Mijn boekenkast

Deel 3


Overzicht en toelichting


Deel 1
Jeugdboeken
Nederlands / Engels / Andere landen
Algemene boeken
Nederlands / Engels / Duits / Frans
Nederlandse spoorwegen
Geschiedenis / NS / Stations & spoorlijnen / Fabrieken & werkplaatsen
Architectuur, design en curiosa
Jubilea
Spoormannen en -vrouwen
Jaarboeken en spottersgidsen
Nederlands / Goederen / Engels / Duits
Series en verzamelwerken
NVBS-uitgaven
Deel 2
Nederlands materieel
Buitenlandse spoorwegen
Internationaal / België, Luxemburg
Frankrijk / Groot-Brittannië
Duitsland (algemeen) / Duitsland (materieel)
Oostenrijk / Zwitserland / Tsjechoslowakije
Italië / Spanje, Portugal
Scandinavië / Sovjet-Unie, Rusland
Verenigde Staten, Canada
Nederlands Indië, Suriname, Antillen
Australië, Nieuw-Zeeland
Andere verre landen
Spoorwegtechniek
Handboeken en voorschriften
Beveiliging en ongevallen
Deel 3
Spoorzoeken en verzamelen
Fotografie
Verhalen, reizigerservaringen
Tram, metro, lokaalspoor
Algemeen / Steden & regio's / Paardetrams / Metro's
Bussen, auto's, schepen, vliegtuigen
Industrieel spoor, locomobielen
Spoorwegmusea, museumorganisaties
Utrecht / Nederland / Buitenland
Treinen op schaal, modelbouw
Techniek en wetenschap
Teken- en schilderkunst
Geluidopnamen




Spoorzoeken en verzamelen

Zie ook het thema Spoorkaarten en de boeken in Stations & spoorlijnen.


Beknopt overzicht van de Nederlandse spoor- en tramwegbedrijven. Samengesteld door J.W. Sluiter. Tweede herziene druk. In opdracht van de NVBS uitgegeven door Brill, Leiden 1967. Met twee losse kaarten.

Deel 1 in de boekenreeks van de NVBS. In 2002 verscheen een geheel herziene en uit­gebreide derde druk, zie hieronder.


Overzicht van de Nederlandse spoor- en tramwegbedrijven. Samengesteld door J.W. Sluiter e.a. Derde, geheel herziene en uitgebreide druk. In opdracht van de NVBS uitgegeven door Stichting Matrijs, Utrecht 2002. ISBN 9053452249. Deel 1 (herdruk) in de boekenreeks van de NVBS.

Informatie over alle spoor- en trambedrijven die in Nederland bestaan of hebben bestaan. Van alle lijnen worden een aantal belangrijke gegevens genoemd. Bij lijnen die in bezit zijn geweest van verschillende maatschappijen, moet je soms flink zoeken om alle informatie bij elkaar te vinden. Een omissie is het ontbreken van een overzicht van de stations en haltes die langs de diverse lijnen liggen of hebben gelegen. Het hoofdstuk over de indeling en nummering van spoorwegen is geschreven door Van de Meene en Ankersmit. Zij ontwikkel­den deze nummering omdat men in Nederland geen vaste lijnnummers kent, in tegenstelling tot bijvoorbeeld België.


Overzicht geografische verkortingen. Uitgave van de Nederlandse Spoorwegen, waarin alle geografische verkortingen zijn opgenomen die tussen 1921 en 1987 zijn gebruikt. Geografische verkortingen stammen uit de tijd dat de communicatie plaatsvond per telegraaf. Het overseinen van "hvs" met behulp van morse gaat nu eenmaal sneller dan "hilversum". In het boekje staan alleen geografische verkortingen, dus ontbreken bijvoorbeeld mcn (machinist), hc (hoofdconducteur) en hgb (hoofdgebouw).

Klik hier voor een overzicht.


Spoortocht langs oude en nieuwe NS-stations. Marinus Vermooten en Teun Smit. De Kempen Pers.

De serie bestaat uit drie delen: Brabant-Limburg-Zeeland (1987, ISBN 9070427443), Noord- en Zuid-Holland en Flevoland (1989, ISBN 907042763X), Utrecht-Gelderland (1991, ISBN 9070427680).

Meer boeken over stations.


Fietsen en wandelen langs oude spoorwegen in Nederland. Alexander Artz, Elmar, 2001. ISBN 9038910452. Ik ben geen wandelaar, en fietsen doe ik ook niet zo graag. Alleen de spoorlijn Bilthoven-Zeist heb ik weleens verkend.

Zie ook mijn verslag van een fietstocht Bilthoven-Driebergen.


Wandelen en fietsen langs spoorwegerfgoed. Bij de opening van de tentoonstelling Utrecht Spoorstad in december 2018 werd ook het bijbehorende boek gepresenteerd: 175 jaar Utrecht Spoorstad. Wandelen en fietsen langs spoorwegerfgoed.

Dit boek is geschreven door Kees Volkers, historisch geograaf. Kees heeft tientallen boeken en gidsen op zijn naam staan. In dit boek heeft hij een wandelroute en een fietsroute uitgezet langs de vele spoor­gerelateerde beziens­waardigheden die Utrecht telt.

Uitgegeven door Stokerkade in samen­werking met het Utrechts Archief, 2018. ISBN 9789079156467.


Amsterdam-Utrecht. Zoals het was... As it was... Willem Poot en Harm van Groen. Engelse vertaling Melvin Margolis. Uitgave in eigen beheer. ISBN 9073575060.

Met veel foto's wordt de spoorlijn Amsterdam-Utrecht anno 1998 in beeld gebracht. Inmiddels is dat een grotendeels viersporige lijn.


Spoorwegmonumenten in Nederland. Eindrapport van de Werkgroep Spoorweg­monumenten ingesteld door de Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bod (KNOB). Samengesteld door J.C.G. van de Meene en P. Nijhof. Amsterdam, december 1985.

Vijf jaar lang is door tientallen vrijwilligers gewerkt aan het in kaart brengen van alle nog bestaande spoorwegobjecten van voor 1955. Dat leverde een overzicht op van de vele soorten gebouwen en constructies die met het spoorwegbedrijf verband houden. Alles is gefotografeerd op duizenden dia's. Enige hiervan staan in zwart-wit in dit boek. Verder veel teksten, tabellen en kaartjes. Een en ander gerubriceerd naar gebouwen, bruggen, woningen en overige objecten (onder andere bovenleidingconstructies). De werkgroep had niet de verwachting dat alle aangetroffen objecten tot beschermd monument bestempeld konden worden. Wel dat er bij de besluitvorming over sloop of vervanging zorgvuldig gekeken wordt naar de mogelijkheden om zaken in elk geval goed te documenteren, dan wel te bezien of deze museaal behouden kunnen blijven.

Op het omslag een uit 1868 stammende poort onder de spoorlijn bij Zaltbommel. Die poort is er anno 2015 nog steeds: vlak bij de spoorbrug over de Waal.


Sporen van bedrijvigheid. Blik op Utrechts industrieel verleden. Kees Volkers. Stichting Matrijs, Utrecht 1985.

Kees Volkers schreef ook het boek Wandelen over de Bierkaai.

Matrijs heeft ook een boekje uitgegeven over de Utrechtse stadsbus.


Spoorzoeken. Langs de littekens van een tijdperk. Kees Volkers. Europese Bibliotheek, Zaltbommel 2003 (2e verbeterde druk), ISBN 9028836594. De auteur beschrijft twintig voet- en fietstochten langs voormalige spoorlijnen in Nederland. Zeventien tochten waren eerder beschreven in de Volkskrant. Daarnaast zijn enkele informatieve hoofdstukken opgenomen, met onder andere tips over het spoorzoeken in de praktijk.

De spoorlijnen zijn: Amersfoort-Kesteren, Tilburg-Baarle-Nassau, Bilthoven-Zeist, Den Bosch-Drunen, Drunen-Geertruidenberg, Santpoort Noord-IJmuiden, De Klinge-Terneuzen, Assen-Stadskanaal, Apeldoorn-Vaassen, Vaassen-Hattemerbroek, De IJzeren Rijn, Nieuwersluis-Aalsmeer, Boxtel-Uden, Uden-Gennep, Winterswijk-Neede, Leeuwarden-Dokkum, Nijmegen-Kleef, Zevenaar-Kleef, Amsterdam: de laatste havensporen, Enschede-Boekelo/Ahaus/Oldenzaal.


Over historische wegen. Varen, rijden en sporen door de provincie Utrecht. Uitgegeven door Stokerkade in samenwerking met de Provincie Utrecht, 2018. ISBN 9789079156443.

Een speurtocht naar vaarroutes, landwegen en al dan niet verdwenen spoorlijnen in de provincie Utrecht, door cultuurhistoricus Roland Blijdenstijn en historisch geograaf Kees Volkers.


Atlas van de verdwenen spoorlijnen in Nederland. V.M. Lansink en J.M. ten Broek. WBooks, 2016. ISBN 9789462581388.

Tien jaar lang trokken Victor Lansink (beroepsarchivaris, bekend van zijn website Railtrash) en Michiel ten Broek (spoorman, auteur van vele artikelen, bewoner van een oud maar nog wel gebruikt station) langs verdwenen spoorlijnen. De weerslag van hun 1000 kilometer lange speurtocht is te vinden in dit fraaie boek. Behalve de vele foto's die ze zelf maakten, staan er ook historische beelden in van bekende grootmeesters als Roef Ankersmit en Kees van de Meene. Helaas zijn juist deze foto's soms over de vouw van het boek geplaatst, een ziekelijke vormgevers­kwaal.

Achterin het boek staat een link naar www.spoorzoeker.nu. Die leidde vroeger naar de aardige website van Bart Peters. Alleen heeft Bart deze url niet verlengd, want dat kost toch al gauw een tientje per jaar.

Van de 29 beschreven spoorlijnen heb ik zelf Bilthoven-Zeist, Winterswijk-Borken en Gennep op de teller staan.


Stadsgezichten. Utrecht in transitie. WBooks in samenwerking met de Stichting Stedelijke Fotografie Utrecht (SFU), 2016. ISBN 9789462581470. Project­coördinator Mireille de Putter.

Fotoboek met het werk van tien fotografen. Het thema is de stad Utrecht en haar bewoners. Een elfde fotograaf leverde een luchtfoto van het nieuwe station: Nico Spilt.

Van 17 juni t/m 2 oktober 2016 was er een foto­tentoon­stelling in het Utrechts Archief, Hamburgerstraat 28, Utrecht.


Spoorwegen, toevluchtspoord voor plant en dier. A. Koster. Stichting Uitgeverij Koninklijke Nederlandse Natuurhistorische Vereniging (KNNV), 1991. ISBN 9050110452.

Arie Koster heeft tien jaar lang beroepshalve studie kunnen maken van de natuur langs het spoor. Het is niet overdreven om van "natuur" langs het spoor te spreken. Uit dit boek blijkt dat die natuur flink meetelt als het om waardevolle soorten en vegetaties gaat. Daarom zijn ook beschermende maatregelen nodig. De Nederlandse Spoorwegen werken hier ook aan mee.

Zie ook de thema's Trein & plant en Trein & dier.


Nederland. Uitgegeven door de Mij. tot Expl. van Staatsspoorwegen in 1915. Zwart-witfoto's van mooie plekjes in Nederland. Met ingeplakte plaatjes in kleur waarop het toenmalige spoorwegnet is aangegeven; de lijnen van de SS (incl. NCS en NBDS) natuurlijk duidelijker dan die van concurrent HIJSM. Het omslag is grauw en saai, vandaar dat ik maar een binnenpagina heb gekopieerd.


NS Kalender 1931. Uitgegeven door de Nederlandsche Spoorwegen (N.V. Maatschappij tot Exploitatie van Staatspoorwegen en N.V. Hollandsche IJzeren Spoorweg-Maatschappij, beide te Utrecht). Voorin staan adressen van afdelingen, reisbureaus en agentschappen van de spoorwegen. Vervolgens zijn er per week twee pagina's beschikbaar, waarop steeds een aspect van de dienstverlening aan de orde komt, met een foto. Op vrijdag rijden er veewagens van Leeuwarden naar alle uithoeken van het land. Uw koeien worden 8 uur later afgeleverd in Enschede.


Uitstapjes door Nederland. Uitgegeven door C.J. van Doorn, Delft. 18e jaargang 1935. Toeristische gids, met uitgebreide informatie over het reizen per spoor. Maar de welgestelden konden ook het vliegtuig nemen: de K.L.M. vloog twee keer per dag van Amsterdam naar Groningen, naar Twente, naar Knocke (via Rotterdam, Haamstede en Vlissingen) en naar Brussel (via Rotterdam en Eindhoven).


Van Bosch en Hei en Zonneschijn. Per N.B.M. door Neêrland's Schoonste Dreven. A.W. Francken. N.V. Nederlandsche Buurtspoorweg Maatschappij te Zeist, 1938.

De NBM exploiteerde in die tijd een elektrische tramlijn tussen Utrecht en Zeist, autobuslijnen tussen Utrecht en Zeist en tussen Utrecht en Doorn, een elektrische tramlijn Amersfoort-Zeist-Rhenen, en een buslijn Rhenen-Arnhem (tot februari 1937 was dat een elektrische tramlijn).

Meer over de NBM.


Tussen aankomst en vertrek. Lize Stilma. Illustraties Jan Rodrigo. Uitgave van de Afdeling Propaganda van de NS uit 1964. Alle Nederlandse plaatsen met een station, met een beschrijving van wat er in of rond die plaatsen valt te zien. Tenenkrommende teksten, dus dit boekje kon ik echt niet laten liggen.

Hilversum
Mooi? Ja en neen. Het is niet onaardig bedoeld, maar niemand kan beweren dat Hilversum in diepste wezen mooi is. Oude geveltjes, kunsthistorische gebouwen, grappige kleine straatjes, een oud torentje, dat zijn allemaal zaken die Hilversum niet kent. Het moderne raadhuis van Dudok is prachtig; klim de toren maar op. Het is wel de moeite waard om die 246 treden op te stappen; u staat dan 62 meter boven A.P. De Kerkbrink doet het aardig. De villawijken zijn uitstekend. U moet in Hilversum de radiostudio's bekijken en daarbij vooral de hoorspelkern aandacht geven. Hilversum is een goed woon- en koopcentrum. Het ligt in een prachtige omgeving, dat zult u wel ontdekken, wanneer u richting 's-Graveland wandelt of naar Kortenhoef gaat. Ga vooral eens de richting Lage Vuursche uit of wandel, evenwijdig met de spoorbaan, naar Hollandsche Rading. Het arme heidedorpje Hilversum is een belangrijke plaats geworden en als u hier bent, zit u vlak bij Loosdrecht, waar tientallen boten en tientallen vermaak­gelegenheden u wachten.


Ons land van de trein uit gezien. Met 27 reproducties naar foto's en tekeningen. C.A. Kruis. Uitgeverij Mouton & Co, 's-Gravenhage, 1950. Je zit in de trein en verveelt je wat. Dit boek helpt je om je treinreis te beschouwen als het kijken naar een natuurfilm. 180 pagina's volzinnen. Er komt geen trein in voor.


Bradshaw's Continental Guide. August 1914. Herdruk van Bradshaw's Continental Guide, for Travellers Through Europe. David & Charles Reprints, 1972. ISBN 0715355090.

Dienstregelingen en nuttige tips voor de reiziger anno 1914. Dikke pil van 584 pagina's. De pagina's 585 t/m 712, onder andere met kaarten, zitten er helaas niet bij. Ook advertenties zijn weggelaten. Die zitten wel in vergelijkbare uitgaven van augustus 1887, april 1910 en juli 1938. Deze maandelijkse gidsen van Bradshaw verschenen van 1847 tot 1939.

Meer buitenlandse spoorboekjes.


Metrokaarten van de wereld. Mark Ovenden. Uitgeverij Terra Lannoo, Arnhem 2006. ISBN 9058975835.

Vroeger werden kaarten zo veel mogelijk op schaal getekend. Dat is veranderd onder invloed van het beroemde ontwerp dat Harry Beck in 1933 maakte voor de plattegrond van de Londense metro. Duidelijkheid staat voorop, de schaal is niet meer doorslaggevend. Dat maakt het mogelijk om in gebieden waar veel stations dicht bij elkaar liggen de kaart duidelijker te maken. De keerzijde hiervan is dat het bijvoorbeeld in Londen gebeurt dat toeristen een ingewikkelde reis per metro maken, tussen twee stations die op een minuut lopen van elkaar verwijderd zijn. In dit boek worden honderden voorbeelden gegeven van kaarten die in de stijl van Harry Beck zijn gemaakt.


Railway Maps of the World. Mark Ovenden. Viking Penguin, 2011. ISBN 9780670022656.

"The history of the railroad is the history of the modern world." Mark Ovenden heeft een blik spoorkaarten opengetrokken.


Das Berliner U- und S-Bahnnetz. Alfred B. Gottwaldt. Transpress, 2007. ISBN 9783613713048. Eine Geschichte in Streckenplänen von 1888 bis heute.

Berlijn kende aanvankelijk alleen een flink aantal kopstations, van elkaar beconcurrerende spoorwegmaatschappijen. Om goederen en militair materieel te kunnen overbrengen, werden deze stations door middel van een ringlijn met elkaar verbonden. Twee van de vier sporen van deze ringlijn zijn het domein van de S-Bahn (Stadtschnellbahn). Dwars door de stad, van oost naar west, loopt ook een spoorlijn, met roemruchte stations als Berlin Zoo en Alexanderplatz. Behalve de S-Bahn is er de U-Bahn, die grotendeels ondergronds loopt. In dit boek wordt de geschiedenis van Berlijn beschreven aan de hand van de ontwikkeling van deze twee netten, inclusief de bijzondere periode waarin Berlijn in twee zones was verdeeld.


Atlas zur Eisenbahngeschichte. Deutschland, Österreich, Schweiz. Hans-Henning Gerlach. Orell Füssli Verlag, 1986. ISBN 3280013909.


Wereld Spoorwegatlas. O.S. Nock. Elsevier, 1979. ISBN 9010026922. Grote dikke pil met veel informatie en kaarten.


Europa Eisenbahn-Atlas. Kümmerly+Frey. Duidelijke kaarten waarop de Europese spoorlijnen zijn aangegeven. Geen ISBN. In Nederland uitgegeven door Nederlandse Spoorwegen, Ondersteuning Verkoop Internationaal, Ep 3.14.1.

Het boek is niet gedateerd, maar de kaarten geven de situatie in de jaren 90 aan. De grens tussen Oost- en West-Duitsland is verdwenen, de spoorlijn naar IJmuiden staat nog op de kaart, in Joegoslavië zijn gestippelde grenslijnen te zien (het land is uit elkaar aan het vallen), in Denemarken liggen nog geen spoorbruggen over de Grote belt en de Sont.


Eisenbahn-Streckenatlas. Deutschland, Österreich, Schweiz. Geramond Verlag, München, 2007. ISBN 9783765471575.

Wat dan weer jammer en dom is: de meeste kaarten zijn over de vouw van het boek geplaatst. Warum den doch?

  

Atlas van de tramwegen in Nederland. Uitgevers Wyt, Rotterdam 1973. ISBN 9060075285. Aanvulling op de 31 delen van de serie Trams en tramlijnen.

Klik hier voor een deel van de inhoud (vier kleurenkaarten).


Locomotiefloodsen en tractieterreinen in Nederland 1839-1958. H. Waldorp en J.G.C. van de Meene. Schuyt & Co, Haarlem 1992. ISBN 9060973232. Deel 20 in de boekenreeks van de NVBS.

In dit boek worden de bijna driehonderd locomotiefloodsen van de spoorwegen beschreven die Nederland heeft gekend. Met veel foto's en emplacementstekeningen. Van dit alles is soms nog wel iets terug te vinden in het huidige spoorweglandschap.

Enschede in de stoomtijd

De locomotievendepots van Enschede (pdf)
door H. Waldorp in Stoomkroniek 24, 1984


NZH-Railatlas 1881-1961. Van Scheveningen tot Volendam en Alkmaar. Dick van der Spek. Schuyt & Co, Haarlem 1997. ISBN 9060974328. Deel 28 in de boekenreeks van de NVBS.

Tussen Scheveningen en Volendam lag na 1924 het meest uitgebreide elektrische tramwegnet van Nederland, ontstaan door het samengaan van verschillende tramwegmaatschappijen. De exploitatie was in handen van de Noord-Zuid-Hollandsche Tramweg-Maatschappij, kortweg NZH. Dit boek vertelt in foto's en door Dick van der Spek getekende kaarten de geschiedenis uit de periode 1881-1961.


Bronnen op het spoor. Gids voor onderzoek naar de geschiedenis van de spoorwegen in Nederland. Met losse spoor- en tramwegkaart anno 1931. In opdracht van de NVBS uitgegeven door Stichting Matrijs, Utrecht 2000. ISBN 9053451595. Auteurs: A.J. Veenendaal jr., E.J.A. Heusinkveld, C. Douma, A.D. de Pater, A.J.H. van Marion, W. van den Broeke, J.G.C. van de Meene, R.T. Jongerius, B.H. Steinkamp, H.W. Hanenbergh, C. Huurman.

In dit boek komen aan de orde: geschiedenis van de spoorwegen in Nederland; de aanleg van spoorwegen; lokaalspoorwegen; spoorwegarchitectuur; tractie en rollend materieel; personeel; financiering; beveiliging; ongevallen; vervoer van reizigers en vracht; internationaal treinverkeer; de NS tijdens de Tweede Wereldoorlog. Hierbij wordt steeds aangegeven in welke archieven en andere bronnen meer informatie valt te vinden over het betreffende onderwerp. Het boek is echter ook zeer leesbaar voor degenen die helemaal niet van plan zijn om deze bronnen te raadplegen.


Erfgoed dat beweegt. Waardering van de Mobiele Collectie Nederland. Uitgeverij PlanPlan. 2006. ISBN 9076092427. Aan dit boek heb ik enkele fotobijdragen geleverd.

Het boek gaat in op het "waardestellend kader" dat in opdracht van staatssecretaris Medy van der Laan door ambtelijke instanties is ontworpen om subsidieaanvragen te kunnen beoordelen. Medy van der Laan (D66) was een politieke eendagsvlieg die allang weer is gevlogen, vandaar dat ze bij de boekpresentatie niet aanwezig was. Het is een erg leuk boek, ook als het ambtelijke deel je niet interesseert.


Tram en trein luchtig en grondig bekeken. Uitgave ter gelegenheid van het 50-jarig bestaan van de NVBS in 1981. Samenstelling J.W. Sluiter en H. Nieweg. Brill, Leiden 1981. ISBN 9004065164.

Op het omslag een luchtfoto in kleur van de SHM. De rest van het boek bestaat uit zwart-wit luchtfoto's, voornamelijk van voor de Tweede Wereldoorlog. Tram en trein spelen fotografisch gezien vaak een kleine rol: deze zijn meestal slechts toevallig aanwezig op de luchtfoto's. Maar dat maakt het verhaal dat de samenstellers weten te vertellen er niet minder boeiend om. De luchtfoto's zijn aangevuld met beelden vanaf de begane grond.


