Nummering treinstellen NS

Bij de eerste stroomlijntreinstellen hadden de afzonderlijke bakken elk een eigen nummer. In 1937 voerde de NS treinstelnummers in. Aanvankelijk waren dat nummers onder de 1000, maar toen men daarmee vastliep werden er ook hogere nummers gebruikt.



Treinstelnummers vanaf 1937

SerieOpmerking
1-199 *dieseltreinstellen, oplopend in volgorde van de lengte (DE1, DE2, DE3, DE5). De motor­wagens van de vooroorlogse DE3'en en de DE5'en hadden een aparte nummering, omdat ze nogal eens van treinstel wisselden.
200, 300elektrische tweewagentreinstellen (mat.'35, '36, '40, '46, '54)
400, 500elektrische driewagentreinstellen (mat.'36)
600, 700
1600, 1700
elektrische vierwagentreinstellen (mat.'36, '46, '54)
Na modernisering deels serie 1600 en 1700.
800
1800
elektrische vijfwagentreinstellen (mat.'40).
In hun nadagen serie 1800.
900, 1900, 2900motorrijtuigen (omC, omBC)
900
1900
stroomlijnpostrijtuigen (Pec). Tot 1950 genummerd in de serie 8500.
In hun nadagen serie 1900.
1001-1003TEE-treinstellen (met SBB 501 en 502)
1201-1208Benelux-treinstellen (met NMBS 220.901 t/m 220.904)

* De laagste nummers (1, 2, 3) werden niet gebruikt, om verwarring te voorkomen met de reizigersklasse.

Merk op dat men zich bij de nummering van treinstellen niets aantrok van locomotieven met hetzelfde nummer. Je had dus zowel een e-loc 1201 als een treinstel 1201.

Materieel '24

Materieel '24 (Blokkendoos) reed in wisselende samenstellingen en kreeg daarom geen treinstelnummers. De rijtuigen hadden elk een eigen nummer. Series 9000, 9100, 9400: motorrijtuigen. Serie 8100: stuurstandrijtuigen. Serie 8500: tussenrijtuigen. Serie 9200: tot motorpostrijtuigen (mP) verbouwde motorrijtuigen, serie 9300: tot motorkonvooiwagens (mK) verbouwde motorrijtuigen. Het materieel op de Hofpleinlijn (geen mat.'24) had nummers in de series 8000 en 9900.

Vernummeringen

Vooral bij de dieseltreinstellen is er nogal eens wat vernummerd. Ook bij het verlengen van de elektrische tweewagen­stellen mat.'36 vonden vernummeringen plaats. Kort na de oorlog was het feest voor de nummer­liefhebbers, toen er uit rijtuigen die de oorlog hadden overleefd allerlei nieuwe treinstellen werden samengesteld.

Bakcodes

Omdat treinstellen weleens van nummer veranderen, hebben alle afzonderlijke rijtuigen een eigen bakcode. Hiermee kan de geschiedenis van zo'n rijtuig goed worden geadministreerd. De betekenis van deze code blijkt echter niet meer goed begrepen te worden, want tegenwoordig wordt bij rijtuigwisselingen of renovaties vaak ook de bakcode veranderd. Het laatste materieel met bakcodes is SLT; de functie hiervan is overgenomen door de 12-cijferige UIC-code (EVN-nummer).

Eerste klas bepaalt het treinstelnummer

Bij bakwisselingen bepaalt het nummer van het A-rijtuig het nummer van het nieuw gevormde treinstel. Dus als een vierdelig treinstel een andere A-bak krijgt, dan krijgen de drie overige bakken het nummer van de A-bak. Enkele keren is van dit principe afgeweken.

Koppelbaarheid

Tot en met mat.'54 konden alle elektrische stroomlijntreinstellen gekoppeld met elkaar rijden. Met ingang van Plan T en V is men van dit uitgangspunt afgestapt. Meer over gemengde koppelingen.

Plan T en V

Series 400, 500, 800, 900

In de jaren 60 raakte NS geleidelijk verstrikt in dit nummersysteem. De nieuwe vierwagenstellen Plan T werden onder­gebracht in de serie 500. Die was gereserveerd voor elektrische driewagenstellen, maar die zouden er toch niet meer komen. Plan V ging men nummeren in de 400-serie. Een paar nog rondrijdende treinstellen mat.'36 kregen toen andere nummers (bijvoorbeeld het latere museumtreinstel 440). Soms reden er korte tijd twee treinstellen met hetzelfde nummer rond.

