Antwerpen-Roosendaal

Deze lijn is in 1854 aangelegd door de "Société des chemins de fer d'Anvers à Rotterdam" (AR), die de havensteden Antwerpen en Rotterdam met elkaar verbond. Er lag echter nog geen brug over het Hollands Diep, zodat het laatste deel van de reis naar Rotterdam per stoomboot moest plaatsvinden. Sinds de aanleg van de HSL liggen er twee spoorlijnen tussen Rotterdam en Antwerpen en twee spoorbruggen over het Hollands Diep.



 

Onderweg met de stoptrein van Antwerpen naar Roosendaal, op 30 juni 2005, doen we onder andere Kijkuit en Kalmpthout (op het stationsgebouw gespeld als Calmpthout) aan.


Wildert, 26 oktober 2006. Wildert is een gehucht tussen Essen en Kalmthout. Een station is er niet, alleen twee perrons met wat wachthokjes. Zelfs geen kaartjesautomaat, maar in België kun je kaartjes nog gewoon bij de conducteur treinwachter kopen. De stoptrein Roosendaal-Antwerpen stopt er wel. Daarom is het vreemd dat je in Nederlandse automaten geen kaartjes naar Wildert kunt kopen. Ik moest dus een kaartje naar Kalmthout aanschaffen. Vijf kilometer te veel betaald, waar kan ik dat declareren?! Terwijl ik me dat afvroeg kwam loc 266 452 voorbij, een van de twee Class 66-locs die door Railion zijn geleast. Links in beeld een lichtsein met tussen de rails een 'krokodil'.


 

Wildert, 26 oktober 2006. De treinen rijden in België links. De seinen staan dus ook links van het spoor. Op dubbelsporige baanvakken is meestal ook het tegenspoor beveiligd. Hier staan de seinen rechts en knipperen de lampen. Meer over de beveiliging bij de NMBS.


Roosendaal, 26 oktober 2006. NMBS-loc 2556. De NMBS-reeks 25.5 lijkt onverwoestbaar te zijn. In de jaren zeventig werden ze gebruikt voor het trekken en duwen van Beneluxtreinen, later heeft Lovers Rail er nog even mee gespeeld. Opvallend aan deze locs is dat ze maar één stroomafnemer hebben. Vanwege de extra apparatuur om in Nederland te kunnen rijden, was er geen ruimte meer voor de compressor voor een tweede stroomafnemer.


Essen (B), 27 augustus 2007. In verband met mijn dynamische beroep moest ik weer eens in Brussel zijn. Op de heenweg heb ik vanaf Rotterdam de Thalys genomen. Tijdwinst een half uur, toeslag bij de conducteur 18 euro. Ze komen niet met koffie langs, zoals in de Beneluxtreinen. Tenminste, als de Beneluxtrein niet uitvalt. Op de terugweg had ik wat meer tijd, en ben ik vanaf Brussel met de boemel naar Essen gereisd, om daar een uurtje op het perron rond te hangen.


Essen (B), 27 augustus 2007. Graffiti zie je in België niet zo veel, maar als het gebeurt wordt het meteen goed aangepakt. Hoewel, misschien heeft deze trein in Nederland overgestaan. Dit is de pendeltrein naar Antwerpen.


Essen (B), 27 augustus 2007. De locs van de reeks 25.5 (hier met een containertrein richting Antwerpen) lijken betrouwbaarder dan hun veel jongere zusters van de reeks 11.8. Waarom wordt er niet opnieuw een 25.5 in de Beneluxdienst ingezet, voor die laatste paar maanden?


Essen, 10 augustus 2012. Loc 65 018 van de SSN zou enkele dagen te gast zijn op de Bocqspoorlijn. Omdat ze niet over het Belgische Memor beschikt, moest een dieselloc (PB03 van Crossrail) vanaf Roosendaal voorspan geven. Enige tijd later passeerden twee locs van de reeks 77 met een Belgisch meetrijtuig op weg naar Roosendaal. Foto's Robin Kersbergen.