Foto-atlas Utrecht. Uitgeverij Roba Produkties, Emmen. ISBN 907277017X. Luchtfoto's van de provincie Utrecht, gemaakt in de periode maart t/m mei 1989. Alle foto's zijn zwart-wit, schaal 1:14.000. Dit boek kon je bij intekening aanschaffen. Als extraatje kreeg je er een lijst van intekenaren bij, waarin mijn achternaam verkeerd is gespeld: als Split dus.


Spoorlandschap. Een gids voor reizigers. Redactie Wies Sanders en Paul van der Ree. THOTH en Holland Railconsult, 1999. ISBN 9068682245.

"De lezer maakt kennis met diverse aspecten van het Nederlandse spoornet. (...) Daarnaast worden er acht treinreizen door Nederland gemaakt. (...) Spoorlandschap fungeert als een heldere introductie op de railinfrastructuur en stelt zowel de geïnteresseerde leek als architecten en beleidsmakers in staat hun inzicht in dit complexe fenomeen te vergroten". Aldus de achterflap van dit via De Slegte verramsjte boekje. Allemaal Nederlandse treinen, stations en landschappen, behalve de foto op het omslag: de rookcoupé van een mij onbekend panoramarijtuig.


Railway Relics and Regalia. P.B. Whitehouse. Country Life, 1975. ISBN 0600375722.

Over het verzamelen van spoorwegparafernalia, van treinkaartjes tot seininrichtingen.


An Album of Cigarette Cards. Travel & Transport. Make your own album. 200 colour cards to cut out and paste in with hints on collecting. Harriet Bridgeman & Lettice Buxton. David & Charles. ISBN 0715380478. 1981.

Met een inleiding over de geschiedenis van de cigarette cards en een hoofdstuk over plaatjes met de thema's reizen en vervoer. De rest van het boek bestaat uit bladzijden waarop je zelf 200 reproducties van sigarettenplaatjes kunt plakken. Daardoor ontstaat een album met de series Ships of all Ages (Nicolas Sarony & Co), Riders of the World (W.D. & H.O. Wills), Railway Engines (Imperial Tobacco Company of Canada), Modes of Convey­ance and Marvels of Motion (Ogden's).

Meer over cigarette cards.


Railway Enthusiasts Guide 1960. Edited by P.M.E. Erwood. George Ronald, London 1960. "At last a comprehensive guide for rail fans of the activities of their fellow enthusiasts around the world."

Tegenwoordig heb je internet, maar in 1960 moesten de liefhebbers het doen met tijdschriften en boeken als deze. In dit boek, waarvan ik ook de achterkant laat zien, vinden we onder andere een hoofdstuk over het Spoorwegmuseum in Utrecht. Geen enkele tikfout in de Nederlandse woorden, wat duidt op de grote zorgvuldigheid waarmee dit boek is geredigeerd. De uitgever had andere plannen, maar bij deze ene jaargang is het gebleven. (In 2007 gekocht op Eurospoor voor 50 eurocent.)


De V van vertrek

Achter de letter, encyclopedisch eenletterwoordenboek. Diedrik van der Wal. Uitgeverij Alfabet, 2008. Geen ISBN. Zie www.eenletterwoordenboek.nl.

In 1886 was de dienstregeling tot zo'n bekend fenomeen voor de treinreizigers geworden, dat de vitale onderdelen ervan gerust afgekort konden worden. Werd er op de dienstregelingen van de diverse spoorwegmaatschappijen aanvankelijk nog voluit geschreven van vertrek en aankomst, of hoogstens voorzichtig afgekort (zoals in de zomerdienstregeling van 1863 tussen Antwerpen en Rotterdam: Vertr. en Aank.), in de dienstregeling der treinen van 1886 waren de verkortingen op hun allerkortst: V. en A. Deze werden vervolgens lange tijd gebruikt in allerlei dienstregelingen en ook in de Officieele Reisgids der Nederlandsche Spoorwegen en de opvolgers daarvan. In die voorgangers van het huidige Spoorboekje was het gebruikelijk om de anders op bijna elke regel te herhalen V weer te geven door aanhalingstekens. In de zomer van 1969 verscheen de gids voor het eerst onder de titel Spoorboekje - een voorheen informele maar nu dus officiële benaming. Dat boekje liet de A voortaan bestaan maar liet zonder vermelding van reden de V weg. Die is sindsdien niet meer teruggekeerd.


Over het spoorboekje en de N.S. Dick Otten. Uitgegeven door de Afdeling Propaganda van de NS. Ca. 1946. Met vragenformulier dat je ingevuld kon opsturen naar de Nederlandsche Spoorwegen. Wie de vragen goed had beantwoord kreeg een diploma. Zie ook de Spoorwegserie uit de jaren veertig.

Wat niet in de dienstregeling staat. De geheimen van het spoorboekje. J.H. Bartman. Uitgegeven door de N.V. Nederlandsche Spoorwegen, afdeling Voorlichting. Ca. 1962. Bestemd voor jeugdigen die meer wilden weten over het spoorboekje en het reizen per trein.

 


Fotografie

Zie ook de thema's Mijn camera's en Fotografeertips


Met de trein door Nederland. 1947-1986. Veertig jaar spoorwegfotografie door L.J.P. Albers. Uquilair, 2008. ISBN 9789071513671.

Geweldige zwart-witfoto's van Luud Albers, de man die vaak net even iets andere foto's maakte dan anderen. Zijn goede contacten binnen de spoorwereld hebben hem daarbij geholpen, zeker in de eerste decennia, toen het fotograferen op stations nog verboden was. In het boek maken we de laatste jaren van de stoomtractie mee en de gelijktijdige opkomst van het moderne naoorlogse materieel, dat inmiddels ook al weer geschiedenis is. De terzake doende fotobijschriften en de droge humor waarmee hij over zijn ervaringen vertelt, maken dit boek tot een genoegen om te lezen.

Het enige smetje is de stijlfout (zeugma) op de achterkant van het boek: "De foto’s zijn allemaal afkomstig uit de camera van Luud Albers en het gevolg van zijn interesse in de Nederlandse Spoorwegen." Maar deze tekst is denk ik niet van Albers zelf.

Meer over Luud Albers.



Langs het spoor. Het fotografische oog van Kees van de Meene. Samenstelling Anouk Gielen. 99 Uitgevers, 2014. ISBN 9789078670353.

Decennia lang trok Kees van de Meene (1935) door Nederland en delen van Duitsland en België om, gewapend met een camera en een speciale foto­vergunning, een grote verzameling beelden aan te leggen van zo ongeveer alles wat met treinen en het spoor te maken heeft. Al reizende hield Van de Meene nauwkeurig bij wat hij deed en waar hij fotografeerde door aantekeningen te maken van de locatie, datum van de foto, treinstelnummer en de fotografisch-technische informatie: het soort film en de belichtingstijd, maar ook de kleinbeeldcamera’s waarmee hij fotografeerde. Alles werd systematisch bijgehouden in kleine school­schriftjes, aanvankelijk zelfs met ingeplakte contact­afdrukjes en hier en daar een schets van de situatie ter plekke. Deze combinatie van technische nauwgezetheid met de aansteke­lijke geestdrift voor zijn onderwerp verlenen aan Van de Meene’s spoorfoto’s vanuit historisch perspectief een bij­zondere betekenis. Fotografe Anouk Gielen (1974) stelde uit de fascinerende reizen van Kees van de Meene door de wereld van het spoor een uniek boek samen, waarin zij vooral de fotografische kwaliteit van deze historische beelden aan ons wil laten zien.

Meer over Kees van de Meene



Fotografie op het spoor. Door Roef Ankersmit. Uitg. Uquilair, 2021. ISBN 9789083003382.

Samen met zijn vriend Kees van de Meene (zie hierboven) legde Roef Ankersmit vanaf 1955 het Nederlandse spoorwegnet vast. Ook treinen, maar hun belangstelling ging vooral uit naar de omgeving waarin die reden. In dit boek, dat door Roef op verzoek van Uquilair heeft samengesteld, staan 600 foto's, waarvan 500 dateren van voor 1975. Maar Roef is anno 2021 nog steeds weleens langs de spoorbaan te vinden.



Lodewijk Derens, Nederlands eerste spoorwegfotograaf. Samengesteld door Guus Veenendaal en Remmo Statius Muller. De Alk, 2017. ISBN 9789059611764. Deel 49 in de NVBS-boekenreeks

In het boek staan zo'n 250 van de ongeveer 900 foto's die Derens heeft gemaakt. Bij elke foto is uitgebreid beschreven wat er op te zien is.

Meer over Derens en dit boek.


How to Photograph Trains. J.D. Mills. Fountain Press, London 1957. Prachtig boekje met aanwijzingen voor het fotograferen van treinen: welke camera's, films, filters zijn het meest geschikt, hoe zet je een stoomtrein het mooist op de foto, en waar kun je in Engeland de beste treinenfoto's maken? Met uiteraard fraaie foto's, bijvoorbeeld van een locomotief die tijdens de rit water neemt vanuit een tussen de rails gemonteerde trog. Dankzij de voor die tijd zeer moderne kleinbeeldcamera kon de fotograaf van deze trein wel drie actiefoto's maken.

Zie ook mijn fotografeertips.


How to Photograph Aircraft. Peter Shephard. Fountain Press, London 1960.

How to Photograph Boats. Jack H. Coote. Fountain Press, London 1958.

 

The Last Steam Railroad in America. Foto's van O. Winston Link, tekst Thomas H. Garver. Abradale Press, New York, 2002. ISBN 0810982013.

Steam Steel & Stars. America's Last Steam Railroad. Foto's van O. Winston Link, met teksten van Tim Hensley en Thomas H. Garver. Harry N. Abrams, New York, 1994. ISBN 0810925877.

 

Railroad 1993 Calendar. Dertien foto's van O. Winston Link. Plaizier, Brussel.

Van 1955 tot 1960 legde deze fotograaf de laatste stoomlocs vast die op de Norfolk & Western Railway dienstdeden. Het spectaculairst zijn de foto's die hij 's nachts maakte. Daarvoor gebruikte hij een zelfgebouwde flitsinstallatie, waarbij vele tientallen flitslampen tegelijk werden gebruikt voor één foto. Samen met een assistent was hij uren bezig om alles in de goede positie te brengen. En dan was het wachten totdat de trein reed op de plek die hij van tevoren had bedacht. Vaak schakelde hij ook spoorwegpersoneel of de lokale bevolking in om te dienen als figurant. Meer over deze fotograaf.


Vom Zauber der Züge. Eine Reise durch die Nacht in Bildern und Musik. Axel Zwingenberger. JA/NEIN Musikverlag, 2000. ISBN 3926398027.

Fotografisch stuntwerk, geïnspireerd op het werk van O. Winston Link, maar dan in kleur en met Duitse stoomlocomotieven. Axel Zwingenberger is boogie woogie-pianist. Zijn hobby is het 's nachts fotograferen van rijdende stoomtreinen. In het boek staan ruim tweehonderd grote foto's. In het tweede deel van het boek wordt van elke foto uitgelegd hoe deze tot stand is gekomen.

Bij het boek zitten twee cd's: een met stoomgeluiden, en een met boogie woogie-muziek onder de titel "Blues entlang des Schienenstrangs". Plus een boekje met de bladmuziek van het door Axel Zwingenberger gecomponeerde nummer "Thundertrain". Boogie woogie moet toevallig jouw dingetje zijn, maar je koopt dit boek natuurlijk vanwege de foto's.


Meisterfotos der Reichsbahnzeit. 110 Aufnahmen von Alfred Ulmer 1930-1940. Franckh, 1976. ISBN 3440043290.

Alfred Ulmer maakte in de jaren 30 foto's in opdracht van de Reichsbahndirektion Stuttgart. Na de oorlog leek zijn verzameling verloren te zijn gegaan, maar die kwam later toch weer terecht. In dit boek staan meer dan honderd foto's uit de bloeitijd van de Duitse stoom­locomotief. Een hoofdrol spelen hier de Baureihe 18.1 (Württembergische C) en de Baureihe 39.

Meisterfotos der Reichsbahnzeit II. 200 Aufnahmen von Bellingrodt, Maey und Hubert 1925-1940. Franckh, 1977. ISBN 3440044602.

In 1929 werd in Darmstadt het Deutsche Lokomotiv-Bild Archiv (DLA) opgericht. Hieraan werkten ingenieurs en fotografen mee die belangstelling hadden voor de spoorwegen. Bekende fotografen waren Hermann Maey, Carl Bellingridt en Werner Hubert. Zij streefden ernaar om van elke Duitse locomotiefsoort foto's te verzamelen in verschillende situaties, waaronder die van rijdende treinen in het landschap. Daarbij werden ze gesteund door de Deutsche Reichsbahn, die later het archief overnam. De foto's werden uitgegeven als postkaart (10x15 cm), die door verzamelaars gekocht konden worden. Een groot deel van de originele foto's en negatieven is bij de bevrijding van Berlijn verloren gegaan.




Elektrische Lokomotiven fotografiert von Carl Bellingrodt. Eisenbahn Kurier, Freiburg 1979. ISBN 3882552107.

Dit boek verscheen ter gelegenheid van het 100-jarige bestaan van de elektrische locomotief. Met grote zwart-witfoto's van alle elektrische locomotieven die in Duitsland hebben rondgereden. De meeste foto's zijn gemaakt door de beroemde fotograaf Carl Bellingrodt, die al voor de Tweede Wereldoorlog actief was langs de rails. Zijn archief is na zijn overlijden overgegaan naar de Eisenbahn Kurier.


Magie du Rail. Foto's van Jean-Michel Hartmann, teksten C.-F. Landry. Editions Amart, Lausanne 1959. Zeer fraaie zwart-witfoto's, gemaakt in verschillende Europese landen.


Blandford Press

Symphony in Steam. Colin Garratt. Blandford Press, London 1970. ISBN 0713705280

Steam in the Landscape. K. Westscott Jones, foto's A.J. Hudson. Blandford Press, London 1971. ISBN 0713705426.

Twilight of Steam. Colin Garratt.Blandford Press, London 1972. ISBN 0713705809

  

Last Steam Locomotives of the World. Masterpieces in Steam. Colin Garratt. Blandford Press, London 1973. ISBN 0713706376

Last Steam Locomotives of the World. Steam Safari. Colin Garratt. Blandford Press, London 1974. ISBN 0713707127

Last Steam Locomotives of the World. Iron Dinosaurs. Colin Garratt. Blandford Press, London 1976. ISBN 0713706708

  

Sfeervolle foto's uit de jaren 70 van de vorige eeuw, met beschrijvingen van de betreffende locomotieven en prettig geschreven verhalen over hoe de foto's tot stand kwamen. Colin Garratt heeft de hele wereld afgereisd met zijn Praktica geladen met Agfa CT 18. In dezelfde tijd als ik en met dezelfde apparatuur, alleen ben ik niet verder gekomen dan West-Europa.

Meer boeken van Blandford Press in Series en verzamelwerken


Veterans in Steam. Colin Garratt. Blandford Press, 1979, reprinted 1983. ISBN 0713708549.
Fraaie stoomfoto's uit Groot-Brittannië, Oost-Duitsland, Oostenrijk, Joegoslavië, Griekenland, Turkije en Syrië. Helaas nogal eens over de vouw van het boek geplaatst en daardoor verpest.

In 1984 verscheen bij Rebo Productions een dun boek met de veelzeggende titel Stoomtreinen, met een selectie uit het werk van Colin Garratt. Geen ISBN-nummer.

 

Stoomtreinen uit de hele wereld. Colin Garratt. Rebo Productions, Lisse 1990. ISBN 9036604370. Tweede druk uit 1993, op het omslag na identiek aan de eerste druk.

Colin Garratt kan fotograferen en heeft de hele wereld afgereisd op zoek naar stoomlocomotieven. In de jaren 70 verschenen enkele boekjes waarin zijn foto's niet altijd goed tot hun recht kwamen (zie hierboven). In dit boek zijn de foto's groot afgedrukt. Vaak echter te groot, zodat de vouw van het boek er doorheen loopt.

 

Onder stoom. 26 unieke reizen met een stoomtrein. Anthony Lambert. New Holland Publishers, 2005. ISBN 9059471431. Oorspronkelijke titel Living Steam.

Salontafelboek met fraaie foto's, zoals gebruikelijk vaak verpest doordat ze over de vouw van het boek zijn geplaatst. Ontwerpers die dit doen zouden een beroepsverbod moeten krijgen.


De romantiek van stoomlokomotieven. P.B. Whitehouse. Hamlyn, 1978. ISBN 0600382680. Veel grote kleurenfoto's, zelfs van een RTM-tram in de Rosestraat in Rotterdam.


Stoom in Afrika. A.E. Durrant, A.A. Jorgensen en C.P. Lewis. Schuyt & Co, 1981. ISBN 9060971310, Gedegen salontafelboek met fraaie foto's.


In Search of Steam. 1962-1968 Robert Adley. Blandford Press, Poole, Dorset 1982. ISBN 0713710918.

The Call of Steam. Robert Adley. Blandford Press, Poole, Dorset 1982. ISBN 0713712740.

Verslag van de reizen die de auteur in de jaren zestig door Engeland maakte, toen de laatste stoomlocs bezig waren met hun zwanenzang. Met kleurenfoto's, die vaak nogal grauw zijn afgedrukt. De enthousiaste verhalen maken echter veel goed.

 

The Best of the Last Days of Steam. Edited by Colin G. Maggs. Alan Sutton, Gloucestershire, 1993. ISBN 0750903538. Met grote, sefeervolle zwart-witfoto's, helaas soms over de vouw van het boek afgedrukt. Alleen liefdeloze opmakers verzinnen zoiets.


Steam railways around the world. Foto's van Keith Strickland. Wrens Park Publishing, 1998. ISBN 0905778103.

Steam through five continents. Foto's van Keith Strickland. Wrens Park Publishing, 1998. ISBN 0905778111.

Veel mooie zwart-witfoto's uit de jaren 80 en 90 van de vorige eeuw.

 

Railways in Camera. Archive photographs of the Great Age of Steam, from the Public Record Office. 1860-1913. Samenstelling Robin Linsley. Sutton Publishing Limited, 1996. ISBN 1858337356. Fraaie en/of bijzondere foto's, vaak gemaakt door fotojournalisten die op een speciale gebeurtenis afkwamen.


Great Locomotives. Selected from the Ian Allan magazines Trains Illustrated & Locomotives Illustrated. Ian Allan Ltd, 1978. ISBN 071100868X. Zwart-witfoto's uit de jaren 50 en 60.


British Steam. The Classic Years. John Westwood. Bison Group, 1989, reprinted 1995. ISBN 0861245555. Interessante teksten, mooie foto's. Ook in dit boek zijn de mooiste foto's zo groot afgedrukt dat ze over de vouw van het boek lopen en daardoor verpest zijn.

Een van de verpeste foto's uit dit boek. Ook in veel andere boeken gebeurt dit.

The designer decided to put the picture across both pages. In many books photographs are spoiled this way.


The Twilight of World Steam. Ron Ziel and Mike Eagleson. Hamlyn, 1973. ISBN 0600387070.

Middeldikke pil met zwart-witfoto's uit de tijd dat er nog behoorlijk wat stoomde in de wereld.


On the Move. Great transportation photographs from Life. Met 96 fraaie zwart-witfoto's uit de verzameling van Time Inc. ISBN 0821226223.

In 2006 voor een tientje bij De Slegte gekocht. Niet alleen treinen. Op het omslag een foto van Horace Bristol uit 1938, waarop een vertrekkende trein van de Southern Railroad is te zien.


Trains. The early years. Getty Images. Tekst Beverley Cole. Tandem Verlag, 2001. ISBN 3833113553. Op het omslag zeven nieuwe "King"-locomotieven van de GWR, bij het verlaten van de fabriek in 1930. Deze locs, waarvan er dertig zijn gebouwd, trokken de zwaarste treinen vanaf Paddington naar het westen van Engeland.

Schitterend salontafelboek met minstens 700 foto's, dat een beetje in de weg lag in het boekwinkeltje van ons dorp. In 2006 kon ik het voor 19,99 euro meenemen.


De wereld rond in het spoor van stoomlocs. Foto's en teksten van Jan de Bruin. De Bataafsche Leeuw, 1985. ISBN 9067070629.

De auteur heeft de hele wereld rondgereisd om stoomtreinen te fotograferen. De omgeving waarin die treinen reden is niet aan zijn aandacht ontsnapt. Door de thematische opzet en de prettige schrijfstijl is dit boek een plezier om te lezen. De vele foto's (meest zwart-wit) zijn mooi, maar zijn soms te donker afgedrukt.

Een fotoreis langs ijzeren wegen. Jan de Bruin. Uitgeverij Elmar, 1990. ISBN 9061208033. Prachtige zwart-witfotografie uit de periode 1967-1990.

 

Trams en treinen in de jaren 30 tot 50. Uit het archief van M. van Notten. Met teksten van Remmo Statius Muller. Uitgeverij Elmar, 1987. ISBN 9061205417. Bob van Notten was een NVBS'er van het eerste uur. Hij liep alle NVBS-excursies af en maakte daarnaast veel uitstapjes met Jan Reeskamp en Jan Voerman. Van Notten was geen briljant fotograaf, en hij heeft naar huidige maatstaven ook maar weinig foto's gemaakt (ongeveer 2000 negatieven). Toch was er voldoende materiaal om een aardig boekwerk samen te stellen, dat een beeld geeft van wat er in die jaren op tram- en spoorgebied viel te beleven.


De wereld rond per trein. Thierry Nicolas. Artis, Brussels, 2002. ISBN 9056572482.

De auteur is de hele wereld rondgereisd en heeft fraaie foto's gemaakt, niet alleen van treinen. Zoals bij dit soort boeken vaak voorkomt zijn diverse foto's over de vouw van het boek geplaatst. Opmakers kijken alleen op hun beeldscherm, nooit naar het uiteindelijke resultaat.


Langs Hollands Spoor. Je hoeft niet de halve wereld af te reizen om mooie foto's te maken. Dat bewijst Carel van Gestel met dit fraaie fotoboek, uitgegeven door De Alk, Alkmaar 1999. ISBN 9060130820. Met gedichten van Jur Thomas.


Sporen door Holland. Foto's uit de periode 1974-2004. Carel van Gestel. Aprilis, 2004. ISBN 9059940628. Tweetalig: Nederlands en Engels.

De afgelopen dertig jaar is er veel gebeurd op en rond het spoor in Nederland. De Blauwe Engel heeft plaatsgemaakt voor de hogesnelheidstrein, het seinhuis heeft het afgelegd tegen de computer, het loket is vervangen door de kaartjes­automaat en de reiziger is gepromoveerd tot klant. Ondanks alle veranderingen en moderniseringen zijn spoor en trein blijven boeien, ook al valt de oude en vertrouwde sfeer nu vaak onder het hoofdstuk nostalgie en lijkt romantiek soms ver te zoeken. De ijzeren weg spreekt nog altijd bij jong en oud tot de verbeelding, en de beleving van de spoorwereld is altijd dezelfde gebleven. De eerste bladzijden vormen een terugblik op het materieel in de jaren zeventig, toen de oude kleuren uit de jaren vijftig nog volop te zien waren. Daarna volgt het boek een meer thematische lijn. De nadruk ligt op het beeld, het is geen materieelboek. Meer over dit boek.