Toen er opnieuw een grote hoeveelheid Plan V werd besteld, ging men deze nummeren in de series 800 en 900. Daar zaten nog wat oude vijfwagenstellen en stroomlijnpostrijtuigen in. Deze kregen een 1 voor hun nummer: zo ontstonden de series 1800 en 1900. (De series 1600 en 1700 hebben ook bestaan: dat waren gemoderniseerde vierwagenstellen mat.'46 resp. '54.)

Motorposten (mP)

Dit waren geen treinstellen, maar we noemen ze hier toch: de van Plan V afgeleide motorposttreinen. Deze waren gebouwd in 1965/66 en droegen de nummers mP 3001 t/m 3035. Ze vervingen de tot posttrein omgebouwde blokken­dozen, mP 9201 t/m 9225.

Treinstelnummers vanaf 1975

Sinds de komst van de Sprinters in 1975 is de NS royaler omgegaan met het toekennen van treinstelnummers. Die zijn nu altijd viercijferig. Aan de eerste twee cijfers kun je zien om welk soort materieel het gaat en uit hoeveel 'bakken' dit bestaat. De laatste twee cijfers zijn het volgnummer. Hernummeringen komen nog wel voor, maar alleen bij uitgebreide moderniseringen of bij het wijzigen van de samenstelling van treinstammen.

Elektrisch stoptreinmaterieel

SerieTypeBakkenOpmerking
2001-2015 *SGM2Na revisie 2111-2125
2010-2015Flirt32Abellio (R-Net)
2021-2035 *SGM2Na revisie 2131-2145
2036-2080 *SGM2Na verlenging 2836-2880
2101-2109SM'902Railhopper (1994-2005)
2111-2125
2131-2145
SGMm2Gemoderniseerde Sprinter
2201-2233Flirt33NS Flirt
2301-2368SNG3Sprinter Nieuwe Generatie
2401-2469SLT4Sprinter Light Train
2501-2525Flirt34NS Flirt
2601-2662SLT6Sprinter Light Train
2701-2750SNG4Sprinter Nieuwe Generatie
2836-2895 *SGM3Na revisie 2936-2995
2936-2995SGMm3Gemoderniseerde Sprinter
3001-3050SNG3Sprinter Nieuwe Generatie (nabestelling)

* later vernummerd

Dieseltreinstellen

SerieTypeBakkenOpmerking
3101-3119DH11Wadloper (niet meer in dienst)
3201-3231DH22Wadloper (niet meer in dienst)
3401-3453DM'902Buffel (niet meer in dienst)

Elektrisch sneltreinmaterieel

SerieTypeBakkenOpmerking
4001-4007
4011-4097
ICM3Koploper
4201-4250ICM4Koploper
4331, 4332TGV10Thalys (PBKA)
4651-4654ICE3M8ICE (Amsterdam-Frankfurt/Basel). Meer informatie.
4801-4816 (NS)
4881-4883 (B)
V2508Treinstellen voor HSL (19 besteld; hiervan 9 geleverd en in 2014 weer retour AnsaldoBreda)
3101-3149
3201-3230
3301-3320 (B)
ICNG5
8
8
Intercity Nieuwe Generatie (projectnaam). Levering vanaf 2020 door Alstom, type Coradia Stream. De stellen 3301-3320 zijn bestemd voor de HSL-dienst naar België.

Dubbeldeksmaterieel (treinstammen)

Dit materieel kent een variabele nummering, afhankelijk van de samenstelling:

  • Dubbeldekker (DDM, DD-AR, DDZ): nummers in de 7000-serie
  • Regiorunner (DD-IRM, VIRM): nummers in de 8000- en 9000-serie

Light Rail

SerieTypeBakkenOpmerking
6016, 6021Düwag2Tram Houten-Houten Castellum (2001-2008)
6101-6106A322Lightrail Gouda-Alphen a/d Rijn (2003-2009)


Zie ook:




vorige       start       omhoog