SNCF alleen nog maar locomotieven aangeschaft die geschikt zijn voor beide (of meer) stroomsystemen.

Locomotieven geschikt voor drie stroomsystemen zijn genummerd in de serie 30000. Locomotieven geschikt voor vier stroomsystemen zijn genummerd in de serie 40000.

Diesellocomotieven (locomotives à moteurs thermiques)

Diesellocomtieven werden aanvankelijk op dezelfde manier aangeduid als stoomlocomotieven: drie cijfers die de asvolgorde weergeven, gevolgd door een lettercombinatie en dan een volgnummer. Bij diesellocomotieven was de eerste letter een D, bijvoorbeeld 040-DG-001. Bij gasturbinelocs was de eerste letter een G: bijvoorbeeld 060-GA-1.

In 1962 werden de diesellocs genummerd in de serie 60000. Bijvoorbeeld loc 040-DG-001 werd BB-66001. Later werd ook serie 70000 in gebruik genomen. Gasturbinelocomotieven werden genummerd in de serie 80000: 060-GA-1 werd CC-80001.

Het nummer werd voorafgegaan door een aanduiding van de asindeling (bijvoorbeeld BB-66000 of A1A A1A-62000). Sinds eind jaren 80 zijn de letters in onbruik geraakt en worden de locs alleen nog met hun nummers aangeduid.

Rangeerlocs (locomoteurs, locotracteurs)

Bij kleine rangeerlocs wordt het nummer voorafgegaan door de letter Y. Dit zijn locomoteurs (rangeerlocjes van 300 tot 499 ch) en locotracteurs (rangeerlocjes tot 300 ch). Achter de letter Y kunnen nog letters komen die de fabrikant van het locje aanduiden.

Enkele bijzondere voertuigen

  • TC-61100 (cabineloze locjes die gecombineerd reden met rangeerlocjes serie C-61000)
  • C-700 ... C-999 (fourgons chaudières: verwarmingswagens)
  • A2Dxj, A4Dtux (generatorrijtuigen voor TEE-treinen)
  • GV (grue à vapeur: stoomkraan), GD (grue à diesel: kraan met dieselmotor)

Treinstellen en motorrijtuigen (autorail, automotrice)

In Frankrijk worden motorrijtuigen aangeduid als autorail (met verbrandingsmotor) of als automotrice (elektrisch aan­gedreven). Autorails werden ook wel Micheline genoemd, ook als ze niet op luchtbanden reden. Een ongemotoriseerd rijtuig is een remorque. Een treinstel heet rame (rame automotrice = elektrisch treinstel). Een stoomrijtuig is een automotrice à vapeur.

Het nummer wordt voorafgegaan door een letter of lettercombinatie:

  • Autorails: X = dieselmotorrijtuig, XR = rijtuig, XRx = stuurstandrijtuig (remorque avec poste de conduite)
  • Automotrices: Z = elektrisch motorrijtuig, ZR = rijtuig, ZRx = stuurstandrijtuig
  • Turbotrain: T = motorrijtuig, TR = rijtuig
  • TGV: TGV = gemotoriseerd koprijtuig (motrice extrème), TGVZR = gemotoriseerd tussenrijtuig (semi-remorque), TGVR = overige tussenrijtuigen. Dit is de aanduiding van de afzonderlijke rijtuigen. Het volledige TGV-treinstel heeft ook nog een apart nummer (drie of vier cijfers).

Vanaf 1966 zijn er letters toegevoegd aan de autorails en automotrices: A = eerste klas, B = tweede klas, D = bagage­ruimte, P = postruimte, S = speciaal voertuig. Bijvoorbeeld autorail XABDP-3221, remorque XRABD-7466.