Er kan nog een trein komen. Carel van Gestel. Uitgeverij WBOOKS, 2014. ISBN 9789462580060. 21x28 cm, 168 pagina's, gebonden.

Een selectie foto's die Carel van Gestel de afgelopen veertig jaar heeft gemaakt. Foto's uit het historische archief van spoorwegfotograaf J.A. Bonthuis en foto's van machinist Bernd-Jan Kraan bieden interessante uitstapjes. De fascinerende wereld van spoorwegen, vol techniek en romantiek, spreekt bij jong en oud nog altijd tot de verbeelding. Daarbij is het niet alleen het rollende materieel dat de beeldvorming bepaalt. Alles op en rond het spoor draagt een steentje bij. De sfeer van de beelden is daarbij afhankelijk van het spel van licht en donker, het moment van de dag, de mensen, het weer en het seizoen.

De foto’s in dit boek zijn gegroepeerd diverse thema’s. Bijvoorbeeld ‘half uurtje’: een half uur langs het spoor in beeld gebracht (herkenbaar voor veel treinspotters). ‘Regie’, met een overzicht van seinhuizen (inmiddels op de meeste plaats verdwenen). ‘Gevleugeld’, over de Blauwe Engel, de gestroomlijnde dieseltrein die vernoemd werd naar actrice Marlene Dietrich. En wat te denken van ‘reclame’? In de jaren zeventig kregen de Nederlandse treinen drie blauwe banen waar bedrijven hun slogan konden plaatsen. Het boek sluit af met het thema ‘voorbij’, met een voorbij flitsende geel-blauwe intercity. "Rood, dreigend onheil. Lampen branden, bellen rinkelen. Wacht! Als je leven je lief is. Even maar, want voor je ‘t weet is het gevaar al weer voorbij. Maar pas op, vergis je niet, er kan nóg een trein komen..." Meer over dit boek.




Verhalen, reizigerservaringen

Zie ook het thema Spoormannen en -vrouwen


De D204, radiovertellingen. G. Westra Mzn, met bandtekening en illustraties van W.A. Engel. Uitgave M. Stenvert & Zoon, Meppel.

Spannende avonturen op en rond trein D 204. Deze "radiovertellingen" zijn geschreven voor 1934, het boek is daarna verschenen. Dit valt op te maken uit een voetnoot: "Sinds juli 1934 is dat in ons land veranderd. Nu vertoont een veilig signaal in de avonduren een groen licht". Voor die tijd had groen de betekenis langzaam rijden, en wit licht de betekenis veilig. Dit kon gevaar opleveren, want een rood sein waarvan het glas was gebroken gaf dus wit licht. Ik bezit twee uitvoeringen: met harde kaft (links) en met zachte kaft. Het binnenwerk is identiek.

Meer jeugdboeken.

 

Simon reist per spoor. George Hoyer. In den Bloemhof, 1945.

Een kort verhaal (25 bladzijden), geschreven tijdens de hongerwinter 1944-45, toen er als gevolg van de spoorwegstaking geen treinen reden. Van dezelfde auteur verschenen ook 'Boris Alexandrowitsch Bjelkin' en '7 stompjes kaars'.

George Hoyer was een pseudoniem van G.B.J. Hiltermann (1914-2000) die later bekend zou worden als journalist en als conservatief politiek commentator. Van 1956 tot 1999 verzorgde hij op de AVRO-radio de rubriek 'De toestand in de wereld'.


Bericht aan de reizigers. Boekenweekgeschenk 1975. Verhalen en gedichten met het onderwerp reizen als thema.

De titel van het boekje is die van een ritmisch niet helemaal lekker lopend gedicht van Jan van Nijlen, dat begint met de regels: Bestijg den trein nooit zonder uw valies met droomen / Dan vindt ge in elke stad behoorlijk onderkomen.


Soms is een boek zo gek nog niet. Samengesteld door C. Buddingh' in opdracht van de Nederlandse Spoorwegen. ISBN 9090001352. Uitgegeven in 1980. De titel van dit boekje verwijst naar de reclameleus van de NS in die tijd: soms is de trein zo gek nog niet. Met verhalen van onder andere Simon Carmiggelt, S. Montag en Bob den Uyl. Het prachtige verhaal van Bob den Uyl staat ook in het hieronder beschreven boekje.


Spoorleesboekje 1993. Samengesteld door Arie-Jan Gelderblom in opdracht van de Nederlandse Spoorwegen.

Een aardigheidje voor de treinreizigers, met 14 korte verhalen. Spoorleesboekjes verschenen van 1987 t/m 1995.


Een eigenaardige taxirit. En negen andere reisverhalen voor op de achterbank. Boekje dat in 2000 verscheen ter gelegenheid van het 10-jarig bestaan van Treintaxi.

Het openingsverhaal is geschreven door de onvermijdelijke Yvonne Kroonenberg, maar er staan ook zeer aardige verhalen in. Bijvoorbeeld van Bob den Uyl, over zijn reiservaringen in "Donker Spanje". Onder andere over de Talgo, die wel sneller is dan de gewone Rapido, maar waarvan de reiswinst meer dan teniet wordt gedaan door de chaos aan het eindpunt, als de reizigers hun koffers uit het bagagerijtuig terug willen krijgen.


Het reizen vereist sterke zenuwen. Selectie uit het werk van "de koning van de sombere humor". De boeken van Bob den Uyl (1930-1992) zijn al lang uitverkocht. In de zomer van 2004 kon ik aan mijn collectie een nieuw exemplaar toevoegen. Bij uitgever Thomas Rap verscheen een bundel met reisverhalen. ISBN 906005514.

Op het omslag de halte Visvliet tussen Groningen en Leeuwarden. In 1989 zat Bob den Uyl in de trein, en verheugde zich op het weerzien met het stationsgebouwtje van Visvliet. Hoewel dat niemand in de weg stond, bleek het te zijn vervangen door "een miezerig, transparant tramhuisje". Iedereen dacht dat het gebouwtje op de monumentenlijst stond, maar dat bleek niet zo te zijn. Als een dief in de nacht heeft NS het gesloopt. De halte Visvliet is in 1991 opgeheven.


In het kader van een boekenweek zat ik in de trein van Leeuwarden naar Groningen en verheugde me al bij voorbaat op het stationsgebouwtje van Visvliet. Voor mensen die niet in noordelijke streken bekend zijn zeg ik erbij dat dit stationnetje eenzaam temidden van de weilanden staat en bij nadering voor je oprijst als een surrealistisch bouwwerk, bij het zien waarvan de mond openvalt van de schoonheidservaring. Het dorp Visvliet zelf is niet te zien, dat ligt aan de horizon verscholen achter een groepje bomen, en het verband tussen dorp en station dringt zich hierdoor niet direct op. Alles bijeen een unieke plek.

Toen de trein begon af te remmen voor de halte Visvliet keek ik vol vertrouwen uit het raam om het genot dat de aanblik van dit gebouwtje biedt op me in te laten werken. Maar ik zag het niet, het was weg! Toen de trein stilstond ontwaardde ik een miezerig, transparant tramhuisje met een bordje erop: Visvliet. Ik keek naar de horizon en zag een groepje bomen met een torenspits er bovenuit. Het kon niet missen, dit was echt Visvliet. Verbijsterd liet ik me op de bank terugvallen en kon niet anders dan vaststellen dat de NS het gebouwtje hadden laten slopen. En het stond nog wel op de monumentenlijst, schoot me te binnen. Als Rotterdammer ben ik natuurlijk vertrouwd met het verschijnsel dat waardevolle gebouwen rücksichtslos worden afgebroken, maar hier, in dit vriendelijk Friesland, zou dat toch anders moeten liggen. Was er dan niet geprotesteerd en gedemonstreerd?

In Groningen aangekomen belde ik op het station direct naar een kennis bij het grootste dagblad aldaar. 'Wist jij', zei ik, 'dat het stationnetje van Visvliet afgebroken is?' 'Ja', antwoordde hij somber, 'stiekem in een razend tempo gesloopt'. Ik vloekte. 'Maar het stond toch op de monumentenlijst', riep ik weer. 'Ha!' zei hij steeds bitterder, 'dat dacht iedereen. Daarom was niemand erop verdacht. Maar toen we die lijst 's doorkeken bleek dat het er niet op stond.' Er volgde een stilte. 'Dit is een groot verlies voor heel Nederland,' zei ik toen, waarna we een tijd en een etablissement afspraken om het gebeurde nog eens grondig te bespreken.

Passage uit "Altijd en alleen maar boeken" - 3, in "Het land is niet ondankbaar", 1989


Komen & gaan. Een week scharrelen rond Gare du Nord. Youp van 't Hek. Thomas Rap, Amsterdam 2004. ISBN 9060054725.

Wie met een ruitjesbroek in de zaal gaat zitten bij Youp van ‘t Hek, weet dat hij door de meester te grazen zal worden genomen. Om het over Lada-rijders en Buckler-drinkers maar niet te hebben. Grijze burgermannetjes die op een suf kantoor werken. Af en toe dromen ze daar over hun jeugd, toen ze nog idealen hadden. In bed liggen ze naast de vrouw waar ze al een eeuw mee zijn getrouwd en die inmiddels zo gepassioneerd is als een koelkast. Soms gaan ze uit eten. Dan hebben ze elkaar urenlang niets te vertellen.

Als je zo’n leven leidt, dan kun je net zo goed dood zijn. Pak toch de trein naar Parijs! Zoek met je jonge vriendin een hotelletje bij de Champs-Elysées en bedrijf met haar dagenlang de liefde! Rode wijn! Leef! Geniet! En wat doet Youp zelf? Die gaat na zijn voorstelling in Breda vreemd met een uitgewoond tandartsteefje.


Gare du Nord. Verhalen over Frankrijk, door Philip Freriks. Uitgeverij Conserve, 2004. ISBN 9054291788.

Philip Freriks (1944) begon als 16-jarige middelbare scholier in de journalistiek en droomde toen al van Parijs. Hij was er slaapwagen­conducteur, reclameman, student politieke wetenschappen en correspondent. Ook kennen we hem als journaallezer, als presentator van het Groot Dictee der Nederlandse Taal en van de televisiequiz De Slimste Mens.

Meer over schrijver en boek.


Ik was nooit in Nagano. Mart Smeets. Uitgeverij L.J. Veen, 1998. ISBN 9020458973. Bundeling reisverhalen die sinds 1988 verschenen in het treinblad Rails.

"Mart Smeets is een fenomeen. Dat vindt hij zelf trouwens ook." - Wilfred Genee, april 2013


Spoorwegbrevier. Verrassende verhalen over treinen en reizen. Günther Martin en Alfred Niel. Voor Nederland bewerkt door Bronger D.L. Brongers. Ad. Donker, Rotterdam 1976. ISBN 9061001374. Een aardige collectie faits divers.


Bonte trein vol jolijt! Uitgeverij Sic, Amsterdam. Ca. 1946.

Een blaadje met mopjes, cartoons en voor die tijd pikante foto's, bestemd voor de reiziger die enige verpozing zocht. Geen datum, maar kort na de oorlog verschenen en kennelijk voor een groot deel overgenomen uit een Engels blaadje.

Verbroedering. Een Engelse soldaat is met verlof uit Duitsland in Londen. Hij kijkt naar de vele paartjes op straat en roept enthousiast: "Prachtig, zoals de lui hier aan fraterniseren doen!"

Ja, wij lagen vroeger dan dubbel van het lachen.

 

Mal Ernst. Mal Heiter. Duitse humor, aangeboden door Hans Glaser (Pressechef der DB) en Rudolf Schwarz. Redactor Verlag, 1972. ISBN 3876660084.

Paaseieren, prima vulling!

 

VPRO Expresseboekje. In 1979 verzorgde de VPRO, samen met ROVER, een wekelijks radioprogramma vanuit een rijdende trein. Dit boekje is een weerslag van die uitzendingen. Hieraan werd onder andere meegewerkt door Peter Flik, Djoeke Veeninga, Wilma Soeterhuizen, Anton IJdo, Marnix Bruggeman, Hans Dorrestijn, Joop Waasdorp, Johnny van Doorn, Simon Vinkenoog en Ineke Lodder.

De spelling Expresse is verkeerd, maar op de radio hoor je dat niet.

In december 1979 werd de trein getrokken door een loc van de SSN. Bekijk de foto's.


Gids voor het nieuwe reizen. Boekje met tips over hoe je goed kunt leven zonder eigen auto. Een van de alternatieven is natuurlijk het openbaar vervoer. Met medewerking van o.a. ROVER. Uitgegeven door Unieboek, Bussum 1983. ISBN 9026948360.


Excuses voor het ongemak. Dagboek van een treinreiziger. Kees Volkers, zelfstandig journalist. Aprilis, Zaltbommel 2003. ISBN 9059940229. De auteur hield van juli 2002 tot en met juli 2003 een dagboek bij over zijn belevenissen in het openbaar vervoer. Zijn eigen ervaringen vergelijkt hij daarbij met de berichtgeving in de media. Voor doorgewinterde openbaarvervoergebruikers zoals ik levert dit vermakelijke en herkenbare beelden op.


Hier volgt een mededeling! Wouter Klootwijk. OV-m Uitgeverij, Utrecht 2000. Geen ISBN. Bundeling van columns die Wouter Klootwijk heeft geschreven in het vakblad OV-magazine over zijn ervaringen met het openbaar vervoer in Nederland. Hij blijft zich verbazen en schrijft daar op een zeer geestige manier over.

Op het omslag loopt mijn favoriete journalist door de stationshal van Amersfoort.


Fijn met de trein!? Spoorgids voor beginners (en gevorderden). Antoon Erftemeijer. Gopher, 2006. ISBN 9051793502. Ik bladerde dit boekje door bij De Slegte, en kwam toen de volgende behartigenswaardige aanbeveling tegen:

www.nicospilt.com Een omvangrijke site met onder meer tal van foto's van treinen en stationsgebouwen, en geluidsopnames van oude stoomlocs in binnen- en buitenland. Inclusief een geluidsfragment uit het radiojournaal van 8.1.1962 over de grootste treinramp uit de geschiedenis van de Nederlandse Spoorwegen (bij Harmelen, waar na een botsing tientallen doden vielen). Tevens een omroepbericht op station Bilthoven betreffende de treinstaking van 14.10.2004 ('De NS raadt mensen af per trein te reizen' (!)). Verder informatie over 'Trein en postzegel', 'Trein en suikerzakje', alsook 'Trein en toilet' (met ondermeer de waarschuwing voor electrocutie bij het plassen op stroomrail bij electrische treinen in Engeland). Bovendien informatie over boetes in de trein (schoenen op de bank: 25 euro) en historische eigenaardig­heden (zoals een proef met het plaatsen van DE-koffieautomaten in treinstellen in 1995).


In plaats van nachtrust en zeven andere verhalen. Uitgegeven door de NS ter gelegenheid van het tienjarig bestaan van het Nachtnet in 1996. In verband hiermee reed in september 1996 iedere zaterdag een speciale fessttrein. In het boekje staan verhalen van Frans Kusters, Herman Pieter de Boer, Karen Blixen, Gerrit Komrij, Ina van der Beugel, Remco Campert, Truman Capote en Midas Dekkers.

Het aardigste verhaal is “De nachtvlinder” van Midas Dekkers. Hierin beschrijft hij hoe Moeder Natuur ervoor heeft gezorgd dat de aarde efficiënt wordt gebruikt, doordat de dieren in ploegendienst werken. Als de dagvlinder gaat slapen, dan wordt de nachtvlinder actief. Alleen de mensen hebben hier weinig van begrepen. Steden en dorpen liggen ‘s nachts stil. Fabrieken zijn verlaten, peperdure wegen blijven ongebruikt. Slapen moet op de van hogerhand vastgestelde tijden. Om half twaalf draait Vader Staat de televisie uit. Winkels zijn dan al dicht. Alleen het café is nog open, maar om één uur komt ook daaraan een eind. Wie vroeg op wil staan, moet een auto hebben, want treinen en bussen rijden ‘s nachts niet. Toch zijn er veel mensen op de nacht gebouwd. Zij slepen zich van ochtendhumeur naar ochtendhumeur. ‘s Nachts dromen ze van een maatschappij waarin na middernacht meer beroepen mogelijk zijn dan die van inbreker, souteneur of bakker.


De reizende mens. Openbaar vervoer in grootmoeders tijd. J.M. Fuchs en W.J. Simons. Uitgeverij G.J.A. Ruys, Amsterdam, 1986.


De Zephyr. Een treinreis door Amerika. Henry Kisor. Uitgeverij Atlas, 1995. ISBN 9025412939.

De Zephyr is een "cruiseschip op rails". Met vijfhonderd mensen aan boord reist hij in eenenvijftig uur een half continent over, van Chicago naar San Francisco. De auteur heeft ongeveer 360 pagina's nodig om deze reis te beschrijven. Terloops komen we erachter dat hij doof is; dat belet hem niet om gesprekken met passagiers en treinbemanning te voeren. Lekker leesboek.


Western Rail Train. Norman McKillop. Thomas Nelson and Sons Ltd, 1962.

Verslag van een treinreis door Canada en de USA, geschreven door een Schotse machinist. Met 32 zwart-witfoto's. Het stofomslag ontbreekt, maar de twee foto's die erop staan zitten los in mijn exemplaar van het boek. Dat kocht ik voor een paar euro in het Spoorwegmuseum.


Ik vind het niet vervelend om per trein te reizen, maar sommige mensen maken er echt werk van!

De laatste stoom­locomotief. Verhalen en gedichten over de locomotief. De Bezige Bij, 1996. ISBN 9023435192. Diverse auteurs, waaronder Dickens, W.F. Hermans, Theroux, Jules Verne. Op het omslag twee door Henry Dreyfuss gestylde locomotieven van de New York Central System, die de 20th Century Limited trokken tussen New York en Chicago.

De treinreiziger. Christopher Portway. BZZTôH, 2001. ISBN 9055019038. Verslag van de treinreizen die de auteur maakte door de hele wereld. (Ik bezit ook een pocket-editie met dezelfde titel, waarin de helft van de verhalen staat.)

De grote spoorwegcarrousel. Paul Theroux. Arbeiderspers, Amsterdam, 1989 (5e druk). ISBN 9029548835. Verslag van een vier maanden durende reis door Azië.

De mooiste treinreizen van de wereld. Sterpocket. ISBN 9046410056. Met verhalen van onder andere Michael Palin, die we kennen van Monty Python en van zijn reisprogramma's op tv.

Op doorreis. Belevenissen van een treinverslaafde. Lisa St. Aubin de Terán. Rainbow Pocket, 1992. ISBN 9041711155. (geen foto)

 
 

Stoom. Willem van Toorn. Querido, Amsterdam 2005. ISBN 9021484757.

Flaptekst: "Het is 1882. Maarten Corbelijn is één jaar oud als zijn vader door diens eigen rangeerlocomotief wordt doodgereden. Zijn moeder krijgt daardoor geen pensioen van de Staatsspoorwegen. Het zware wisselwachtersbaantje kan ze niet aan en ze wordt dienstbode in de villa van meneer Van Duuren van de steenfabriek. Zo maakt Maarten voor het eerst van dichtbij kennis met een andere sociale klasse. Zijn moeder probeert hem bij de treinen weg te houden, maar de stoom en het staal blijven trekken. Na jaren op de vaart wordt de slimme Maarten pakhuisbediende aan het Entrepotdok in Amsterdam. Al snel wordt hij gekozen tot opvolger van de oude ijkmeester en gaat hij per trein het land door om schepen te ijken. Maarten lijkt een 'meneer' te worden. Maar zijn oude schoolvrienden Henk van Esch, inmiddels élève-machinist, en Jacob Amstel, onderwijzer derde klasse, vertellen hem over de socialistische partijbijeenkomsten met toespraken van Herman Gorter en Henriëtte Roland Holst. Als in 1903 de spoorwegstaking uitbreekt moet Maarten kiezen waar hij bij hoort: bij de bazen of bij de nieuwe wereld van de arbeiders."


Op zondag 13 maart 2005 mocht je op vertoon van het Boekenweekgeschenk gratis met de trein (2e klas). Ik ben lekker thuis gebleven, maar er hebben heel wat mensen in de trein gezeten met Zomerhitte van Jan Wolkers bij de hand. Terwijl de passagiers aan de overkant een kijkje werd gegund op de billen van Karina Wolkers, kwamen de lezers aan hun trekken met het verhaal over een meneer die op het naaktstrand kennis maakt met een jonge vrouw die wel haar schaamhaar maar niet haar oksels heeft geschoren. Flaptekst: "Zomerhitte is een Wolkers pur sang, waarin alle elementen uit zijn rijke oeuvre terugkeren: liefde en dood, kunst en religie, natuur, noodlot en geweld. Een verhaal vol suspense en intrige, in exuberante stijl." Er komen alleen niet zo veel treinen in voor.

Jan Wolkers is in oktober 2007 overleden. Zomerhitte is in dat jaar verfilmd, met Sophie Hilbrand in de vrouwelijke hoofdrol.


Andere talen


Die grossen Eisenbahn-Routen der Welt. Manfred Pawlak Verlag, 1990. ISBN 3881997245. Groot boek met foto's en reisverhalen, samengesteld door Fritz Stöckl. Oorspronkelijke uitgave 1985, Rasch und Röhring Verlag.

Mijn boek mist het stofomslag; hiernaast een afbeelding die ik elders vond.

Van Fritz Stöckl verscheen ook de serie Eisenbahnen der Erde.


The Poetry of Railways. Edited by Samuel Carr. Batsford, London, 1978. ISBN 0713402229. Opgedragen aan Sir John Betjeman.

Hurrah! For the mighty engine,
As he bounds along his track:
Hurrah! For the life that is in him,
And his breath so thick and black;
And hurrah for our fellows, who in their need
Could fashion a thing like him –
With a heart of fire, and a soul of steel,
And a Samson in every limb.

– Alexander Anderson (1845-1909)

Zie ook het thema Trein & kunst.


The End of the Line. Bryan Morgan. Cleaver-Hume Press, London, 1955.

Treinreizen door The Low Countries, France, Italy, Austria, Switzerland, Germany.


Great Railway Journeys of the World. K. Westcott Jones. Alvin Redman, London, 1964.
Achttien treinreizen door verschillende delen van de wereld:

Across Canada with Canadian Pacific
Through the Golden West with Union Pacific
The West Coast 'Daylights'
Route of the 'Blue Train'
The Bergen-Oslo Railway
Trans-Australia
Main Trunk in New Zealand
To the Mountains of the Moon
Under the Alps with the 'Gottardo'

More Alps with the 'Cisalpin'
From Ocean to High Veldt
Hoisted up the Serra
The 'Orient Express'
Madras to the Blue Mountains
A King's Main Line
Trans-Siberian
London to Fort William and the Isles
Rails to the Arctic


Great Railway Journeys of the World. Uitgegeven door de BBC, naar aanleiding van zeven tv-uitzendingen in 1980:

  • Brian Thompson: Deccan (India)
  • Michael Wood: Zambesi Express (South Africa)
  • Michael Frayn & Dennis Marks: The Long Straight (Australia)
  • Ludovic Kennedy: Coast to coast (America)
  • Miles Kington: Three miles high (South America)
  • Michael Palin: Confessions of a Train-Spotter (Britain)
  • Eric Robson: Changing trains (Europe)

Railroad Stories. Spannende en romantische verhalen, gedrukt op goedkoop krantenpapier. Maandelijkse uitgave van de Frank. A. Munsey Company, New York. Dit exemplaar is uit november 1935, en kostte toen 15 dollarcent.