Essen (B), 18 juni 2009. De grens tussen het Belgische en Nederlandse spoorwegnet. De treinen rijden hier links, vandaar dat de borden en seinen links staan. Een paar kilometer verderop bevindt zich de sluis (of op zijn Vlaams 'sas') tussen de Belgische en Nederlandse bovenleidingen. Interessant is het gele Belgische bord dat een tijdelijke snelheidbeperking aangeeft: 120 km/uur. Een paar meter verder staat een Nederlands bord dat de normale maximumsnelheid aangeeft: 125 km/uur. U als leek denkt misschien: wat maakt die 5 km/uur uit, maar verkijkt u zich daar niet op! Foto Wolfgang Meyenberg.

De spanningsluis bij Roosendaal (Bergrand). Ondanks de plantenbakken is goed te zien wat hier de bedoeling van is: de Belgische en Nederlandse bovenleidingen mogen niet met elkaar in contact komen. Om deze reden moeten ook de stroomafnemers van de treinen omlaag zijn als ze dit punt passeren. Foto Google Streetview, met dank aan Alan Umans.


Belgische treinen (2007, 2008, 2015)

Gefilmd in Essen, Roosendaal en Den Bosch (augustus 2007 en januari 2008), Racour, Landen, Luik en Maastricht (september 2015). In 2007 en 2008 was ik op dienstreis naar België. Ik werkte toen bij Fortis. In Brussel of Antwerpen was ik meestal in een uurtje klaar, zodat ik de rest van de dag mijn werktijd in de stad of op een station kon doorbrengen. Bijvoorbeeld Essen, net over de grens bij Roosendaal. In die tijd maakte ik ook mijn eerste digitale filmpjes. We zien onder andere enkele Opel-treinen en Beneluxtreinen. In Racour logeerden we in 2015 in een oude trein bij het voor­malige station (cadeau van mijn collega's bij mijn pensionering). Vroeger kon je met de trein van Racour naar Landen, maar nu is dat drie kwartier lopen. In Landen zag ik onder andere een paar oude diesels met werktreinen. Daarna via Luik naar Maastricht. Bij vertrek uit Luik werd ik aangesproken door een treinbegeleidster die niet wilde dat ik bij het open raampje stond om te filmen. Het enige Nederlandse woord dat zij kende was "vervoerbewijs", en Frans versta ik op zo'n moment natuurlijk niet. In Maastricht ging ze op het perron staan roken met haar vriendje dat (ver­moede­lijk zonder vervoerbewijs) vanuit Luik was meegereden. Daar maakte ik nog even een portretfoto als aandenken.


Amsterdam Brussel. De historie van de Benelux-treinen. Door Cock Koelewijn. Uitgeverij Uquilair, 2016. ISBN 9789083003313. Deel 52 in de boekenreeks van de NVBS.

Dik boek (368 pagina's) over de geschiedenis van deze internationale trein­verbinding in de periode 1937 tot en met 2018. In tien hoofdstukken beschrijft Cock Koelewijn de eerste plannen en voorbereiding van de elektrische treinverbinding tussen de Nederlandse en Belgische hoofdsteden, de elektrificatie van het grensbaanvak Roosendaal – Essen, de blauwe Benelux-Hondekop­treinstellen, de ontwikkelingen in de jaren zestig, de komst van het nieuwe materieel in 1974 en 1986, de plannen voor de Fyra en de HSL en de verhuizing van de Benelux-verbinding naar de HSL in 2018. Verder zijn er vijf hoofdstukken over de diverse materieeltypen die sinds 1957 in de Benelux-dienst hebben gereden en zes bijlagen over onder andere de spanningssluis bij Roosendaal, de dienstregeling, treinnummers en de Benelux Tourrail-kaart. Verder zijn een uitgebreid noten­apparaat en een literatuurlijst opgenomen. Het boek telt enkele honderden afbeeldingen, de meeste in kleur en voor het merendeel niet eerder gepubliceerd, van officiële stukken, de opening van de verbinding in 1957, de ont­wikkeling en bouw van het materieel, treinstellen, locomotieven, rijtuigen en ook trein­kaartjes.


Zie ook:




vorige       start       omhoog