Huidige nummering

Tegenwoordig heeft het materieel een nummer dat bestaat uit zes cijfers, waarvan het eerste aangeeft tot welke SNCF-divisie het materieel behoort. Bij 1500 volt-locs werd als tweede cijfer een 0 toegevoegd. De divisies zijn:

1 = VFE (Voyageurs France Europe)
2 = CIC (Corail Intercité)
4 = FRET (fret = vracht)
5 = TER (Transport Express Régional)
6 = INF (Infrastructure)
8 = IDF (Île-de-France, Transilien, voorstadsverkeer rond Parijs)
9 = materieel van derden (bijvoorbeeld post-TGV's).

Conducteur, chauffeur

Le conducteur is de treinbestuurder of machinist. De machinist van een stoom­locomotief is le mécanicien, de stoker is le chauffeur. De conducteur heet le contrôleur.




Forêt de Compiègne

De wapenstilstand tussen Frankrijk en Duitsland (pdf)

Ondertekening van de wapenstilstand in een spoorwegrijtuig in het Forêt de Compiègne, 22 juni 1940. Bij deze gelegenheid brachten de Duitsers onder andere het nazistische Horst Wessel-lied ten gehore. Dat werd in 1937 ook gespeeld bij het huwelijk van Juliana en Bernhard, compleet met Hitlergroet van de Duitse gasten.

Artikel uit 'Bericht van de Tweede Wereldoorlog', een tijdschriftenserie die verscheen in 1970.



Eend op rails

De spoorlijn Bort les Orgues - Miecaze - Aurillac, waar in 1994 de laatste trein over reed. Rob van Daalen kocht hierna een verlaten overwegwachtershuisje. De makkelijkste manier om daar te komen is de spoorlijn, maar daar heb je dan wel een geschikt voertuig voor nodig. Dat werd een gemodificeerde Eend (een 2CV Charleston), hier op een foto uit 2003. Op de onderste foto een Micheline (autobus op rails) op bijna dezelfde plek in 1933. Foto's Rob van Daalen.


Un train peut en cacher un autre

Let op, er kan nog een trein komen. Maar dan dus op z'n Frans. Emaille bord en ansichtkaart uit mijn collectie.


Boeken en films


Le matériel moteur SNCF. Jacques Defrance. Éditions Sefma, Paris 1960. Overzicht van de eind 1959 bij de SNCF aanwezige locomotieven en treinstellen. Inclusief de buitenlandse TEE-treinstellen die in Frankrijk kwamen. Met veel technische gegevens, tekeningen en matige foto's.

Le matériel moteur SNCF (deuzième édition). Jacques Defrance. Éditions La Vie du Rail, Paris 1968. Sterk uitgebreide versie van de vorige editie.

 

Les Engins Moteurs Français (SNCF) 1.7.1983. Jacques Defrance. Frank Stenvalls Förlag, Malmö, 1984. ISBN 9172660791. Tweede editie, in samenwerking met La Vie du Rail. Franstalig met een korte uitleg in het Engels.

Op 1 juli 1983 was nog één stoom­locomotief in dienst bij de SNCF: 230-G-353. Die kon worden gehuurd voor speciale treinen.

Uit een serie zakboekjes.


Encyclopédie par l'image: les chemins de fer. Librairie Hachette, ca. 1950.

In deze serie voor de jeugd zijn tientallen boekjes uitgegeven over diverse onderwerpen. Op het omslag loc CC 7001 uit 1949, het prototype van de serie CC 7100 (bij de NS bekend als 1300).


Les mystères des chemins de fer. Technique - Fonctionnement. Expliqués au public en prenant pour exemple les Chemins de fer suisses. Textes réunis par Ernst Gut. Avec 213 illustrations dans le texte; 69 planches, dont 5 en couleurs. Editions F. Rouge & Cie S.A., Lausanne. - 1946


l'Europe á grande vitesse. Verslag van een tweeweekse studiereis uit 1995, waaraan negentien architecten, stedebouwkundigen, landschapsarchitecten en "critici" deelnamen. Zij bezochten diverse stations en luchthavens, en geven daar in dit boek commentaar op. Soms onleesbaar, soms hilarisch. Uitg. Nederlands Architectuurinstituut. ISBN 9056620142.