Popular Mechanics Magazine. January 1949. Heel veel advertenties en een aantal artikelen, onder andere 100 Years of the Iron Horse (pdf).



Tram, metro, lokaalspoor


Algemeen


Nederlandsche tramwegen en hun autobussen. Algemeen Publiciteitskantoor, Amsterdam, 1941.

"Het moge waar zijn, dat de tramwegen nog lang niet zoo oud zijn als de Spoorwegen, die in September 1939 hun eeuwfeest hebben gevierd, toch hebben zij reeds een eerbiedwaardige staat van dienst, gezien het feit, dat de oudste maatschappijen toch reeds lang hun vijftigjarig feest voorbij zijn, en met frisschen moed aan de tweede helft begonnen zijn."


De stoomlocomotieven der Nederlandse tramwegen. Ir. S. Overbosch. Uitgegeven door H. Waldorp, Utrecht, 1957.

Ik bezit twee versies: hardcover en softcover; inhoudelijk zijn deze identiek. Het boek geeft een overzicht van alle stoomlocomotieven die dienst hebben gedaan bij Nederlandse tramwegen. In 1957 waren dat er nog maar een paar.

 

The locomotives built by 'Machinefabriek "Breda" voorheen Backer & Rueb'. A.D. de Pater. E.J. Brill, Leiden, 1970. Deel 6 in de boekenreeks van de NVBS.

Op het omslag loc GTW 13 "Silvolde" tijdens een jubileumrit in Doesburg in de zomer van 1956. De loc is bewaard gebleven en bevindt zich nu in het Nationaal Smalspoormuseum in Valkenburg.

Zie ook Machinefabriek Breda.


De stoomtram. W.J.M. Leideritz. De Alk, Alkmaar ca. 1975. Grote Alk 632. ISBN 9060136322. Boekje uit een reeks geschiedschrijvingen van het Nederlandse vervoer- en verkeers­wezen. Dit deel beschrijft de relatieve korte periode waarin de stoomtram een rol speelde in de Nederlandse geschiedenis. Op het omslag loc 13 Silvolde van de GTW (Gelderse Tramwegen) in Doesburg, tijdens een jubileumrit in 1957.

De elektrische tram. W.J.M. Leideritz. De Alk, Alkmaar ca. 1977. Grote Alk 687. ISBN 906013687X.

In deze serie verscheen ook De paardetram in Nederland.

 

Trams en treinen in de jaren 30 tot 50. Uit het archief van M. van Notten. Met teksten van Remmo Statius Muller. Uitgeverij Elmar, 1987. ISBN 9061205417. Bob van Notten was een NVBS'er van het eerste uur. Hij liep alle NVBS-excursies af en maakte daarnaast veel uitstapjes met Jan Reeskamp en Jan Voerman. Van Notten was geen briljant fotograaf, en hij heeft naar huidige maatstaven ook maar weinig foto's gemaakt (ongeveer 2000 negatieven). Toch was er voldoende materiaal om een aardig boekwerk samen te stellen, dat een beeld geeft van wat er in die jaren op tram- en spoorgebied viel te beleven.


Lokaalspoor- en tramwegen van de Hollandsche IJzeren Spoorwegmaatschappij. N.J. van Wijck Jurriaanse. Wyt, Rotterdam 1978. ISBN 9060075773. De HIJSM exploiteerde behalve haar hoofdspoornet ook een groot aantal lokaalspoor- en tramwegen. Deel 7 van de serie Spoorwegen in Nederland.


Museumtrams in Nederland. F. van der Gragt. Wyt, Rotterdam. Deel 2 uit de serie Trams en tramlijnen. ISBN 9060075129. 1e druk, 1970; 1e bijdruk van de 1e gewijzigde herdruk, 1972.

 

Die Wuppertaler Schwebebahn. Boekje uit 1955.

Lees meer over de Wuppertaler Schwebebahn en andere bijzondere systemen.


Eisenbahnen und Strassenbahnen der Niederlande
Chemins de fer et tramways des Pays-Bas

Ter gelegenheid van het MOROP-congres 1975 vervaardigde de NVBS een gids met informatie over de NS en over de trambedrijven in Nederland. Ook de toenmalige museumbedrijven komen aan de orde. De gids is tweetalig. De tekst is geschreven door J.H. Broers.

Klik hier voor een scan van dit boekje.


Steden en regio's


Stoomtrams in het centrum van Nederland. H. de Herder e.a. Wyt, Rotterdam 1973. ISBN 9060076826. Deel 18 uit de serie Trams en tramlijnen.

Stoomtrams van Wadden tot IJ. W.I. Engel en J. Kok. Wyt, Rotterdam 1973. ISBN 9060076923. Deel 19 uit de serie Trams en tramlijnen.

De heer Engel is in maart 2005 op 85-jarige leeftijd overleden. Hij heeft veel betekend voor de tram- en treinwereld via zijn boekjes en onderzoeken.

 

De elektrische trams van Groningen, Arnhem en Nijmegen. J. Mulder e.a. Wyt, Rotterdam 1971. ISBN 9060075625. Deel 7 uit de serie Trams en tramlijnen.

Elektrische trams in Twente, Zuid-Limburg en Zeeland. R. Stamkot e.a. Wyt, Rotterdam 1971. ISBN 9060075927. Deel 10 uit de serie Trams en tramlijnen.

 

Motortrams. H.G. Hesselink. Wyt, Rotterdam 1977. ISBN 9060077628. Deel 26 uit de serie Trams en tramlijnen.

Reeds in 1891 verschijnt als eerste de petroleummotor, en enkele jaren daarna kunnen we een op lichtgas lopende tram aantreffen. Na de eeuwwisseling zien we, onder andere in 1903, enkele pogingen om een stoomrijtuig te exploiteren, echter ook nog zonder succes.

Dan in 1910 de eerste groots opgezette invoering van benzine-elektrische tractie bij de OSM. In de jaren twintig verschijnen de door auto's getrokken trams. Na de benzinemotortrams komen de dieselmechanische en tenslotte de dieselelektrische rijtuigen en locomotieven. In 1932 nog pril, later op redelijke schaal bij de RTM tot 1966 toe.


Noord-Brabant, Limburg


De stoomtrams van Noord-Brabant en Limburg. W.J.M. Leideritz. Wyt, Rotterdam 1972. ISBN 906007632X. Deel 13 uit de serie Trams en tramlijnen.

De stoomtrams van Noord-Brabant. W.J.M. Leideritz. Wyt, Rotterdam 1977. ISBN 9060078020. Deel 30 uit de serie Trams en tramlijnen.

 

Trams in Midden- en Zuid-Limburg. Johan Blok, Cor Campagne, Sjef Janssen. Schuyt & Co, 1998. ISBN 9060974344.

Tussen 1888 en 1950 kende men in dit deel van Limburg een aantal tramlijnen, waarvan de meeste werden geëxploiteerd door de LTM.


Drenthe, Overijssel, Gelderland


De stoomtrams van Drenthe en Oost-Groningen. H. Zandbergen e.a. Wyt, Rotterdam 1972. ISBN 9060076524. Deel 15 uit de serie Trams en tramlijnen.

De stoomtrams van Friesland en N.W. Overijssel. L. Bijkerk e.a. Wyt, Rotterdam 1972 (1e gecorr. bijdruk 1974). ISBN 9060076222. Deel 12 uit de serie Trams en tramlijnen.

 

Stoomtrams in Gelderland. H.G. Hesselink. Wyt, Rotterdam 1977. ISBN 9060077822. Deel 28 uit de serie Trams en tramlijnen.


Op smalspoor door Oost-Gelderland. H. Nieweg. E.J. Brill, Leiden, 1976. ISBN 9004045244.

Geschiedenis van de Geldersche Stoomtramweg-Maatschappij, later Geldersche Tramweg-Maatschappij, vanaf 1934 opererend onder de naam Geldersche Tramwegen (GTW). Een geschiedenis die begon in 1881 met de opening van de lijn Doetinchem-Dieren en die, wat de tramdiensten betreft, eindigde op 31 augustus 1957. De laatste rit werd gereden door loc Silvolde. Een merkwaardige opvatting van de auteur: omdat niet van alle foto's de maker bekend is, heeft hij ook geen namen vermeld bij de foto's waarvan de maker wel bekend is.

Deel 8 in de boekenreeks van de NVBS.


Van stoomtram tot DVM. De geschiedenis van de stoomtram en autobus in Noord-Overijssel en Drenthe. A.E. van Bergen, H. Zandbergen. De Bataafsche Leeuw, 1985. ISBN 9067070769.

Deel 14 in de boekenreeks van de NVBS.


Lokaalspoorwegen in Twente en de Achterhoek. Evert Heusinkveld. Schuyt & Co, Haarlem 1998. ISBN 9060974638.

Deel 30 in de boekenreeks van de NVBS.


Overijsselsche Lokaalspoorweg-Maatschappij Deventer-Ommen (OLDO). Wiebe van der Velde. Uquilair, 2000. ISBN 9071513335.

Geschiedenis van de spoorweg van Deventer over Raalte naar Ommen, geopend in 1910 en in 1935 alweer gesloten. De exploitatie van de OLDO werd verzorgd door de SS, later door de NS.


Friesland, Groningen


De stoomtrams van Drenthe en Oost-Groningen. H. Zandbergen e.a. Wyt, Rotterdam 1972. ISBN 9060076524. Deel 15 uit de serie Trams en tramlijnen.

De stoomtrams van Friesland en N.W. Overijssel. L. Bijkerk e.a. Wyt, Rotterdam 1972 (1e gecorr. bijdruk 1974). ISBN 9060076222. Deel 12 uit de serie Trams en tramlijnen.

 

Friesland rond per tram. De geschiedenis van het trambedrijf van de Nederlandsche Tramweg Maatschappij. J.J. Tiedema en J.J. Buikstra. Kluwer Technische Boeken, 1982. ISBN 9020114832. Deel 12 in de boekenreeks van de NVBS.

Friesland rond per tram. 1880-1948. De geschiedenis van het trambedrijf van de Nederlandsche Tramweg Maatschappij. J.J. Tiedema en J.J. Buikstra. Schuyt & Co, 1994. ISBN 9060973720. Deel 25 in de boekenreeks van de NVBS.

Het hoofdkantoor van de NTM was gevestigd in Heerenveen.

 

Reisgids voor Friesland. Spoor-, tram-, autobus- en bootdiensten. Zomerdienst 15 mei 1939.

Aangeboden aan de abonné's van het Nieuwsblad van Friesland.


Opkomst en ondergang van de Noord-Friesche Locaal-Spoorwegmaatschappij. Oege Kleijne. Uitgeverij Gegarandeerd Onregelmatig, 2013.

Deel 47 in de boekenreeks van de NVBS.

Geschiedenis van de lokaalspoorlijn die bekendstond als het Dokkumer Lokaaltje. Meer over dit boek.


Stoomtrammaatschappij Oostelijk Groningen. 1915-1948. G.R. de Weger en Ag. Jansen. Schuyt & Co, Haarlem 1999. ISBN 906097493X.v

Deel 31 in de boekenreeks van de NVBS.


Utrecht


De Zeister tram. A. Steenmeijer. Pirola, Schoorl, 1982. ISBN 9064550271. Geschiedenis van de elektrische tram Utrecht-Zeist, 1909-1949.

De gemeentetram Utrecht. A. Steenmeijer. Pirola, Schoorl, 1986. ISBN 9064550468. Geschiedenis van de paardetram en de elektrische tram in de gemeente Utrecht, 1889-1939.

 

De elektrische tram in en om Utrecht. Jan Reeskamp. Wyt, Rotterdam 1970. ISBN 9060075226. Deel 3 uit de serie Trams en tramlijnen. Over de tramlijnen in Utrecht, van Utrecht naar Zeist, en Amersfoort-Zeist-Arnhem.

Met de bus door de Domstad. Max Velthuis. Historische reeks Utrecht, deel 7. Matrijs Utrecht, 1986. ISBN 9070482312.

De geschiedenis van de Utrechtse stadsbus vanaf 1889.

 

Van stoomtram tot sneltram. De geschiedenis van de tram- en bargediensten tussen Utrecht - Jutphaas - Vreeswijk en IJsselstein. W.J.F. van der Kuijlen. A.H.A. Thijsen, Buren 1987. ISBN 906912002X.

Dit boek beschrijft de geschiedenis van het openbaar vervoer in het in de boektitel aangegeven gebied, beginnend met paarden­omnibussen en stoombarges (schuiten), tot aan het gereedkomen van de sneltram naar Nieuwegein en IJsselstein in 1983 resp. 1985.

Interview met Pim van der Kuijlen.


Het Gooi


De Gooische Stoomtram en andere lijnen in het Gooi. W.I. Engel. Wyt, Rotterdam 1972. ISBN 9060076125. Deel 11 uit de serie Trams en tramlijnen.

Daar reed toen de Gooische. Een historische tramrit van Amsterdam naar het Gooi. R. Meyn. Albis uitgeverij, Hilversum 1996. ISBN 9070715023.

 


Gids langs de Gooische Stoomtramlijn. H. Joh. Smid. Uitgegeven door J. Heek, Hilversum in 1882. Met een kaartje van het lijnennet. Facsimile heruitgave.

In het spoor van de Gooische Tram. Bep de Boer. Van Wijland, Laren 2004. ISBN 9077285059. Chronologisch overzicht van alle incidenten en ongevallen die zich met "De Gooische Moordenaar" hebben voorgedaan. Gemiddeld twee dodelijke slachtoffers per jaar; kom daar tegenwoordig nog eens om!

 

De Gooische Moordenaar. Tramgeschiedenis 1880-1958. W.I. Engel. Pirola, Schoorl 1981. ISBN 9064550247.

Zie ook het thema Gooische Stoomtram.


De 's-Gravelandsche paardetram. W.I. Engel. Pirola, 1985. ISBN 9064550395.

Vanaf 1889 verbond deze tramlijn het station Hilversum met de gemeente 's-Graveland. De lijn was een uitkomst voor de vele villabezitters in Hilversum en omgeving die in Amsterdam werkten maar in het Gooi woonden. In 1923 konden de paarden het niet meer opnemen tegen de concurrerende autobus. Op het omslag een paardetram op de Kerkbrink in Hilversum, voor het toenmalige gemeentehuis.

Zie ook Op de Rails, december 1954.


Noord- en Zuid-Holland


Enkele reis Enkhuizen-Hoorn. Jan de Jong. Uitgave in eigen beheer, 2013.

"Veel mensen kennen Jan de Jong als de man met een ontzettend grote collectie afbeeldingen van Enkhuizen. Op vrijwel elke markt is hij aanwezig met een deel van zijn collectie. Daar kan hij boeiend over vertellen. Wat misschien niet iedereen weet, is dat Jan een groot deel van zijn collectie ter beschikking heeft gesteld van Oud Enkhuizen. Een niet onaanzienlijk deel van het digitaal archief van Oud Enkhuizen bestaat inmiddels uit door hem verzamelde afbeeldingen. Wellicht kennen anderen Jan als uitgever van een aantal fotoboekjes. Zijn meest recente uitgave - 'Enkele reis Enkhuizen-Hoorn' - gaat over de paardetram die ooit tussen Enkhuizen en Hoorn reed. Het boek staat niet alleen vol met foto's, maar ook met wetenswaardigheden over alle plekken die de tram onderweg aan deed. Het is verkrijgbaar bij elke boekhandel tussen Enkhuizen en Hoorn." (www.rodi.nl, 13-11-2013)

Zie ook het thema SHM Hoorn-Medemblik.


Bello. Vijftig jaar railverbinding Alkmaar - Bergen - Bergen aan Zee. S. Selleger. Uitgeverij Pirola, 3e druk, 2005. ISBN 9064550166. De eerste druk verscheen in 1979.

Met Bello naar Bergen aan Zee. Mart Henneke. Uitgeverij Pirola, 2005. ISBN 9064555265.

Zie ook het thema Bello.

 

De Westlandsche Stoomtram. J.C. van Hartingsveldt. Wyt, Rotterdam 1981. ISBN 9060078128. Deel 31 uit de serie Trams en tramlijnen. Dit boekje verscheen als nakomertje van de serie van 30 delen, in een beperkte oplage; er is daardoor lastig aan te komen.


Rook waait over het Westland. De Westlandse Stoomtram, het Delflandspoor en de Westlanders, 1881-1970. Hans van Lith. Uitgeverij Kimabo, 2012. ISBN 9789490920067.

Uitgebreide boekbespreking.

Deel 45 in de boekenreeks van de NVBS.


Openbaar vervoer in en om Leiden. Uitgave van de NVBS in samenwerking met de Autobus Dokumentatie Vereniging (ADV), 1971.

Dit boekje verscheen ter gelegenheid van de tentoonstelling over openbaar vervoer in en om Leiden, gehouden in de Lakenhal van 7 augustus tot en met 5 september 1971. Het biedt een beknopt overzicht van het openbaar vervoer op het water, op de rails en op de weg in de Leidse regio. Op het omslag een luchtfoto van het NS-station Leiden.


Haarlem en zijn Openbaar Vervoer. G.J. de Swart. Schuyt & Co, Haarlem. Boekje (44 blz.) uit 1975. ISBN 9060970594.

Op het omslag de Grote Markt van Haarlem, met paardetrams en Sint-Bavokerk, in 1907.


Amsterdam


70 jaar elektrische tram in Amsterdam. C. van Mechelen. Wyt, Rotterdam 1972 (eerste gecorrigeerde bijdruk). ISBN 9060075420. Deel 5 van de serie Trams en tramlijnen.

De geschiedenis van de Amsterdamse elektrische tramlijnen. P.H. Kiers en J.H. Stork. Wyt, Rotterdam 1974. ISBN 9060077229. Deel 22 van de serie Trams en tramlijnen.

 

Van paardetram naar dubbelgelede. W.J.M. Leideritz. Minerva, Zandvoort aan Zee, 1966. De geschiedenis van de Amsterdamse tram (en bus) in vogelvlucht. Ter inleiding een hoofdstuk over de ontwikkeling van de tram in het algemeen.

Er is later een herziene druk verschenen bij De Alk.

Lijnen van gisteren. 100 jaar Amsterdams openbaar vervoer in foto's 1875-1975. Samengesteld door H.J.A Duparc en J.W. Sluiter. Uitgegeven door E.J. Brill, Leiden 1975. ISBN 9004041923. Kloek boek met 280 zwart-witfoto's en relevante bijschriften. (Het boek is samengesteld door twee vooraanstaande NVBS'ers, maar het behoort niet tot de boekenreeks van de NVBS.)

Die Leute vom Rathaus. Een portret in woord en beeld van zes jaar GVB met André Testa.

In 2001 door het GVB Amsterdam uitgegeven boekje ter gelegenheid van het afscheid van de kleurrijke directeur André Testa. Op het omslag staat hij in Bommeljas afgebeeld op een tekening van Peter Pontiac.

30 jaar metro. De ontwikkeling van Amsterdam als Metrostad. In december 2007 uitgegeven boekje naar aanleiding van de gelijknamige tentoonstelling. Veel foto's en interviews.

Trammelant. Een boekje vol "rampen". R.A.M. Platjouw. In 1989 uitgegeven in eigen beheer. De opbrengst van het boekje kwam geheel ten goede aan de door de bestuurders van GVB-lijn 2 opgezette "Zilvertram-actie" ter ondersteuning van een goed doel.

Grote collectie foto's van trams en bussen die bij botsingen en ontsporingen betrokken waren. Meestal bleef het beperkt tot materiële schade.


NZH (Blauwe Tram) en voorgangers


Voorlopers van de 'Blauwe Tram'. J.J. van Helden e.a. Wyt, Rotterdam 1974. ISBN 9060077121. Deel 21 uit de serie Trams en tramlijnen.

De 'Blauwe Tram'. 1924-1961. L.J.P. Albers. Wyt, Rotterdam 1977 (3e druk). ISBN 9060075722. Deel 8 uit de serie Trams en tramlijnen. Op de voorpagina een fraaie actiefoto van Luud Albers.

 

Per Noord-Zuid er op uit! H.J.F. de Roy van Zuydewijn. J.H. de Bussy, Amsterdam ca. 1970. Een tramreis van Volendam naar Scheveningen, uitgebeeld met behulp van veel foto's en afbeeldingen uit de periode 1878 tot 1961.

Voor een boekbespreking zie Op de Rails, februari 1969, blz. 30. De Roy van Zuydewijn heeft ook gefilmd; zijn films bevinden zich in het archief van de NVBS.

 

De Waterlandse Tram. 1888-1956. Door Geert Titsing. Schuyt & Co, Haarlem 1993. ISBN 9060973380. Deel 21 in de boekenreeks van de NVBS.

Het trambedrijf van de NZH. 1899-1957. Tussen Spui en Zandvoorts Strand. H.J.A. Duparc. Schuyt & Co, Haarlem 1995. ISBN 9060973887. Deel 26 in de boekenreeks van de NVBS.

 

NZH-Railatlas. Van Scheveningen tot Volendam en Alkmaar. Dick van der Spek. Schuyt & Co, Haarlem 1997. ISBN 9060974328. Deel 28 in de boekenreeks van de NVBS.

Tussen Scheveningen en Volendam lag na 1924 het meest uitgebreide elektrische tramwegnet van Nederland, ontstaan door het samengaan van verschillende tramwegmaatschappijen. De exploitatie was in handen van de Noord-Zuid-Hollandsche Tramweg-Maatschappij, kortweg NZH. Dit boek vertelt in foto's en door Dick van der Spek getekende kaarten de geschiedenis uit de periode 1881-1961.

Verdwenen maar niet vergeten. Een tramfoto-expositie samengesteld uit eigen werk van L.J.P. Albers, te bezichtigen vanaf 7 november 1986 in het NZH-Bedrijfsmuseum, Leidsevaart 396 te Haarlem. Met een voorwoord van jhr. drs. Testa, directeur van de NZH. Brochure met veel zwart-witfoto's.

Van zomerhuis tot Blauwe Tram. L.J.P. Albers, 1986. Over de enige bewaard gebleven 'Boedapester', stuurstandrijtuig B412. Deze kon na een carrière als zomerhuisje worden gerestaureerd en kreeg toen een ereplaats in het bedrijfsmuseum van de Noord-Zuid-Hollandse Vervoer Maatschappij. Tegenwoordig is dat het NZH Vervoer Museum in Haarlem.

 . 

De NZH 1. Het tramtijdperk. J.H. Bartman en G.J. de Swart. Alkenreeks 167.

De NZH 2. Het busbedrijf. P.H. Scheurleer en J.H. Bartman. Alkenreeks 168 (ca. 1970)



Zie ook Blauwe Tram in Voorburg

 

Rotterdamsche Tramweg Maatschappij (RTM)


De R.T.M. op de Zuid-Hollandse en Zeeuwse eilanden. Drs. A. Dijkers. E.J. Brill, Leiden, 1971. Deel 7 in de boekenreeks van de NVBS.



Zie ook RTM vroeger en nu

 

De stoomtrams op de Zuid-Hollandse eilanden en in Zeeland. A. Dijkers en H.G. Hesselink. Wyt, Rotterdam 1973. ISBN 9060076621. Deel 16 uit de serie Trams en tramlijnen.

Motortrams. H.G. Hesselink. Wyt, Rotterdam 1977. ISBN 9060077628. Deel 26 uit de serie Trams en tramlijnen. Onder andere het dieselmaterieel van de RTM.

 

Met de tram naar Voorne-Puten. F.C.G. Huizer. Uitgegeven door de afdeling Rotterdam van de NVBS. Tweede druk, mei 1982

De tramboten van de RTM en haar dochterondernemingen. W.J.J. Boot. De Alk, Alkmaar 1983. ISBN 9060139143. De RTM exploiteerde niet alleen een uitgebreid tramnetwerk op de Zuid-Hollandse eilanden en in Zeeland, maar onderhield ook diverse verdiensten.

 ';

Dienstregelingen RTM. Ingaande 29 september 1957, 22 mei 1966 en 3 juni 1973.

Op de dienstregeling van 1966 staat "de brug is open". Deze eerste vaste oeververbinding met Goeree-Overflakkee was het begin van het einde van de veerdienst tussen Hellevoet­sluis en Middelharnis. Deze is in 1971 opgeheven, en komt dan ook niet meer voor in de dienstregeling 1973.

Lees ook Met de tram naar Hellevoetsluis (pdf)

  

Hellevoetsluis, Nieuw-Helvoet en Nieuwenhoorn. Herlevend Hellevoet 1945-1980. Arie Jan Stasse. Uitgeverij Aprilis, Zaltbommel 2004. ISBN 9059940180.

Hellevoetsluis, een Zuid-Hollands stadje aan het Haringvliet, is ontstaan aan het eind van de zestiende eeuw, bij de sluis van Nieuw-Helvoet. In de Tweede Wereldoorlog werd Hellevoetsluis voor een groot deel door de Duitsers afgebroken, maar na de oorlog herstelde de stad zich voorspoedig. Dit fraaie fotoboek laat de ontwikkeling zien die Hellevoetsluis tussen 1945 en 1980 heeft doorgemaakt. Uiteraard is er ook aandacht voor de door de RTM verzorgde verbindingen met Rotterdam (tot 1966 met de tram, daarna de bus) en de veerdienst (tot 1971) naar Goeree-Overflakkee. Hieraan heb ik met enkele foto's een bijdrage mogen leveren.

Uit de geschiedenis van de Rotterdamse Stoomtram. Deel 1. C.M. Koster. Uitgeverij Pirola, 1984. ISBN 9064550352.

Uit de geschiedenis van de Rotterdamse Stoomtram. Deel 2. C.M. Koster. Uitgeverij Pirola, 1985. ISBN 9064550387.



 

De stoomtram van de Rosestraat. Marja Visscher. Deboektant, 1989. ISBN 9071802221. Deel 1 van een serie. De Rosestraat in Rotterdam was de uitvalsbasis van de RTM. Het station lag vlak bij De Hef.

De stoomtram op Schouwen-Duiveland. Anna Jacobapolder-Steenbergen. Cor Pols. Deboektant, 1989. ISBN 9071802353. Deel 2 van een serie.

De stoomtram op IJsselmonde. Bas van der Heiden. Deboektant, 1990. ISBN 9071802434. Deel 3 van een serie.

De stoomtram in de Hoeksche Waard. Bas van der Heiden. Deboektant, 1990. ISBN 9071802493. Deel 4 van een serie.

De stoomtram op Goeree Overflakkee. Bas van der Heiden. Deboektant, 1991. ISBN 9071802566. Deel 5 van een serie. Goeree en Overflakkee zijn twee eilanden, in het midden verbonden door Stellendam.

De stoomtram naar Hellevoetsluis. Bas van der Heiden. Deboektant, 1991. ISBN 9071802647. Deel 6 van een serie. Met de RTM-tram van Rotterdam naar Hellevoetsluis, dan de RTM-veerboot naar Middelharnis. Tot slot met de RTM-bus naar Stellendam.

De stoomtram naar Oostvoorne. Bas van der Heiden. Deboektant, 1992. ISBN 9071802701. Deel 7 van een serie.

De paardetram van de RTM. De stoomtram Rotterdam-Schiedam. Bas van der Heiden. Deboektant, 1992. ISBN 907180285X. Deel 8 van een serie.

De stoomtram tijdens de watersnood. Bas van der Heiden. Deboektant, 1993. ISBN 9071802892. Deel 9 van een serie.

De stoomtram tijdens de bezetting. Bas van der Heiden. Deboektant, 1993. ISBN 9071802906. Deel 10 van een serie.

De stoomtram en de veerdiensten. Bas van der Heiden. Deboektant, 1994. ISBN 905534012X. Deel 11 van een serie.

De stoomtram en het goederenvervoer. Bas van der Heiden. Deboektant, 1994. ISBN 9055340235. Deel 12 van een serie.

De stoomtram uit de rails. Bas van der Heiden. Deboektant, 1995. ISBN 9055340367. Deel 13 van een serie.

De stoomtram naar het museum. Bas van der Heiden. Deboektant, 1996. ISBN 9055340596. Deel 14 van een serie.

De stoomtram en het personeel. Bas van der Heiden. Deboektant, 1996. ISBN 9055340804. Deel 15 van een serie.

De R.T.M. tram, een kleurrijk verleden. Bas van der Heiden. Deboektant, 1999. ISBN 9055341274. Boekje met kleurenfoto's van de periode na de Tweede Wereldoorlog tot aan het begin van de ZWN-periode. Deel 16 van een serie.

De R.T.M. door de ogen van dr. H.J. van Zuylen. Bas van der Heiden. Deboektant, 2002. ISBN 9055341843. De heer Van Zuylen was van 1949 tot 1977 directeur van de RTM. Van zijn hand zijn de ruim 90 foto's in dit boek. Deel 17 van een serie.

RTM stoomtram in kaart gebracht. Bas van der Heiden. Deboektant, 2004. ISBN 9055342203. Overzicht van de geschiedenis van de RTM aan de hand van ansichtkaarten. Deel 18 van een serie.

 
 
 
 
 
 
 
 
 

RTM autobussen op de eilanden. Bas van der Heiden. Deboektant, 1989. ISBN 9071802280.

RTM autobussen op de eilanden. Deel 2. Bas van der Heiden. Deboektant, 1998. ISBN 9789055341153.

 

Stellendam in de jaren 50. J. van Seters Bzn. Deboektant, 1990. ISBN 9071802469.

Foto's uit Stellendam, waar de familie van mijn moeder vandaan kwam. Aan de buitenkant van het dorp lag het tramstation van de RTM, aan de tramlijn Middelharnis - Ouddorp. Bij de watersnood van 1953 werd het tramnet ernstig beschadigd. Het werd weer opgebouwd, maar al in 1956 werd het personenvervoer stilgelegd, een jaar later ook het goederenvervoer.


De RTM van Oud naar Goud. Uitgave uit 2016 van de RTM, in samenwerking met Uquilair. Mark Grootendorst, Jan de Bruin, Cor Boelhouwers, Eric van der Reiden. ISBN 9789071513930. 247 pagina's, formaat A4. Met dvd.

Dit boek is uitgebracht ter gelegenheid van het 50-jarig bestaan van de Stichting v/h Rotterdamsche Tramweg-Maatschappij (RTM) te Ouddorp. Het is geschreven door vier RTM-medewerkers.

In het boek worden zowel het oude bedrijf als het RTM-trammuseum belicht, waardoor de logische verbanden tussen verleden en heden worden aangetoond. Niet alleen passeert het vroegere trambedrijf in al zijn aspecten de revue, ook worden vaak onderbelichte zaken behandeld, zoals het uitgebreide goederen­vervoer, de revisies van de stoomlocs en de speciaal voor de RTM gemaakte ontwerpen voor zowel materieel als drukwerk.

De weg naar succes bleek voor het RTM-museum lang en moeilijk. De ups en downs, het wel en wee en het uiteindelijke resultaat van 50 jaar museumtram komen in dit boek ook uitvoerig aan bod.

Veel illustraties in dit jubileumboek zijn nog nooit gepubliceerd, zoals veel kleurenfoto’s en tekeningen uit het eigen archief. Van de meeste voertuigen in het RTM-museum zijn prachtige kleurentekeningen opgenomen, die speciaal voor dit boek werden vervaardigd. Ook zijn in dit boek netkaarten en gedetailleerde plattegronden van emplacementen te vinden.

Als bijlage is een dvd geleverd met de geluidsfilm ‘De Eilandentram’ uit 1954 en drie historische geluidsopnamen uit 1955 en 1961, over­genomen van oude 78-toerenplaten en elektronisch gerestaureerd.

zie ook RTM vroeger en nu



Zeeland

De stoomtram op oost Zeeuws-Vlaanderen. Deel 2, over de Zeeuws-Vlaamsche Tramweg Maatschappij (ZVTM). Leen Boere. Deboektant, 1996. ISBN 905534060X.

Deel 1 gaat over de stoomtram op west Zeeuws-Vlaanderen. Dit was het werkterrein van de Stoomtram-Maatschappij Breskens – Maldeghem (SBM). In deze serie verschenen verder boeken over de RTM (zie hierboven), over de trams op Walcheren, in Brabant en Limburg.


Rotterdamse Elektrische Tram


Trammend naar de metro. De historie van de tram in Rotterdam. Dr. H.J.A. Duparc, Ir. H.P. Kaper, L. Stigter. E.J. Brill, Leiden, 1968. Deel 3 in de boekenreeks van de NVBS.

De elektrische trams van Rotterdam. W.H. Schoonaard. Wyt, Rotterdam 1972. ISBN 9060075528. Deel 6 van de serie Trams en tramlijnen.

De geschiedenis van de Rotterdamse elektrische tramlijnen. H.M.R.A Solle. Wyt, Rotterdam 1979. ISBN 9060077520. Deel 25 van de serie Trams en tramlijnen.

 

Bij de beurs overstappen... Boekje ter gelegenheid van 75 jaar elektrische tram in Rotterdam (1905-1980). Tekst F.J. van Zonneveld. Uitgegeven door het Initiatiefcomité Rotterdams Tram Museum.

Veertig jaar metro in Rotterdam 1968-2008. Jan van Huijksloot en Joachim Kost. Uquilair, 2008. ISBN 9071513633. Dikke pil waarin de ontwikkeling wordt beschreven van de kortste metrolijn ter wereld tot regionaal light rail-netwerk.

Rotterdam per tram. Een rit per electrische tram door de Maasstad (1945-1968). G.D. van Buuren. A. van Kamp, Heiloo, 1990. ISBN 9072721039.

Klik hier voor foto's uit Rotterdam.


Den Haag


Korte geschiedenis van 50 Haagse tramlijnen (1 tot 37). R.F. de Bock. Wyt, Rotterdam 1970. ISBN 9060075323. Deel 4 van de serie Trams en tramlijnen.

De stoomtrams in en om Den Haag en Gouda. R.F. de Bock. Wyt, Rotterdam 1972. ISBN 9060076427. Deel 14 van de serie Trams en tramlijnen.

 

65 jaar elektrische tram in Den Haag. R.F. de Bock. Wyt, Rotterdam 1969. Deel 1 van de serie Trams en tramlijnen.

Den Haag vijftig jaar per HTM-bus. R.F. de Bock. Wyt, Rotterdam 1974. ISBN 9060075196. Zelfde uitvoering als de boekjes uit de serie Trams en tramlijnen.

 

Honderd jaar hoogspanning. Jubileumuitgave van HTM Personenvervoer NV, Den Haag 2004. Op 6 augustus 1904 reed de eerste elektrische tram in Den Haag. In dit aardige boekje was geen ruimte om aandacht te besteden aan de grote problemen die men in die tijd had met de nieuwe tramtunnel. Er wordt wel even vooruit gekeken naar de toekomst: Randstadrail.

Haagse Tram. Een rit per electrische tram door de Residentie. A. van Kamp. A van Kamp, Heiloo, 1988. ISBN 9072721012.

Klik hier voor foto's uit Den Haag.


Paardetrams

Zie ook het thema over paardentractie.


De Amsterdamse paardetrams. H.J.A. Duparc. Wyt, Rotterdam 1973. ISBN 9060076729. Deel 17 in de serie Trams en tramlijnen.

De Rotterdamse paardetrams. H.P. Kaper en J.H.S.M. Veen. Wyt, Rotterdam 1974. ISBN 9060077024. Deel 20 in de serie Trams en tramlijnen.

De paardetrams in Noord- en Oost Nederland. H.J.A. Duparc en anderen. Wyt, Rotterdam 1977. ISBN 906007792X. Deel 23 in de serie Trams en tramlijnen.

De Haagse paardetrams. R.F. de Bock en R.G. Klomp. Wyt, Rotterdam 1975. ISBN 9060077423. Deel 24 in de serie Trams en tramlijnen.

Paardetrams in het westen van Nederland. A. Dijkers en anderen. Wyt, Rotterdam 1977. ISBN 9060077725. Deel 27 in de serie Trams en tramlijnen. Over de paardetrams in en om Alkmaar, Haarlem, Leiden, Dordrecht, Gouda, Hoorn, Enkhuizen,

Paardetrams in het centrum en het zuiden van Nederland. H.P. Kaper en J.H.S.M. Veen. Wyt, Rotterdam 1974. ISBN 9060077024. Deel 29 in de serie Trams en tramlijnen. Over de paardetrams in en om Amersfoort, Utrecht, Zaltbommel, Breda, 's-Hertogenbosch, Eindhoven, Maastricht.


Paardetram of paardentram?

Een door een paard getrokken tram heet van oudsher 'paardetram'. Bij de invoering van de pannenkoekenspelling is dat door de taal­politie veranderd in 'paardentram'. Maar een paardentram is een tram waarin paarden worden vervoerd. Wij schrijven daarom nog steeds paardetram, zoals dat ook in deze oudere boeken gebeurt.

De rails van de paardetram moesten dagelijks worden schoon­gemaakt. Dat gebeurde door de reetveger.

 
 
 

De paardetram in Nederland. W.J.M. Leideritz. De Alk, Alkmaar 1970. Grote Alk 608. ISBN 906013608X. Op 25 juni 1864 reed de eerste paardetram in Nederland, op 16 juli 1930 ging het laatste dienstpaard met pensioen.

Zie ook het thema over paardentractie.


De Leidse paardetram. J. de Graaf. E.J. Brill, Leiden 1979.

Deel 10 in de boekenreeks van de NVBS.


De Amsterdamse paardentrams. H.J.A. Duparc. Schuyt & Co, 1997. ISBN 9060974557.

Deel 29 in de boekenreeks van de NVBS.

In 1973 schreef Duparc een boekje voor uitgeverij Wyt: 'De Amsterdamse paardetrams'. Toen nog zonder tussen-n dus, maaar dat was voor de spellinghervorming; zie kader hierboven.


De 's-Gravelandsche paardetram. W.I. Engel. Pirola, 1985. ISBN 9064550395.

Vanaf 1889 verbond deze tramlijn het station Hilversum met de gemeente 's-Graveland. De lijn was een uitkomst voor de vele villabezitters in Hilversum en omgeving die in Amsterdam werkten maar in het Gooi woonden. In 1923 konden de paarden het niet meer opnemen tegen de concurrerende autobus. Op het omslag een paardetram op de Kerkbrink in Hilversum, voor het toenmalige gemeentehuis.

Zie ook Op de Rails, december 1954.


De paardetrams in Zutphen, Eefde en Warnsveld. R.G. Klomp. Uitgeverij Terra, Zutphen 1984. ISBN 9062552234.

Maar liefst vijf spoorlijnen komen in Zutphen, het stadje aan de IJssel, samen. In 1865 werden de verbindingen met Arnhem, Deventer en Hengelo in gebruik genomen. Deze werden geëxploiteerd door de SS. In 1876 volgde de HSM, met haar spoorlijn naar Apeldoorn en Amersfoort. In 1878 kwam de spoorlijn naar Winterswijk tot stand, eigendom van de Nederlandsch Westfaalsche Spoorweg. Behalve deze spoorlijnen, die nu nog steeds bestaan, heeft Zutphen ook drie stoomtramlijnen gekend: naar Doetinchem en Emmerik, naar Hengelo en naar Deventer. En tot slot waren er twee paardetramlijnen, naar Warnsveld en naar Eede. Dit boekje beschrijft de geschiedenis van deze twee paardetrambedrijven.


De Nederlandse paardetram in oude ansichten. Jan Reeskamp. Europese Bibliotheek, Zaltbommel, 1966.

Interessante foto's, niet zozeer vanwege die paardetrams maar vanwege de oude stadsgezichten. Helaas zijn de foto's slecht gereproduceerd, met dichtlopende schaduwen.


Metro's

Voor de metro's van Amsterdam en Rotterdam zie hierboven.


Metro's. Kees Hazelzet. Alkenreeks 133. Jaren 60.

Op het omslag een foto van een Russisch metrostation.


Die sowjetische Metro. Abteilung der UdSSR auf der allgemeinen Weltaussstellung in Brüssel, 1958.

Een enigszins propagandistische brochure over de metro's van Moskou en Leningrad, die bekendstaan om hun royaal van marmer en kroonluchters voorziene stations. Deze ondergrondse paleizen dienen tot heil van het socialisme. De brochure is waarschijnlijk ook in andere talen verschenen.

Zie ook Rusland/Sovjet-Unie.


Ondergrondse spoorweg in Nederland? Gegevens geleverd door Ir. A. Plomp, Hoofdingenieur N.S. Stichting IVIO. AO-reeks nummer 38, 25 januari 1946.

"Het plan voor een gedeeltelijk ondergrondse spoorweg, dat enige tijd geleden in de bladen werd aangekondigd, heeft (..) heel wat stof doen opwaaien." Aldus een onbekende auteur in de inleiding van dit boekje. Over dat plan blijft het boekje echter vaag; we begrijpen er alleen uit dat het om een lijn van Den Haag naar Amsterdam zou gaan. En 'de bladen' waarin dat plan heeft gestaan worden ook niet genoemd. Het boekje gaat voornamelijk over de bodemgesteldheid van Nederland en over de uitdagingen die het aanleggen van tunnels met zich meebrengt. Ook wordt iets gemeld over de onder­grondse lijnen in Londen, Parijs, Berlijn en Moskou.

Het boekje besluit: "De krantenberichten zijn schaars geweest en op het ogenblik hoort men er zelfs niet meer van." Tja, in 1946 had Nederland wel wat anders aan zijn hoofd. Een deel van die ondergrondse spoorweg is er later wel gekomen: de Schipholtunnel. En ook nog een zinloze HSL-tunnel onder het Groene Hart.


World's Underground Railways. F. Henry Howson. Ian Allan, London, 1964.


A Source Book of Underground Railways. J.R. Day. Ward Lock Limited, London, 1980. ISBN 0706358945.


Metrokaarten van de wereld. Mark Ovenden. Uitgeverij Terra Lannoo, Arnhem 2006. ISBN 9058975835.

Vroeger werden kaarten zo veel mogelijk op schaal getekend. Dat is veranderd onder invloed van het beroemde ontwerp dat Harry Beck in 1933 maakte voor de plattegrond van de Londense metro. Duidelijkheid staat voorop, de schaal is niet meer doorslaggevend. Dat maakt het mogelijk om in gebieden waar veel stations dicht bij elkaar liggen de kaart duidelijker te maken. De keerzijde hiervan is dat het bijvoorbeeld in Londen gebeurt dat toeristen een ingewikkelde reis per metro maken, tussen twee stations die op een minuut lopen van elkaar verwijderd zijn. In dit boek worden honderden voorbeelden gegeven van kaarten die in de stijl van Harry Beck zijn gemaakt.



Bussen, auto's, schepen, vliegtuigen

Zie ook de boeken van Aprilis en de Alkenreeks


Trolleys in Arnhem. Serie 101-136, serie 137-143. Johan Buurman. Hameland Pers, 1986. ISBN 9070812304.

Na de Tweede Wereldoorlog besloot men om het verwoeste Arnhemse trambedrijf niet weer op te bouwen, maar om over te stappen op trolleybussen. In dit boekje wordt de geschiedenis van het trolleybedrijf beschreven, alsmede de eerste series bussen. Een van deze bussen, de 101, is nog steeds bedrijfsvaardig. In Nederland hebben ook Nijmegen en Groningen een trolleybusbedrijf gehad.


50 jaar electriciteit en vervoer in de Domstad. Uitgegeven ter gelegenheid van het vijftigjarig bestaan van het electriciteitsbedrijf en het vervoerbedrijf der gemeente Utrecht: het G.E.V.U. 1909-1955.

Het G.E.V.U. verzorgde niet alleen het stadsvervoer, maar had ook een elektriciteitscentrale aan het Merwedekanaal: de P.E.G.U.S.-centrale. Meer over elektriciteitsopwekking via het thema Museum EnergeticA Amsterdam.


Met de bus door de Domstad. Max Velthuis. Historische reeks Utrecht, deel 7. Matrijs Utrecht, 1986. ISBN 9070482312.

De geschiedenis van de Utrechtse stadsbus vanaf 1889.


Inleiding tot de tentoonstelling der Nederlandsche Vereeniging voor Tramwegen en Autotransportdiensten. Brochure naar aanleiding van een tentoonstelling van de NVTA in Amsterdam, 20-22 mei 1938.

Foto's van trams en bussen in Amsterdam, Groningen, Utrecht, Rotterdam, en van een diesellocje van de NTM. Illustraties van railprofielen en thermietlassen. Bekijk het boekje (pdf)


Electrische omnibussen met bovenleiding (trolleybussen). Overdruk uit het Economisch Technisch Tijdschrift, september 1938.

In dit boekwerk wordt ingegaan op de technische en economische aspecten van de trolleybus, waarbij ook vergelijkingen plaatsvinden met elektrische trams. In Nederland reden in die tijd trolleybussen in Groningen. Na de oorlog volgden Arnhem en Nijmegen. Plannen om in Amsterdam en Rotterdam met trolleybussen te gaan rijden gingen niet door. Tegenwoordig heeft alleen Arnhem nog een trolleybusnet.

In het Duits noemt men dit voertuig een O-Bus: Oberleitungsbus. Een speciaal ontwerp was de Gyrobus.


Per ATO en spoor. 20 jaar omstreden autobushistorie. Jan Erik Grunveld. Matrijs, Utrecht 1987. ISBN 9070482533.

Dit boek gaat in op de ontwikkeling van het streekvervoer in de jaren 1927-1948. De spoorwegen ondervonden in die jaren heftige concurrentie van de honderden meestal kleine busondernemingen. Het antwoord van de NS was het oprichten - in 1927 - van een eigen busdochter: de Algemene Transport Onderneming, die tot taak kreeg zoveel mogelijke particuliere vervoersondernemingen op te kopen.


Van huis tot huis per spoor. Erikjan Sachse, Hans Nahon en René Nabbe. Uquilair, 2019. Nummer 51 in de boekenreeks van de NVBS.

Dit boek behandelt het laadkistvervoer dat vanaf de jaren 30 tot begin jaren 60 door NS en Van Gend & Loos werd uitgevoerd met zogeheten DAF-lossers. Lees de uitgebreide boekbespreking.