Le temps des gares. Catalogus behorende bij de gelijknamige tentoonstelling, die van 13 december 1978 tot 9 april 1979 in Parijs te zien was en daarna in verschillende andere steden. Uitg. Centre national d'art et de culture Georges Pompidou. ISBN 2858500827.

 

l'Age dur Fer 2. Le Nord. 1930-1965. Les grandes années du Rail français avec les Archives de Ton Pruissen. La Régordane, 2001. Franse stoomtractie op de lijnen van Le Nord, waaronder de boottreinen naar Engeland: la Flèche-d'Or (aan de andere kant van het Kanaal Golden Arrow). Dvd met 52 minuten beeldmateriaal bezorgd door de meesterhanden van Ton Pruissen. Het laatste beetje stoom rond Calais en Boulogne heb ik zelf nog mogen meemaken.

Bekijk ook de beelden uit Le Train uit 1964, waarin acteur Burt Lancaster eigenhandig een stoom­locomotief bestuurt.


Steam on the S.N.C.F. Door Peter. F. Winding. Uitg. D. Bradford Barton Ltd., 1976. ISBN 0851532470. Beschrijvingen en zwart-witfoto's van Franse stoomlocomotieven in de periode 1949-1969.


De avonturen van Robbedoes en Kwabbernoot: Klontjes voor Doebie. Door Fournier. Uitgeverij Dupuis, 1971.

Stripverhaal met een op hol geslagen loc 141R 12.


Die Eisenbahnen der Erde. Band II - Frankreich. Dr. Fritz Stöckl. Zeitschriftenverlag Ployer & Co, Wien. (1961)

Meer over deze serie.


De Franse Spoorwegen. Brochure van de SNCF, uitgegeven in 1965.

Klik hier voor de inhoud (pdf)


Les chemins de fer en France. Société Nationale des Chemins de Fer Français (SNCF), 1966.


Eisenbahnfähren in Westeuropa. Door P. Ransome-Wallis. Orell Füssli Verlag, Zürich, 1969.

Oorspronkelijk Engelstalig boek over de veerboten waarmee treinen over het water werden vervoerd. Onder andere tussen Groot-Brittannië en Noord-Frankrijk en tussen Duitsland en Denemarken. Ook een bijlage over de veerschepen van de RTM.


Du char à bancs au TGV. 150 ans de trains de voyageurs en France. Éditions La Vie du Rail, 1982. ISBN 2902808119.

Mooi salontafelboek over 150 jaar reizigersvervoer in Frankrijk: van open wagentjes naar Train à Grande Vitesse.

 

Gebouwd in Frankrijk

Elektrische locomotieven SNCF-serie BB-300. Door W.H. van den Dool sr. Uitg. Uquilair, 2004. ISBN 9071513505. De ondertitel luidt "Stamboom van de NS-locomotieven serie 1100". Het boek is een voorbode van boek over de NS 1100, die is voortgekomen uit een Franse locomotieffamilie.

Elektrische locomotieven NS-serie 1100. Hoogtepunt en einde in de ontwikkeling van het "Midi"-type. Door W.H. van den Dool sr. Uitg. Uquilair, 2006. ISBN 9071513564. Klik hier voor meer over deze serie.

 

Elektrische locomotieven NS-serie 1300. Door Henk Bouman. Uitg. Uquilair, 1999. ISBN 9071513327. Klik hier voor meer over deze serie.

Diesel-Elektrische locomotieven NS-serie 2400. Eenvoudige bediening en breed inzetbaar. Door Martin van Oostrom. Uitg. Uquilair, 2009. ISBN 9789071513695. Klik hier voor meer over deze serie. In Frankrijk is ook een deel van de serie 2200 gebouwd, door de firma Schneider.

 

Uit een boekje dat in de jaren 60 zat verpakt bij grootpak Venz chocoladehagel.



Zie ook:





vorige       start       omhoog