Van STM tot NBM. Jubileumboek dat in 1954 verscheen ter gelegenheid van het vijfenzeventigjarige bestaan van de N.V. Nederlandse Buurtvervoer Maatschappij te Zeist. Met een voorwoord van Ir. F.Q. den Hollander, President-Commissaris van de NBM. De geschiedenis van dit bedrijf begon in 1879 als Stichtsche Tramway Maatschappij.

De eeuw van de NBM. In 1993 werd besloten tot een heruitgave van het hierboven genoemde jubileumboek. Uiteindelijk is het een boek geworden over de ontwikkeling van het vervoer in de regio Oost van Centraal Nederland, de maatschappij waarin de NBM inmiddels was opgegaan. Op zijn beurt is Centraal Nederland later onderdeel geworden van Connexxion.

 

Vijf en zeventig jaar NBM. 1879-1954. Aangeboden door N.V. Nederlandse Buurtvervoer Maatschappij te Zeist. Tekst Peter van Campen.

Meer over de NBM.


BBA. Oorsprong en ontwikkeling van een Brabants vervoerbedrijf. In 1971 uitgegeven door de Brabantsche Buurtspoorwegen en Autodiensten N.V. "B.B.A." te Breda. Redactie: Willem Leideritz, Guus Schellinger en Lex Siebenga.

De BBA is in 1934 ontstaan uit een fusie van een aantal Brabantse vervoerbedrijven. Aanvankelijk exploiteerde men een uitgebreid tramwegnet, met uitlopers tot Antwerpen. Zoals overal zijn de trams geleidelijk verdrongen door autobussen.


Willem Leideritz heeft veel boeken op zijn naam staan. Tijdens zijn werkzame leven was hij voorlichter en archivaris bij de BBA. Hij is in mei 2015 op 85-jarige leeftijd overleden.


Buses, Trolleys & Trams. Chas. S. Dunbar. Hamlyn Publishing Group, 1969.

Dit boek doet mij denken aan ons bezoek aan het London Transport Museum.


Early Days on the Road. An illustrated History 1819-1941. Lord Montagu of Beaulieu and G.N. Georgano. Universe Books, 1974. ISBN 0876632436. Fraai boek over de eerste auto's, fietsen en motorfietsen.

Oude auto's en hun makers. J. Bouman. Van Dishoeck, 1964 (tweede druk).

 

Een auto voor iedereen. Maarten van Rossem. Nieuw Amsterdam, 2017. ISBN 978046821169.

Vanaf 1913 kwam de automobiel ook binnen het bereik van de hardwerkende arbeider. In dat jaar introduceerde Henry Ford zijn T-Ford. Dankzij het door hem bedachte lopende­band­systeem kon deze auto betrekkelijk goedkoop worden geproduceerd. In Europa kwam de man met de kleine beurs pas vanaf de jaren 60 aan de beurt. Die kon toen kiezen uit een Duitse Kever, een Franse Lelijke Eend, een Engelse Mini of een Italiaanse Fiat 500. In dit boekje komen de dwergauto's uit de jaren 50 terloops ter sprake.


Buses and Trolleybuses before 1919. David Kaye. Blandford Press, London 1972. ISBN 0713705655.

Buses and Trolleybuses 1919-1945. David Kaye. Blandford Press, London 1970.

Buses and Trolleybuses since 1945. David Kaye. Blandford Press, London 1968.

Met veel kleurenfoto's of ingekleurde oude foto's. De toelichtende teksten zijn in aparte katernen opgenomen, maar dit was bij Blandford Press een manier om de prijs van zijn boeken te drukken.

  

Zie ook afscheid van de Routemaster


Eisenbahnfähren in Westeuropa. P. Ransome-Wallis. Orell Füssli Verlag, Zürich, 1969.

Oorspronkelijk Engelstalig boek over de veerboten waarmee treinen over het water werden vervoerd. Onder andere tussen Groot-Brittannië en Noord-Frankrijk en tussen Duitsland en Denemarken. Ook een bijlage over de veerschepen van de RTM:

Die Rotterdamsche Tramweg Maatschappij (RTM) nahm 1878 den Straßenbahnverkehr in Rotterdam auf; der Dienst wurde zuerst mit Dampf-, später mit Dieselantrieb bedient. Die Gleise hatten eine Spurweite von 1,067 m. Das Rotterdamer Tram verkehrte bis 1965. Zum Netz gehörten auch drei südlich von Rotterdam liegende Inseln - Overflakkee, Schouwen und Sint-Filips -, welche durch Bahnfähren miteinander und mit dem Festland verbunden waren. Die Fähren verkehrten zwar in Tidengewässern, aber es waren keine richtigen Auffahrrampen an den Fähranlegern. Statt dessen befanden sich bei jedem Hafen vier Anlegebrücken. Entlang dieser Anlegebrücken waren Gleise verlegt, die verschiedene Höhen über dem Wasserspiegel aufwiesen. Die Fähre legte dann dort an, wo es entsprechend dem Tidenstand am zweckmäßigsten war. Im Jahre 1953 wurde der regelmäßige Durchgangsverkehr eingestellt, nachdem der Dienst größtenteils verlottert war und die Bahnlinie durch die verschiedenen Sturmfluten, welche die ganze Gegend verwüsteten, schwer beschädigt wurde.


Al staat de zee ook hol en hoog... Fragmenten uit de historie van de reddingstations op Goeree. Henk Koppelaar. Uitgave van de Koninlijke Nederlandse Redding Maatschappij, IJmuiden 1998. ISBN 9090118217. Onder andere aandacht voor de reddingboot van Stellendam, waar mijn grootvader en twee van zijn broers op hebben gevaren. Op het omslag Willem de Jager, een van de broers van mijn grootvader Leen de Jager.

Zie ook het thema Stellendam.


Croydon vliegtuigserie. Vliegtuigplaatjes, uitgegeven in 1953/54/55 door Crescent Cigarette Company, Eindhoven. 192 plaatjes in drie albums.

Albums uit mijn jeugdjaren, toen ik zelf niet mocht roken. Ik vermoed dat mijn vader hier een belangrijke bijdrage aan heeft geleverd.

Meer verzamelplaatjes.



Industrieel spoor, locomobielen


Oving N.V. Catalogus van de afdeling spoormaterieel, 7e uitgave. Jaren zestig.

Oving Spoor uit Hendrik-Ido-Ambacht leverde onder andere industrieel smalspoormaterieel, van spoorbaan, wissels, kipkarren tot diesellocjes.

Zie ook “De geschiedenis van Oving Spoor” door Gerard de Graaf in Op de Rails 2001-5 en 6.


Stoom in de Breesaap. De stoomlocomotieven bij Hoogovens. C.A. van Lieshout. De Alk, Alkmaar 1980. Grote Alk 746. ISBN 9060137469. De geschiedenis van het spoorwegbedrijf bij de Hoogovens in vogelvlucht, eindigend met het in dienst stellen van twee stoomlocs voor het rijden van excursietreinen. Breesaap is de naam van een gehucht dat verdwenen is door de aanleg van het Noordzeekanaal en de Hoogovens. Klik hier voor meer over het spoorwegbedrijf van de Hoogovens (Corus).


Smalspoor in Nederland. H. Sluijters. De Alk, Alkmaar 1985. ISBN 9060139232. "In dit boek wordt een spoorwegwereld beschreven waarin begrippen als snelheid en uiterlijke schoonheid volkomen onbekend zijn." Aldus de flaptekst van dit aardige boekje. Smalspoor werd vroeger veel gebruikt door aannemersbedrijven, in de grofkeramische industrie (bakstenen en dakpannen), bij veenderijen en voor militaire toepassingen. Tegenwoordig worden daar andere machines gebruikt, waar geen rails voor nodig zijn. Er is in Nederland het een en ander bewaard gebleven, niet alleen bij museumbedrijven maar bijvoorbeeld ook bij de Efteling, waar door Anton Pieck onder handen genomen smalspoorstoomlocjes dienstdoen.


1970-1980. Jubileumuitgave van de Nederlandse Smalspoor Stichting. In 1980 uitgegeven bij het 10-jarig jubileum van de NSS.

De NSS was aanvankelijk actief op het terrein van de Leidsche Duinwater Maatschappij. Later is uit deze organisatie het Nationaal Smalspoormuseum bij Valkenburg (Z.H.) voortgekomen.


Nederlandse industrielocomotieven. De normaalsporige stoomlocomotieven van de niet-openbare spoorwegen. Hans de Herder. Uquilair, 2007. ISBN 9071513599. Deel 23 in de boekenreeks van de NVBS.

Overzicht van de 464 normaalsporige industriestoomlocomotieven die volgens de naspeuringen van de auteur in Nederland ooit dienst hebben gedaan. Een klein aantal van deze locs is bewaard gebleven bij verschillende museumorganisaties. Bij de SHM: 5, 8, 18, 23, 30. Bij de SSN: 6326, 8811. Bij de SGB: 1, 2, 3, 5, 4389. Bij de MBS: 2, 657. Bij de ZLSM: 8826. En in Engeland: 8815.

In 1994 verscheen de eerste druk van dit boek bij Schuyt & Co.


Nederlandse industrielocomotieven. Overzicht van in Nederland door aannemers, verhuurders en de industrie gebruikte smalsporige stoom­locomotieven. Hans de Herder. Uquilair, 2001. ISBN 9071513416. Deel 36 in de boekenreeks van de NVBS.

In Nederland hebben smalsporige stoomlocomotieven ruim tachtig jaar hun arbeid verricht. Niet alleen hun werkterrein was zeer gevarieerd: zij waren actief bij het graven van kanalen, het aanlegen van wegen, het opwerpen van dijken of vervoer van klei. Maar ook de omvang van het werk kon variëren van het transport van één kiepwagen per daag tot het maken van verschillende ritten over lange afstanden met zware treinen met grond, zand of veen. Even gevarieerd als het werk dat zij verrichtten was de voor het werk geschiktste locomotief in te zetten kon de gebruiker een keuze maken uit exemplaren met verwarmde oppervlakten van de ketels van 7 m² tot 55 m². Veel locomotieven waren al van verre herkenbaar aan hun uiterlijk: dat was een Henschel, dat een O&K en die andere een Maffei. Ook aan de zware arbeidsomstandigheden voor het personeel op de locomotieven wordt aandacht geschonken.

Achterin het boek is een overzicht opgenomen van de eigenaars van de diverse locomotieven. Een aantal exemplaren is museaal bewaard gebleven, onder andere bij de Stoomtrein Valkenburgse Meer.


Industrielocomotieven. Motorlocomotieven op Nederlandse raccordementen en industriesporen. Henk Kolkman. Uquilair, 2008. ISBN 9071513645. Deel 41 in de boekenreeks van de NVBS.

Industriespoor blijft doorgaans verborgen achter muren, hekken en barse portiers. Voor dit boek gingen de fabriekspoorten echter open. Tussen 1950 en 1965 was het de gouden tijd van de industrietractie en werden in Nederland tien tot twintig nieuwe industrielocomotieven per jaar geleverd. In totaal zijn er meer dan 400 geweest, maar anno 2008 bezitten nog steeds enkele tientallen particuliere bedrijven samen bijna 200 locomotieven, inclusief afdankertjes van NS en DB. Alle tractievormen komen in dit boek aan bod, van rangeerpaard tot rangeerrobot.

Aan dit boek heb ik een zeer bescheiden bijdrage mogen leveren. Op 21 juni 2008 was ik bij de boekpresentatie aanwezig.


Mijn en spoor in goud. Uitgave ter gelegenheid van het 50-jarig bestaan van de Staatsmijnen in 1952. Onder redactie van M. Kemp. Uitgegeven door Publiciteitsbureau Veldeke te Maastricht, in samenwerking met het Algemeen Publiciteitskantoor (Amsterdam) en het Limburgsch Dagblad (Heerlen).

Het boek bestaat uit vier delen: I. Jubileum Nederlandsche Staatsmijnen. II.De mijnindustrieën in Limburg. III. De Nederlandsche Spoorwegenin Zuid-Limburg. IV. Folklore en toerisme. Zie ook het thema over de kolenmijnen.


Een wereld van groei. Tweede druk, januari 1959. Wereld van groei. Derde (uitgebreide) druk, najaar 1962. Deze boekjes, uitgegeven door de Voorlichtingsdienst van de Staatsmijnen, beschrijven "ontstaan en uitbreiding van het Staatsmijnbedrijf in zijn verschillende geledingen."

Enkele jaren later werd onder de grond bij Slochteren een grote aard­gasbel ontdekt, en maakte Joop den Uyl, minister van Economische Zaken, bekend dat de Nederlandse kolenmijnen gesloten zouden worden. In de tweede druk, uit 1959, wordt nog gemeld dat in 1962/63 een vijfde Staatsmijn in productie zal komen: de Beatrix, tien kilometer ten oosten van Roermond. In de derde druk, uit 1962, komt de Beatrix niet meer ter sprake. Wel wordt hierin veel uitgebreider ingegaan op de chemische industrie die rond de Staatsmijnen is ontwikkeld, en die na de sluiting van de Staatsmijnen onder de naam DSM verder ontwikkeld zou worden. De Staatsmijnen exploiteerden ook een uitgebreid gasnet, dat zich uitstrekte tot de lijn Bergen op Zoom-Nijmegen.

 

Steenkolenmijn Valkenburg in beeld. Historie van de mijnbouw. Steenkool­ontginning in Nederland. Uitgave van het museum "Steenkolenmijn Valkenburg" uit 1988.

In de jaren zestig heb ik dit museum bezocht en ik herinner me nog iets van de presentaties over de kolenwinning, onder andere van een nagebootste dynamietontploffing. In 2015 bezocht ik het museum opnieuw (vouwblad 'Op zoek naar het zwarte goud').

www.steenkolenmijn.nl

 

The railroads of Aruba and Curaçao / Railverkeer op Aruba en Curaçao. Lee A. Dew. Wyt, Rotterdam 1977. ISBN 9060075781.

Op deze Antilliaanse eilanden vond op verschillende plaatsen railvervoer plaats. Het waren mijnbouwmaatschappijen en olieraffinaderijen die verschillende smalspoorlijnen voor goederen exploiteerden. In Willemstad (Curaçao) reden bovendien trams in het kader van het openbaar vervoer. In dit boek wordt de geschiedenis van de verschillende lijntjes verteld door de Amerikaanse historicus prof. Lee A. Dew uit Kentucky, geïllustreerd met veelal zeldzame foto's van de verschillende lijnen en voertuigen. Tweetalig boekje, zelfde uitvoering als van de srie Trams en tramlijnen.


Stoomwalsen. R. Gebhard. De Alk, Alkmaar 1971. Grote Alk 615. ISBN 9060136152.

Voordat er stoomlocomotieven werden gebouwd, werd er al geëxperimenteerd met stoomwagens die zich over de weg voortbewogen. Dit soort voertuigen hebben lange tijd een rol gespeeld als landbouwmachine, als stoomwals in de wegenaanleg, en als energieleverancier op kermissen. In Engeland is zeer veel bewaard op dit gebied, maar ook in Nederland bevinden zich veel interessante stoomwalsen en locomobielen. Die zijn vaak te zien tijdens bijvoorbeeld het jaarlijkse Stoomfestival Almere.


Geschiedenis van de brandweerwagen. G.J. Verburg. De Alk, Alkmaar 1974. Grote Alk 669. ISBN 9060136691.

Zie ook het thema Water en vuur.


Tractors. An illustrated chronological history. Peter Henshaw. Greenwich Editions, London 2004. ISBN 0862886376.

Rond 1800 deed de stoommachine zijn intrede in het boerenbedrijf. Maar het gebruik van deze grote, gecompliceerde en dure machines was voorbehouden aan grote bedrijven. Een eeuw later, nadat de verbrandingsmotor was geperfectioneerd, begon de opkomst van de landbouwtractor en konden ook kleinere bedrijven hun levende paarden op stal zetten. In dit boek worden 500 historische en moderne tractoren beschreven.



Spoorwegmusea, museumorganisaties


Spoorwegmuseum Utrecht


Nederlandsch Spoorwegmuseum. "Enkele plaatjes met een kort woord ter inleiding door Henri Asselberghs." Amsterdam, juli 1945.

Op het omslag een werkend model van een "Zeppelin" van de NCS, de latere serie NS 3600.

Het museum werd in 1927 opgericht en was aanvankelijk ondergebracht in een van de hoofdgebouwen van de NS in Utrecht. De collectie omvatte voornamelijk afbeeldingen, documentatie en attributen. In de jaren dertig werden de eerste initiatieven genomen tot behoud van oud spoorwegmaterieel. Als gevolg van de oorlog ging een deel hiervan verloren. Na tijdelijk ondergebracht te zijn geweest in het Rijksmuseum te Amsterdam, kon het museum in 1954 weer terugkeren naar Utrecht. Het werd ondergebracht in het in 1939 gesloten Maliebaanstation. Er was hier veel meer ruimte om de collectie aan het publiek te tonen. Ook kon er nu historisch materieel worden opgesteld.

Het boekje laat een zeer klein deel van de collectie zien, waaronder een demonstratiebaan waarmee de werking van het armseinstelsel werd toegelicht. Op de foto zien we twee DE3-stellen rijden. Deze baan is niet meeverhuisd naar het Maliebaanstation. Daar is een grote andere baan gebouwd, waarmee het lichtseinstelsel werd toegelicht.


Vurig spoor. Een beknopte gids voor bezoekers van het Nederlands Spoorwegmuseum, door Henri Asselberghs. Deze gids is uitgegeven in 1960, zes jaar na de opening van het Spoorwegmuseum aan de Maliebaan. Henri Asselberghs was toen directeur van het museum. Zijn dochter Marie-Anne is later directeur van het museum geworden, na een lange periode waarin dr. F.F. de Bruijn directeur was.


Als water en vuur. Een ontdekkingsreis vol avontuur door het rijk der spoorwegen in heden en verleden. Leonard de Vries. Uitgegeven door de Gemeente Utrecht in 1960. Dit boekje werd uitgereikt aan scholieren die in juli 1960 de lagere school verlieten. Met aan het eind een oproep om eens een bezoek te brengen aan het Spoorwegmuseum bij de Maliebaan.


De stoomlocomotieven en de locomotiefmodellen in het Nederlands Spoorwegmuseum. J.J. Karskens. Uitgeverij H. Stam, Haarlem 1965.


Nederlandsch Spoorwegmuseum. Blanco notitieboekje met het portret van George Stephenson.

Dit boekje komt uit de nalatenschap van mevrouw Asselberghs. Zij wilde na haar terugtreden als directeur niets meer met het museum te maken hebben. Haar persoonlijke collectie is versnipperd geraakt en is bij verschillende handelaren terecht gekomen. Op een beurs heb ik een paar boekjes gekocht. Ook via Marktplaats heb ik geprobeerd wat dingen te kopen, maar de betreffende handelaar reageerde daar vreemd op.


Met de groeten van Trijn. Spoorwegen op oude ansichtkaarten. Samengesteld door Marie-Anne Asselberghs, directrice van het Spoorwegmuseum. Bigot & Van Rossum, Blaricum 1971. ISBN 9061340632.

In memoriam Marie-Anne Asselberghs.


Trams en treinen in het Spoorwegmuseum. In 1978 door het Spoorwegmuseum uitgegeven gidsje waarin Marie-Anne Asselberghs de langs de perrons opgestelde treinen en trams beschrijft.


Trein in het klein. Honderd jaar industrieel vervaardigde miniatuurtreinen. Samenstelling A.J.H. van Marion en P.Y. Zandstra. Verschenen ter gelegenheid van de gelijknamige tentoonstelling in het Spoorwegmuseum van 11 mei t/m 13 september 1987.

Dit exemplaar komt uit de nalatenschap van mevrouw Asselberghs. Voorin staan de naam en handtekening van Lex van Marion.


Nederlands Spoorwegmuseum. Een wandeling langs de verzameling. Marie-Anne Asselberghs. In 1987 uitgegeven door de Stichting Nederlands Spoorwegmuseum en de afdeling In- en Externe Betrekkingen van de NS. De auteur is vele jaren directeur geweest van dit museum, en voert ons in dit fraaie boekje langs de belangrijkste onderdelen van de collectie. Als lid van de Vereniging Vrienden van het Nederlands Spoorwegmuseum heb ik dit boekje gratis gekregen.


Het Nederlands Spoorwegmuseum. Een boekje... Dit boekje werd samengesteld door het Nederlands Spoorwegmuseum, vormgegeven door NS-design, en uitgegeven in 1990.


Museumgids. Dynamisch vormgegeven gids uit 1997, uitgegeven door het Spoorwegmuseum. ISBN 908036701X.


Station Utrecht Maliebaan. Lex van Marion. Uitgave van het Spoorwegmuseum ter gelegenheid van het 125-jarig bestaan van het Maliebaanstation in 1999. In dit boekje, gefinancierd door de Vereniging Vrienden van het Nederlands Spoorwegmuseum, wordt de geschiedenis van de Oosterspoorweg door Utrecht en van het station aan de Maliebaan beschreven.


Jaarverslag Nederlands Spoorwegmuseum 2000-2003. De subtitel luidt "Groot onderhoud" en heeft betrekking op de grote verbouwing, waarbij het museum een "herpostionering als attractiemuseum" is toebedacht. Het jaarverslag is op een ik zou haast zeggen "attractieve" manier vormgegeven: het is namelijk tegelijk ook een bouwplaat van De Arend met zijn drie rijtuigen.


Met een valies vol dromen. Fotoboek over de verbouwing van het Spoorwegmuseum te Utrecht. Foto's Jan Lankveld en Gé Dubbeldam, interviews Pieter Webeling. Look a Book, 2005. ISBN 9075818262. Het boek bestaat voornamelijk uit (fraaie) foto's. Verder staan er interviews in met de ontwerpers van de vier "Werelden".

Hester Kloosterboer, decorontwerpster bij het NOB, tekende voor Wereld 3. Ze brengt perfect onder woorden wat er fout is aan haar ontwerp: "Dat is het voordeel als je mensen in een karretje zet. Je kunt makkelijk de kijkrichting bepalen. Op de seconde precies regisseer ik wat zij zien, horen en voelen. Zo probeer je de zintuigen zoveel mogelijk te manipuleren." Maar dat is dus wat een museumbezoeker nu juist niet wil, die wil in zijn eigen tempo zijn eigen zintuigen manipuleren.


Denk om uw bagage! Museumgids 2006. Uitgave van het Sporwegmuseum. ISBN 9075818270. Hieronder een "exploded view", een tot bankpasformaat opgevouwen plattegrond van het museum.


De 'Bergkoningin' en de spoorwegen in Nederlands-Indië 1862-1949. Ir. E. Krijthe. Uitgegeven door het Nederlands Spoorwegmuseum, Utrecht 1983. Dit boekje verscheen naar aanleiding van de komst van de 'Bergkoningin' naar het Spoorwegmuseum. Dit is de bijnaam van een door Werkspoor gebouwde gelede smalspoorstoom­locomotief, die in 1928 in dienst kwam bij de Staatsspoorwegen in Nederlands-Indië. In 1981 werd deze prachtige loc geschonken aan het Spoorwegmuseum (sinds 2005 is de loc verstopt in een kermisattractie). In het boekje wordt ook ingegaan op de geschiedenis van de spoorwegen in Nederlands-Indië tot het jaar 1949, toen het land onafhankelijk werd. Met veel oude foto's en twee losse spoorwegkaarten.


Royal Class. Koninklijk reizen per trein. Ben Speet. Uitgeverij Waanders, in samenwerking met het Spoorwegmuseum. Verhalen van reizende koningen, vluchtende keizers, op de trein wachtende prinsen en prinsessen en hun kostbare koninklijke treinen. Koningen en keizers maakten vanaf het prille begin veel en graag gebruik van de spoorwegen. Uiterst luxe treinen vervoerden hen naar alle uithoeken van hun land. De kleine prinses Wilhelmina werd bijvoorbeeld door haar moeder koningin Emma overal mee naar toe genomen, om haar aan het volk te tonen. Maar de trein werd ook gebruikt om privé of in het staatsbelang bevriende koninklijke families te bezoeken. Uitgegeven ter gelegenheid van de tentoonstelling 'Royal Class' in 2010. ISBN 9789040076749.

Klik hier voor meer royalty.


Sporen over Zee. Een uitgave van het Spoorwegmuseum naar aanleiding van de tentoonstelling over het reizen per trein en boot naar Engeland.

In deze tentoonstelling, van 13 oktober 2010 tot 13 maart 2011, onder andere aandacht voor de NBDS, een maatschappij die een snelle verbinding tussen Londen en Berlijn wilde aanbieden via Vlissingen en Gennep.


Staal, stoom & stroom. De treinen van het Spoorwegmuseum. Een uitgave van het Spoorwegmuseum uit 2013. ISBN 9789080367005.

Goed verzorgd en duidelijk geschreven door kenners van de materie. Dat laatste is geen verrassing voor wie de namen in het colofon beziet. Waaruit mijn bijdrage bestaat is me overigens niet duidelijk; mogelijk heb ik eens via de mail een vraag beantwoord. Of men heeft gebruik gemaakt van mijn site, wat ik ook alleen maar leuk vind. Een present­exemplaar heb ik dan weer niet gekregen, dus dit boek heb ik uit eigen middelen moeten bekostigen.


Iconen van het spoor. Frederik Willem Conrad, spoorweg­pionier. Tentoonstellingsmagazine uit 2014, uitgegeven door het Spoorwegmuseum ter gelegenheid van 175 jaar spoor.

Conrad wordt gezien als de grondlegger van de Nederlandse spoorwegen. In dit magazine wordt dit door conservator Jos Zijlstra goed beschreven. In het museum zelf was het aan Conrad gewijde gedeelte helaas wat kinderachtig opgezet. Gelukkig waren in het museum ook een aantal prachtige iconen te zien, bestaande uit diverse buitenlandse stoomlocs uit de begintijd van de spoorwegen.

 

Nederlandse museumorganisaties


Stoom moet blijven! Jubileumuitgave van het blad Stoomtractie, in 1986 verschenen toen de SSN tien jaar bestond. Met beschrijvingen van alle SSN-machines, hun geschiedenis en de werking. In 2001 verscheen onder dezelfde titel een museumgids, ter gelegenheid van het 25-jarig jubileum van de SSN.


Stoom Stichting Nederland 40 jaar. 1976-2016. Jubileumuitgave van de SSN, samengesteld door Martin Kijzers en Axel de Ru. ISBN 9789082423112. Donateurs van de SSN kregen dit boek cadeau.

Meer over de Stoomstichting Nederland.


De Twentse stoomtrein. Gids voor de stichting Museum Buurtspoorweg, 1989.

Staatsspoorwegen no. 657. Wedergeboorte van een kikker. Boekje uit 1987 over de "Kikker", een in 1901 door Backer en Rueb gebouwd locje.

Meer over de Museum Buurtspoorweg (MBS).

 

Een stoomtrein voor de miljoenenlijn. Uitgave ter gelegenheid van de heropening van het Miljoenenlijntje door Pieter van Vollenhoven op 8 september 1995.

Meer over de Zuid-Limburgse Stoomtrein Maatschappij.


De Miljoenenlijn 75 jaar. Van zorgenkind tot toeristische parel. Een documentaire in woord en beeld door Michel Dreuw. Uitgegeven door de ZLSM, Simpelveld, juni 2009.

Op 15 juni 1934 werd de spoorlijn tussen Simpelveld en Schaesberg in gebruik genomen. Deze lijn was in eerste instantie alleen voor goederen- en kolenvervoer bedoeld. Het traject van ruim 12 kilometer kreeg door de hoge aanlegkosten (meer dan een miljoen gulden per kilometer) al snel de bijnaam ‘het miljoenenlijntje’. Tegenwoordig maakt dit traject deel uit van de door de ZLSM geëxploiteerde museumlijn.

Dit boek verscheen ter gelegenheid van het 75-jarige bestaan van de Miljoenenlijn.


150 jaar Aken-Maastricht, een spoorgeschiedenis. Michel Dreuw e.a. Uitgegeven door de ZLSM in 2003.

Op 20 oktober 1853 werd de spoorlijn Maastricht-Aken geopend. Dit was de eerste grensoverschrijdende spoorverbinding in Nederland. Tegelijk werd station Valkenburg in gebruik genomen, het oudste nog bestaande station van Nederland.

In 1992 reed de laatste trein bij Simpelveld de grens over. Tegenwoordig is een deel van deze lijn in gebruik bij de ZLSM: de Zuid-Limburgse Stoomtrein-Maatschappij. Dit boek beschrijft de geschiedenis van de spoorlijn en het ontstaan van de ZLSM, en neemt ook een kijkje in de toekomst.


10 jaar Stibans. Boekje over de activiteiten van de Stichting tot behoud van af te voeren Nederlands spoorwegmaterieel, in eigen beheer uitgegeven in 1989. De Stibans is opgericht in een tijd dat het Spoorwegmuseum weinig belangstelling had voor materieel dat door NS werd afgevoerd. Dankzij de stichting zijn onder andere loc 1010, treinstellen 252 en 273, postrijtuig Pec 1902, Blauwe Engel 41 en houten bagagerijtuig HSM D 1920 van de sloop gered.

Zie ook het thema Stibans.


Stoomtram Hoorn-Medemblik. Uitgegeven door de Stichting tot behoud van stoomtrammaterieel, Hoorn 1979. Beschrijving van het materieel dat de SHM op dat moment in bezit had. Met informatie over het Stoommachine-museum Medemblik.

Stoomtram Hoorn-Medemblik, een levend museum. Redactie P.H. Kiers. Uitgaven Stichting Museum Stoomtram Hoorn, 1988. Geen ISBN.

 

Uit met de stoomtram. Uitgave van de Stoomtram Hoorn-Medemblik uit circa 1974. Samengesteld door P. Felix.

Zie ook het thema SHM Hoorn-Medemblik.


Tramweg Stichting 1965-1990. Een uit de hand gelopen hobby... In 1990 uitgegeven boekje ter gelegenheid van het 25-jarig jubileum van de Tramweg Stichting in een oplage van 4500 exemplaren. Redactie W.R. Beukenkamp en O.J.R. Dijkstra.


Museumtrams in Nederland. F. van der Gragt. Wyt, Rotterdam. Deel 2 uit de serie Trams en tramlijnen. ISBN 9060075129. 1e druk, 1970; 1e bijdruk van de 1e gewijzigde herdruk, 1972.

 

De Nederlandse museumlijnen (normaalspoor). H.F. Enter. E.J. Brill, Leiden 1979. ISBN 9004059105. Beschrijving van de normaalsporige museumlijnen die in 1979 bestonden, inclusief de voorgeschiedenis van die lijnen in het normale verkeer. Van deze lijnen is de Stichting Stoomtreinmaatschappij Tilburg-Turnhout inmiddels ter ziele. Andere lijnen zijn er na het verschijnen van dit boekje voor teruggekomen, zoals de STAR en de ZLSM.


Electrische museumtrams in Amsterdam. Ab van Donselaar. Vereniging Rijdend Electrisch Tram Museum (RETM), 1985. In 1988 verscheen een tweede gewijzigde herdruk.

De RETM exploiteert de Electrische Museumtramlijn Amsterdam (EMA). www.museumtramlijn.org



Brandweer- en stormrampmuseum Borculo. Museumgids uit circa 1990. In dit museum is een grote collectie brandweermateriaal te bezichtigen. Nederland kent nog een tweede brandweermuseum: in Hellevoetsluis. In het museum in Borculo wordt ook veel aandacht besteed aan de stormramp van 10 augustus 1925, die in een betrekkelijk klein gebied grote verwoestingen aanrichtte.

In juli 1998 zijn we op bezoek geweest het Brandweer- en stormrampmuseum. Ook bezochten we het Openbaarvervoermuseum dat toen in Borculo was gevestigd. In dat museum werd de privécollectie van Cor Ooijevaar en zijn vrouw getoond. Wij werden gastvrij door hen ontvangen. Ook kon ik mijn gang gaan met mijn camera. Na hun overlijden is het museum verhuisd naar Doetinchem.

Zie ook mijn bezoek aan het Openbaar Vervoer & Speelgoed Museum in Doetinchem in oktober 2021. Bij dit verslag staat ook het filmpje dat ik in 1998 in Borculo heb gemaakt.



Nederlands Openluchtmuseum. Gids van het Rijksmuseum voor Volkskunde, het Nederlands Openluchtmuseum in Arnhem, 1980.

Het museum, gesticht in 1912, tracht zijn bezoekers een beeld te geven van de geschiedenis van het dagelijks leven in Nederland. Belangrijke hulpmiddelen daarbij zijn oude woon- en bedrijfsgebouwen, met alles wat daartoe behoort aan inrichting en gereedschappen. In de gids worden de diverse bezienswaardigheden beschreven. Ook zijn er drie wandelroutes opgenomen, van 1, 2 of 4 uur.

De elektrische tram en de Van Gend & Loos-loods waren in 1980 nog niet aanwezig in het Openluchtmuseum.


Buitenlandse museumorganisaties


Die Eisenbahnmuseen der Erde. Ferrovia-Verlag, 1981. ISBN 3882750219. Overzicht van spoorwegmusea in de wereld, samengesteld door Fritz Stöckl.

Mijn boek mist het stofomslag; hiernaast een afbeelding die ik elders vond.

Van Fritz Stöckl verscheen ook de serie Eisenbahnen der Erde.


Museumlijnen in Europa. Gerard Stoer. De Alk, Alkmaar 1980. Grote Alk 742. ISBN 9060137426.


Züge, Loks und Leute. Eisenbahngeschichte in 33 Stationen. Alfred Gottwaldt. Stiftung Deutsches Technikmuseum, 2009. ISBN 9783980160292. Catalogus van het Deutsches Technikmuseum in Berlijn.


Eisenbahnmuseen, Denkmalloks, Touristikbahnen in aller Welt. Anton von Hornstein. Orell Füssli Verlag, Zürich, 1973. ISBN 3280006503.


Die Fahrzeuge und Anlagen des Eisenbahnmuseums Bochum-Dahlhausen. Harald Vogelsang. Deutsche Gesellschaft für Eisenbahngeschichte (DGEG). Museumsführer, Stand Juni 1988.

Meer over het museumdepot Bochum-Dahlhausen.


Museumslokomotiven in Deutschland. Martin Weltner. GeraMond. Aktualisierte Neuausgabe, 2004. ISBN 3765471771. Overzicht van alle in Duitsland bewaard gebleven locomotieven en treinstellen. Duits materieel dat in zich in het buitenland staat er niet in, of wordt in een bijzin genoemd.

Op het omslag loc 62 015, een uit de jaren 30 stammende tenderlocomotief waarvan er 15 zijn gebouwd. Vanwege de hoge asdruk en kleine voorraden waren hun inzetmogelijkheden beperkt. Een geplande versie met losse tender, Baureihe 20, is nooit gebouwd.


Museumsführer. Catalogus van het Deutsches Dampflokomotiv-Museum Neuenmarkt-Oberfranken. Uitgave mei 2005. Op het omslag loc 10 001.

Klik hier voor foto's uit het museum.


Verkehrsmuseum Nürnberg. Dr. Walter Panofsky. Uitgave uit circa 1961. Het museum heet tegenwoordig het Deutsche Bahn Museum (DB Museum).


Ein Jahrhundert unter Dampf. Die Eisenbahn in Deutschland 1835-1919. DB Museum, 2005. ISBN 3980765210.

Im Dienst von Demokratie und Diktatur. Die Reichsbahn 1920-1945. DB Museum, 2004. ISBN 3980765229.

Auf getrennten Gleisen. Reichsbahn und Bundesbahn 1945-1989. DB Museum, 2001. ISBN 3980765237.

Weichenstellung für die Zukunft. Eisenbahnen in Deutschland 1990 - 2020. DB Museum, 2014. ISBN 3981479017.

Vierdelige "Geschichte der Eisenbahn in Deutschland", uitgegeven door het Deutsche Bahn Museum in Nürnberg. Zie ook de toelichtende beschrijvingen van de uitgever.

 
 

Musée français du chemin de Fer. Bulletin triméstriel no. 3, 1971.

Musée français du chemin de Fer. Chemins de Fer, numéro spécial 25 ans du Musée. No. 438-96/3 (1996).

Cité du Train. Connaissance des arts (special issue), 2005. ISSN 1242-9198.

Cité du Train. The catalogue. Philippe Mirville. La vie du rail, 2006. ISBN 2915034524.


Musée Français du Chemin de Fer Mulhouse. Museumgids uit 1989.

In 2007 brachten wij een bezoek aan het Cité du Train.

 
 

Over mensen en machines. Op ontdekking in de wereld van de trein. Catalogus van de collectie van museum Train World. ISBN 9789030371359. Gepubliceerd in 2015.

Train World. Speciale uitgave van Openbaar Kunstbezit Vlaanderen (OKV), 2016. Over de geschiedenis van de Belgische spoorwegen en over het nieuwe spoorweg­museum Train World in Schaarbeek.

 

Verkehrshaus der Schweiz. Heft 11, 1966. Dipl. Ing. ETH Markus Hauri. Beschrijving van de modellen in het Zwitserse verkeersmuseum in Luzern.


Preserved Steam Railways of Britain. Colin Garratt. Blandford Press, 1979. ISBN 0713709782.


The Railway Museum, York. Catalogue, 1950.

Kleine catalogus (zonder afbeeldingen) van de voorloper van het in 1975 geopende National Railway Museum in York.


Taking the Train. Railway Travel in Victorian Times. Philippa Bignell. National Railway Museum/Science Museum, 1978.



Treinen op schaal, modelbouw

Zie ook het thema Net echt


Miniatuurparken


Madurodam. Met een inleiding door B. Boon-Van der Starp (initiatiefneemster) en veel foto's. Uitgegeven door Mouton & Co in de jaren vijftig.

Lees meer over Madurodam en vergelijkbare miniatuursteden. Hier staan ook de brochures en andere publicaties uit mijn collectie.


Er wacht een hele wereld op jou... Een reis door Miniworld Rotterdam. Dit is een grote modelbaan aan het Weena 745, op enkele minuten lopen van Rotterdam Centraal. Boekje uit ca. 2011.

Lees meer over Miniworld en vergelijkbare grote modelbanen.


Historical guide to the Romney Hythe & Dymchurch Light Railway. C.S. Wolfe. Uitgegeven door de Romney Hythe & Dymchurch Association, New Romney, Kent, 1976. Geschiedenis en beschrijving van de beroemde miniatuurspoorweg in het zuiden van Engeland (vlak bij de uitgang van de tegenwoordige Kanaaltunnel).

Deze lijn, aangelegd in 1926, is ruim 22 km lang en heeft een spoorwijdte van 15" (38 cm). De meeste locomotieven zijn verkleinde versies van bestaande Engelse stoomlocomotieven. De locomotieven worden door één man bediend, maar tijdens opleidingen past er nog wel een tweede man bij. De treinen kunnen 40 km/uur rijden (in verhouding tot hun schaal komt dat overeen met 120 km/uur). Na het overlijden van de oprichters, twee welgestelde heren, raakte de Romney, Hythe & Dymchurch Railway in de problemen, maar tegenwoordig is de lijn een belangrijke toeristentrekker.


Modelbouw


De techniek van de antieke modelbaan. Udo Becher en Werner Reiche. Kluwer Technische Boeken, Deventer, 1981. ISBN 9020114468.

Bodenläufer Spielbahn Supermodell. So funktionierten die alten Modellbahnen. Udo Becher en Werner Reiche. Alba, Düsseldorf, 1981. ISBN 387094434X

Fraaie tekeningen (exploded views) laten de ontwikkeling van de modelbaan zien. Van kinderspeelgoed was in het begin nauwelijks sprake: stoomlocomotieven hadden vaak open spiritusbranders, en de eerste elektrische treinen werden rechtstreeks op het lichtnet aangesloten.

 

Antieke modeltreinen. Udo Becher. Kluwer Technische Boeken, 1980. ISBN 9020111035.

Geschiedenis van de blikken speelgoedtrein, met adviezen voor de verzamelaar. Op het omslag een station van Märklin, circa 1910.

Modeltreinen. Een verzamelgids. Chris Ellis. Ars Scribendi, 1995. ISBN 9072718755. Blikken treinen van voor de Tweede Wereldoorlog, maar ook mooi ander spul.

 

Handboek voor modelspoorwegbouw. Met 244 illustraties. J.I. Dorgelo. Van Holkema & Warendorf N.V., Amsterdam. Prijs ƒ 7,50. Het boek is kort na de Tweede Wereldoorlog verschenen, in een tijd waarin de modelbouwer vrijwel alles zelf moest maken. Ook aandacht voor het grootbedrijf, zodat dit natuurgetrouw kan worden nagebouwd.

Handboek voor de moderne modelspoorwegbouw. Ir. J.I. Dorgelo. Van Holkema & Warendorf N.V., Amsterdam. Circa 1960. Toen was er al veel meer in de handel, vandaar deze aangepaste versie van het boek. Ik bezit ook een "Nieuwe bewerkte uitgave" in blauwe band.

 

Praktisch handboek modeltreinen. Bernhard Stein. Zuidnederlandse Uitgeverij, Aartselaar 2006. ISBN 9043815233. In 2007 van Sinterklaas gekregen.

Zie ook het thema Modelbouw.


Modelspoorwegbouw. T.L. Hameeteman. Elsevier, tweede druk 1962.

Modelspoorwegbouw. Techniek en scenery. T.L. Hameeteman. Elsevier, derde druk 1964.

Modelspoorwegbouw. Opbouw en elektrotechniek van de baan. T.L. Hameeteman. Elsevier, tweede druk 1963.

Modelspoorwegbouw. En nú de praktijk. T.L. Hameeteman. Elsevier, eerste druk 1964.

Het nieuwe pocketboek voor modelspoorwegbouw. T.L. Hameeteman. Elsevier, 1967. Bewerkte versie van het eerste deel uit deze serie. Voor zover ik weet zijn hierna geen pockets meer in deze serie verschenen.

De vierdelige serie bezit ik uit de tijd dat ik me nog met mijn Märklinbaan bezighield.

 
 

Miniatuur-autobanen. Racen en rijden. J.J. Hoedeman. Elsevier, 1965.

Een vriendje van de lagere school had een autobaan van Faller (schaal 1:87). Ik wist toen, dankzij mijn modelbaan, al genoeg van elektriciteit om te begrijpen hoe twee auto's onafhankelijk van elkaar konden worden bediend, terwijl ze van dezelfde twee stroomrails gebruik maakten. Mijn broer had een racebaan van Scalextric (schaal 1:30). Met zijn auto's gingen we ook weleens racen op een grote wedstrijdbaan in het centrum van Hilversum. Scalextric was een merk van Tri-ang. Deze fabriek heeft onder de naam Minic Motorways ook een zeer fraai systeem op schaal 1:87 uitgebracht. In 2008 heb ik dit boekje gekocht.

 

De spoorbaan thuis. Samengesteld door de redactie van Hobby Bulletin. De Muiderkring, Bussum, 1962 (2e druk).

De spoorbaan thuis. Deel I: wat iedereen die een modelbaan gaat bouwen moet weten. H.F. Enter. De Muiderkring, Bussum, 1964 (3e herziene en uitgebreide druk).

Het sporenplan voor de modelbaan. Deel II. H.F. Enter. De Muiderkring, Bussum, ca. 1964 (2e druk).

De exploitatie van de modelbaan. Deel III: opbouw van emplacementen, stationsbouw, rangeertechniek en keuze van rollend materieel. H.F. Enter. De Muiderkring, Bussum, 1964 (2e druk).

Aan de hand van voorbeelden uit het grootbedrijf probeert de auteur inspiratie aan te leveren voor het bouwen van een modelbaan. Hij hamert daarbij voortdurend op het zo natuurgetrouw mogelijk aanleggen van modelbanen: er mogen bijvoorbeeld geen aftakkende wissels liggen in doorgaande sporen. Ook is hij sterk gekant tegen meegebogen wissels, omdat die bij het grootspoor ook niet zouden voorkomen. Daardoor gaat er in zijn ontwerpen nogal eens wat kostbare spoorlengte verloren. Op mijn Märklinbaan komen diverse meegebogen wissels voor.

 
 

Op het goede spoor. H.F. Enter. De Muiderkring, 1973. ISBN 9060820932.

Omdat het boekje Het sporenplan voor de modelbaan - toentertijd een opzienbarende verschijning, aldus de auteur zelf - was uitverkocht, legde hij zijn ideeën vast in een nieuw boekje: Op het goede spoor.

 

Moderne modelspoorwegen. Reizigers­vervoer. H.F. Enter. L.J. Veen, 1970.

In de tijd, dat de directie van de N.V. Nederlandse Spoorwegen een gedurfd plan voor de toekomst in de publiciteit bracht, het plan 'Spoor naar '75' dat zich zal manifesteren door hyper­moderne stations, razendsnelle treinstellen, hoogst efficiënte emplacementsbouw en een geraffineerde dienstregeling, rijdt de doorsnee-spoorwegmodelbouwer nog altijd met antieke stoomlocomotieven en twee-assige rijtuigjes uit grootmoeders tijd. Aan de hand van dat geniale plan 'Spoor naar '75' toont de auteur aan, dat veel van dit opzienbarende plan ook toegepast kan worden op het modelspoorwegbedrijf. Een bedrijf dat zeker niet minder boeiend en fascinerend is dan het antieke stoom­treinbedrijf. Architecten van NS voorzagen het boek van hun nieuwste geesteskinderen, waarin de laatste inzichten zijn verwerkt. Door de grote hoeveelheid tekeningen, maatschetsen en niet eerder gepubliceerde foto's, alsmede door de heldere tekst opent dit boek de mogelijkheid voor de modelbouwer om tot een hypermodern model te komen.

Moderne modelspoorwegen. Goederen­vervoer. H.F. Enter. L.J. Veen, ca. 1971. ISBN 9020424092

Spoortje spelen. Romantiek en techniek van het modelspoor­bedrijf. H.F. Enter. L.J. Veen, 1972. ISBN 9020424106. Met aandacht voor de door hem zelf gebouwde grote zolderbaan (schaal I).

Meer over de heer Enter.

 

N-nu. Handleiding en wegwijzer op het rijke gebied van de N-schaal modelspoorwegbouw. Jan Spoorslag. Dit is een wat vreemde eend in de bijt van uitgeverij Wyt. En de naam van de auteur... ik weet het niet. Het boek verscheen in 1971. ISBN 9060075447.


Seinwezen voor de modelspoorweg. Kleine modelbaanserie deel 8. Jürgen Duensing, Nederlandse bewerking ing. H.F. Enter. Schuyt & Co, 1981. ISBN 9060971337.

Op de modelbaan ontkom je bijna niet aan het gebruik van Duitse seinen. Dat was zeker het geval voor de digitale revolutie. Toch wordt er aandacht besteed aan de voorbeelden in Oostenrijk, Zwitserland en (met dank aan de heer Enter) Nederland.


All Aboard! Celebrating 100 Years of Lionel Trains. The Story of Joshua Lionel Cowen & His Lionel Train Company. Revised and updated. By Ron Hollander. Workman Publishing, New York 2000, ISBN 0761121331.

Modern Lionel Trains. Robert Schleicher. MBI, 2003. ISBN 0760315965.

Lionel was in de jaren 40 en 50 een roemrucht Amerikaans merk van modeltreinen, schaal 0. Daarna kwam de klad erin, maar onder andere dankzij inspanningen van rockster Neil Young is het merk in de jaren 70 aan een weder­geboorte begonnen. Dit boek besteedt aandacht aan deze laatste periode. Mooie modellen, maar wel nog steeds lelijke rails.

 

The Model Railroad Book. Warren F. Morgan. Fawcett Publications, 1953. Fawcett Book 208. Informatie voor de Amerikaanse modelbouwer.

Fawcett heeft een groot aantal tijdschriftachtige boeken uitgegeven, over uiteenlopende onderwerpen.


Model Railroading. Prepared by the editorial staff of the Lionel Corporation. Bantam Books, New York, 1951. Ik bezit ook de Fourth Big New Edition uit 1955.

Een prachtige dikke pocket uit mijn geboortejaar, zestig jaar later voor een paar euro gekocht op een treinenbeurs. Het boek valt van ellende uit elkaar, maar het is een genoegen om te lezen. Er wordt uitgelegd hoe je een modelbaan opbouwt, uiteraard met treinen van Lionel, de roemruchte fabrikant van elektrische modeltreinen schaal 0, die reden op lelijke blikken rails met een derde stroomrail in het midden. Wie een beetje handig is kan zijn baan zelf automatiseren; zo wordt uitgelegd hoe je zelf een relais kunt maken van een elektrische deurbel. In verschillende hoofdstukken kom je meer te weten over de Amerikaanse spoorwegen in die periode, die inmiddels grotendeels waren overgeschakeld van stoom op diesel.

 

How to build and operate a Model Railroad. By Marshall McClintock. Dell Publishing Company, New York, 1955.

Hoe bouw je je eigen modelbaan, uitgelegd in een pocketboek uit 1955. Bergen kun je van allerlei materialen maken. Asbestpoeder is heel geschikt voor de afwerking: "Material used here is asbestos powder mixed with water and water-glass solution..."

Het boekje kocht ik in juli 2013 voor een paar euro bij Polare in Rotterdam, voorheen De Slegte, begin 2014 helaas verdwenen.

 

The craft of modelling railways. Edward Beal. Thomas Nelson and Sons, London, 1937.

Scale railway modelling to-day. Edward Beal. A. & C. Black, London, 1939.

Twee boeken die ik voor twee euro per stuk kocht in een tijdelijk winkeltje in Zeist, bij een handelaar die er mee ophield. Heel leuke boeken om een beetje doorheen te scharrelen.


The Miniature World of Henry Greenly. E.A. Steel and E.H. Steel. Model & Allied Publications, 1973. ISBN 0852423063.

Henry Greenly (1876–1947) was zijn hele leven actief in de wereld van de miniatuur­spoorwegen. Zo ontwierp hij veel modellocomotieven voor de firma Bassett-Lowke. Zijn bekendste werk is het ontwerp van de Romney Hythe & Dymchurch Light Railway. Deze biografie is geschreven door zijn dochter Elenora en haar man Ernest Steel.


Paddington to Seagood. The Story of a Model Railway. Gilbert Thomas. Chapman & Hall, London 1947.

Zeldzaam boek over het ontstaan van een grote modelbaan, schaal 0. Wat ik dan weer jammer vind is dat er zo weinig over de techniek in staat. Hiernaast het sporenplan van de uiteindelijke baan.

 

The Ian Allan Book of Model Railways. Mike Bryant. Ian Allan Ltd., 1960.

"Mike Bryant, a well-known railway modeller with many years of experience both of building models and writing about them (...) takes the prospective modeller through all the stages of railway modelling, beginning with the type of tools for the job, and ending with the full scenic layout. Whilst this book is published primarly for young enthusiasts between the ages of nine and sixteen years, it contains much to interest the older and more experienced modeller."


Model Railways 1838-1939. Hamilton Ellis. George Allen & Unwin Ltd, London, 1962.

"Model railways are very nearly as old as railways themselves (...) this book is primarily concerned with the many beautiful steam working models that were made in Victorian days, and the huge variety of those that were produced for the entertainment of the young and the not so young. How many of us have seen the like of Grace, a spring-driven engine built by a well-known clock-maker in 1867? The really lifelike and complete sort of railway, whether advanced or nursery, became common in the early years of this century, and for it we have to thank such people as the Märklin Brothers, Georges Carette, W. J. Bassett-Lowke and Henry Greenly. There are few men now in middle age who cannot recall the splendid engineering jobs that many of these so-called toys were, all dressed up in the authentic liveries of the multitude of railways that were then running in Britain. "


Tri-ang Railways. The first ten years... Rovex Scale Models Limited (Margate, Kent), 1962.

Geschiedenis van Tri-ang Railways, met beschrijvingen van de manier waarop je een modelbaan opzet. Een uitgave van de fabrikant, met een voorwoord van de roemruchte (en in spoorkringen beruchte) Dr. Richard Beeching, Chairman of the British Transport Commission, die in de jaren zestig de opdracht had om de Britse spoorwegen ingrijpend te moderniseren.

Tri-ang Hornby. Book of Trains. O.S. Nock. Ian Allan, London, 1968. Modellen van Tri-ang Hornby, met aandacht voor het na te bootsen grootbedrijf.

Meer over Tri-ang Hornby.

 

Trix Twin Railway. Permanent Way Manual. Layout and Operation of Model Railways by Henry Greenly. Trix Ltd., London. Eighteenth edition, April 1955 (first published 1937).

Trix 1:90. Handboek van het spoorwegbedrijf. Een uitgave van Trix (Vereinigte Spielwarenfabriken Ernst Voelk K.G., Nürnberg). Vertaald en bewerkt door A. Stolk. Tweede druk, ca. 1964.


Meer over Trix Express.

 

Meine Märklin-Modellbahn. Was Sie leistet, lehrt und erleben lässt. Eine kleine Philo­sophie zur Spur 00. Mit 97 Abbildungen und einem Gleisplan. Ing. Dr. Walter Strauss, 1949. Heruitgave door GeraMond, 2005. ISBN 3765873138.

In 1935 introduceerde Märklin modeltreinen in schaal 00, de helft van schaal 0 (later werd 00 omgedoopt tot H0: half nul). Walter Strauss (1893-1952) was een van de eersten die hiermee banen ging aanleggen. Aanvankelijk waren dat losse banen over de meubels in zijn huiskamer. Na de oorlog kreeg hij gelegenheid om een permanente baan aan te leggen. Dit deed hij op de zolder van een school in Stubersheim, waar hij als leraar werkte. In het boek beschrijft hij hoe deze grote baan (ruim 4 x 7 meter) tot stand is gekomen. Met veel mooie foto's.

Walter Strauss was zoon van ingenieur Franz Paul Strauss, die diverse grote schaal­modellen van stoomlocomotieven had gebouwd. Deze locomotieven zijn ook gebruikt bij filmopnamen. In 1949 kwam Walter Strauss als 'Werbeleiter' in dienst bij de firma Märklin in Göppingen. In zijn woning wilde hij een nieuwe H0-baan opbouwen, als onderdeel van een museum waarin ook de locomotieven van zijn vader te zien zouden zijn. Door zijn vroege overlijden is het daar niet meer van gekomen.

Walter Strauss heeft ook de volgende boeken gepubliceerd: "Die Darstellung des modernen Eisenbahnwesens" (1922), "Von eiseren Pferden und Pfaden" (1924), "Einst und Jetzt auf Stephenson's Spur" (1925), "Rädersang und Schienen­klang" (1927), "Liliputbahnen" (1938). Dit laatste boek, waar Strauss tien jaar aan had gewerkt, werd door de nazi's als te Engels beschouwd. Bijna de hele oplage is toen vernietigd; van een na de oorlog geplande heruitgave is het nooit gekomen.


Rokal, Modelleisenbahnen vom Niederrhein. Rheinland-Verlag GmbH, Köln 1993. ISBN 3972713810. Opkomst en ondergang van de fabrikant van Rokal TT-Bahn.

Schaal TT (Table Top) werd in 1946 door Rokal geïntroduceerd voor modelbouwers die schaal H0 nog te groot vonden. Decennia lang zijn er fraaie modellen gebouwd (ze staan allemaal in dit boek), maar door onhandig commercieel opereren van de oprichter van de fabriek, Robert Kahrmann, was het omstreeks 1970 gedaan. De boedel werd verkocht aan concurrent Röwa. Het Rokal-assortiment verdween in de jaren daarop van de markt.

 

Schaal TT kent nog steeds liefhebbers. Een bekende fabrikant is Tillig TT Bahn. Meer voorbeelden.


Geländebau leicht gemacht. Faller-brochure D840 uit 1952.


Fleischmann. 120 jaar werkelijkheid in miniatuur. Uitgegeven naar aanleiding van een tentoonstelling in het Nederlands Spoorwegmuseum, eind 2007.


125 jaar mechanisch speelgoed. Lehman LGB. Teksten Guus Ferrée en Kirsten Otten. In Boekvorm Uitgevers, 2006. ISBN 9077548211.

Over een speelgoedfabriek die in 1881 werd gesticht door Ernst Paul Lehmann en die tegenwoordig vooral bekend is van de forse LGB-treinen (Lehmann Gross Bahn).


Tischbahn-Selbstbau. Dipl. Ing. William Seibt. Teil I: Schienen, Weichen, Stellwerke, Signale. Teil II: Lokomotiven. Teil III: Wagen und Ausstattung. Verlag Hachmeister & Thal, Leipzig.

Boekjes uit de "Lehrmeister-Bücherei". Deel III is uitgegeven in 1941.

  

Die elektrische Modell-Eisenbahn. Ein Werkbuch von Rudolf Wollmann. Otto Maier Verlag, Ravensburg. 2. Auflage, 1949.


Technisches Spielzeug im Wandel der Zeit. Märklin. Neue Horizonte, bis 1921.

Deel 6 uit een serie over door Märklin uitgebracht technisch speelgoed, voornamelijk bestaande uit gereproduceerde catalogi. Uitgegeven door Hobby Haas, 1980. ISBN 385649106. De hele serie bestaat uit 15 delen, ook zijn er boeken over andere fabrikanten verschenen.


Koll's Preiskatalog 1997. Verlag Joachim Koll, Bad Homburg, 1996. ISBN 3922164692.

Koll's Spezialkatalog 1998. Verlag Joachim Koll, Bad Homburg, 1997. ISBN 3922164781.

Bekende boekwerken voor verzamelaars van Märklin-treinen, met foto's, prijsindicaties en adviezen over het herkennen van vervalsingen. De catalogus uit 1997 is 1184 bladzijden dik. Dure boeken, althans in het jaar van verschijnen. Oudere versies zijn goedkoop te vinden op beurzen.

 

Nürnberger Spielwaren und praktische Geschenke. A. Wahnschaffe, 1895. Nachdruck 1985, Verlag Erich Horn.

Herdruk van een catalogus uit speelgoedstad Nürnberg.


ABC Železničního modelářství. Ivo Tvarůžek. Naše vojsko, 1965.

Tsjechisch boekje over modelbaanbouw.


Qdecoder - die Alleskönner. Thomas Leitner. QElectronics GmbH, Dresden. Januari 2012.

Handleiding voor het programmeren van de Qdecoder (softwareversie 6), waarmee je je digitale modelbaan kunt beveiligen. Onder andere is beschreven hoe je dat doet voor de Nederlandse lichtseinstelsels 1946 en 1955. Ik kreeg dit boek omdat er wat foto's van mij in staan. Ik doe er verder niets mee, want mijn Märklinbaan houd ik bewust 100% analoog.


Bouwplaten


Build your own Steam Locomotive. Ontwerp van Graham Osborn. Parragon, Bath 2002. ISBN 0752576526. Kartonnen bouwplaat van LNER 4472 "Flying Scotsman". Ik ga daar niet aan beginnen, maar wie de bouwplaat maakt houdt - behalve het model zelf - een boekje over met wat algemene wetenswaardigheden over spoorwegen en stoomtreinen.


Deze bouwplaat van loc 3737 kocht ik in augustus 2005. Als klein ventje heb ik heel wat bouwplaten in elkaar geplakt, maar ik begin er niet meer aan. Deze bouwplaat heb ik puur als beleggingsobject gekocht. Diderick den Bakker van Zeist Bouwplaten levert nog veel meer, zoals bouwplaten van een RTM-tram (niet zo moeilijk als de 3737) en van treinstellen mat. '36 (voor de fijnproevers). Er zijn ook modelspoorders die de bouwplaat van de 3737 op een kleurenkopieerder verkleinen tot schaal 1:87. Het gebouwde model doet het dan leuk in een hoekje van de modelbaan.

Website www.zeistbouwplaten.nl.


Bouwplaat seinhuis Utrecht post C. Een houten seinhuis dat dienst heeft gedaan van 1892 tot de modernisering van de beveiliging op 24 november 1974. Het stond vlak bij het stationspostkantoor dat later plaats heeft gemaakt voor Hgb IV.

Bouwplaat seinhuis Utrecht CS, naar een ontwerp van S. van Ravesteyn. Kort voor de oorlog zijn bij Utrecht CS twee van dit soort seinhuizen geplaatst, maar die zijn nooit als zodanig gebruikt doordat de benodigde Duitse apparatuur niet geleverd kon worden.

Meer over deze seinhuizen.

 


Techniek en wetenschap

Zie ook de thema's Jeugdboeken en Spoorwegtechniek


Elektriciteit thuis. Adrie en Geert van Oorschot. W.J. Thieme & Cie, Zutphen 1959.

Een boek voor jongens die alles van elektriciteit willen weten, dus voor jongens zoals ik. Ook treinen worden behandeld; natuurlijk alleen elektrische treinen, maar er wordt ook een en ander uitgelegd over seinen en over het elektrisch lassen van spoorrails. Een van de broers die het boek schreven, was geregeld te zien op televisie. Ik herinner me een uitzending waarin hij op het station van Hilversum liet zien wat een mens zou kunnen als hij relatief net zo sterk was als een vlo: hij zou dan een trein kunnen trekken. Dat lukte hem nog ook, zij het dat hij een klein beetje werd geholpen door een locomotor achter de trein...

Adrie van Oorschot was van 1965 t/m 1985 ook televisie-Sinterklaas.

Zie ook mijn cursus elektriciteit.


De Hobby Club. Leonard de Vries. Arbeiderspers, 1966. Over een groep middelbareschool­jongens en -meisjes die besluiten een club op te richten. Radio, elektriciteit, hout- en metaal­bewerking, modelbouw, scheikunde, fotografie, film, kunstnijverheid, tekenen en andere technische hobby's konden zij in de Hobby Club naar hartelust beoefenen. De basis voor dit boek legde Leonard de Vries toen hij ondergedoken zat in de oorlog. Leonard de Vries (1919-2002) schreef veel populair-technische jeugdboeken.

Er hebben ook echte hobbyclubs bestaan, die georganiseerd waren rond het maandblad Hobby Club, dat verscheen vanaf 1 augustus 1949. Geleidelijk hielden deze clubs op te bestaan. Toen het boek verscheen bestond alleen de Hobby Club Dordrecht nog. Er is een website met veel historisch materiaal: www.hobbyclubdordrecht.nl.

Ik bezit dit boek sinds het in 1966 verscheen, maar lid van een hobbyclub ben ik nooit geweest. Ik was in die jaren wel druk met mijn Märklinbaan en vanaf 1967 ook met fotografie.


Het jongenselektriciteitboek. Leonard de Vries. De Bezige Bij, Amsterdam. Derde druk, October 1948. Op het omslag een hoogspanningsgenerator.

In het boek worden de beginselen van de elektriciteit uitgelegd, onder andere aan de hand van proefjes die jongens zelf kunnen uitvoeren. Bijvoorbeeld het bouwen van een booglamp. Daarvoor gebruik je twee koolstaven die je uit een batterij haalt. Die monteer je op een grondplaat van hout of, wat nog beter is, asbest. Vervolgens sluit je de koolstaven aan op het stop­contact. Wel in serie met een elektrisch kacheltje, anders slaat de zekering door. Let op dat je alleen de geïsoleerde onderdelen aanraakt, anders zou je een gevoelige schok kunnen krijgen.

Ja jongelui van de achterbankgeneratie: zo experimenteerden jongens in 1948! Ik kocht dit boek in 2011, maar in mijn jeugd deed ik zelf proeven uit het hieronder genoemde boek.

 

Natuurkunde thuis. Natuurkundeproeven voor jongens. T.H. Savory, vertaling en bewerking E.J. Harmsen. W.J. Thieme & Cie, Zutphen. Ook dit boek stamt uit de jaren vijftig. De oorspronkelijke titel luidde Physics Experiments at Home for Boys and Girls. In de Nederlandse vertaling zijn de meisjes plotseling uit beeld verdwenen; die deden thuis geen natuurkundeproeven. Spoorwegen komen alleen even aan de orde in het hoofdstukje over het Doppler-effect: "Je kunt dit effect waarnemen, als een fluitende locomotief langs je heensnelt. De toon wordt plotseling lager."


De verrekijker. Een boek over film & tv. Lou Hoefnagels. De Arbeiderspers, Amsterdam 1964. Een boek uit mijn jongensjaren, toen ik geen machinist wilde worden maar cameraman. Er komen twee treinen in voor: een scene uit een film van de Keystone-cops, waarvan de ladderwagen is geschept door een locomotief, en een reportagetrein van de Nederlandse Televisie Stichting, bestaande uit vier grote auto's met apparatuur.


25 jaar Radio Bulletin. J. Corver. Muiderkring, Bussum, februari 1956. De auteur is kort voor het verschijnen van dit bulletin overleden.

Boekje over de onstaansgeschiedenis van de radio in Nederland: pionierende amateurs, Philips, radio-omroepen. Met veel technische achtergronden, want daarin waren de lezers van het Radio Bulletin natuurlijk vooral geïnteresseerd. Op het omslag de televisiezendantenne te Lopik.

Zie ook Omroepmuseum Hilversum en Rotterdams Radiomuseum.


Drie letters PTT. Naar gegevens van de PTT samengesteld door dr. D.G.G. van Ringelestein en Leonard Roggeveen, met platen van Jo spier. 8e druk, ca. 1960.

Boekje op kniehoogte geschreven voor schoolkinderen. Onderwerpen: postkantoor, brieven, betalingen per post, telegrafie, telefonie, radio en televisie.


De eerste electrische centrale in Nederland. Enige gegevens over de eerste electrische centrale in Nederland welke stroom leverde aan particulieren voor verlichting. Deze was gevestigd te Kinderdijk en was genaamd Naamlooze Vennootschap Electrische Verlichting "Kinderdijk". Een uitgave van NKF Kabel N.V., Delft, april 1970. Gegevens en tekst voor dit boekje werden verzorgd door J. de Ruiter.

Lees het hele boekje.


Machines en motoren. Boekje uit de Sleutelreeks: Ontsluit voor U de wonderen van natuur en techniek. Vanderhout & Co, Utrecht 1959. In dit deel wordt onder andere uitgelegd hoe locomotieven werken: stoom, diesel en elektrisch. Maar er waren ook al specialisten bezig met het ontwerpen van atoomlocomotieven! De hele sleutelreeks bestond uit 18 boekjes, waarvan ik er 7 bezit.


De wonderen der wetenschap. Van Goor en Zonen, Den Haag 1975. ISBN 9000022738 (deel 1) en 900002272X (deel 2). Facsimile-uitgaven van een onbekend oud werk, met pentekeningen. Deel 1 gaat over de stoomboot, de locomotief en de spoorwegen, deel 2 over de bliksemafleider, de kolom van volta en het electro-magnetisme.

 

Shell-journaal van monumenten van bedrijf en techniek. Dr. J.M. Fuchs en W.J. Simons.

Uitgegeven door Shell Nederland als relatiegeschenk bij de jaarwisseling 1976-1977. Aandacht voor het onderwerp industriële archeologie. Op het omslag een foto van het stoomgemaal Cruquius, een van de drie gemalen waarmee de Haarlemmermeer is drooggemalen. Dit gemaal heeft gewerkt van 1849 tot 1933 en is nu een museum. Ook het Spoorwegmuseum heeft een hoofdstuk in dit boekje.

Andere boekjes in mijn bezit gaan over Nederlandse monumenten (1974), oude en nieuwe wegen (1968), vorsten en paleizen (1973), Nederlandse dierentuinen (1982).


Planetarium Franeker. Tweede druk, 1959. De ontstaansgeschiedenis en werking van het planetarium wordt in dit boekje beschreven.

Aanleiding voor de bouw was de paniek die onder de Friese bevolking was ontstaan over een merkwaardig hemelverschijnsel op zondag 8 mei 1774, toen de planeten Mercurius, Venus, Mars en Jupiter met de maan samen in het hemelteken Aries-Ram stonden. Volgens een lokale predikant zou als gevolg hiervan de wereld vergaan. Eise Eisinga besloot toen om een planetarium te bouwen om zijn tijdgenoten een beter inzicht in de loop van de hemellichamen te geven. In 1781 was het planeterium gereed. Het werkt nog steeds en kan worden bezichtigd, op loopafstand van station Franeker.


De zon verduisterd. Prof. Mr. Dr. G. van den Berg. Stichting IVIO. AO-reeks nummer 848, 10 februari 1961.

Dit boekje verscheen naar aanleiding van de (in Nederland gedeeltelijke) zonsverduistering op 15 februari 1961. Uw bijna tienjarige webmaster was hier getuige van, op een schoolplein in Hilversum.


De langste brug van Europa. A.C.W. van der Vet, hoofdredacteur Algemeen Dagblad te Rotterdam. Stichting IVIO. AO-reeks nummer 998, 7 februari 1964.

De langste brug van Europa was in 1964 de ruim 5 kilometer lange brug over de Oosterschelde, tussen Schouwen-Duiveland en Noord-Beveland. Het is geen spoorbrug maar een verkeersbrug. Deze verbinding is aangelegd als aanvulling op de Deltawerken. Inmiddels ligt ook de Oosterscheldedam tussen deze twee eilanden.

Meer over bruggen.


Bruggen in Nederland. Henk de Jong & Nico Muyen. Atrium, Alphen aan den Rijn, 2001. ISBN 9061139325. Mooi boek, in 2004 voor een grijpstuiver gekocht bij De Slegte.

Vaste bruggen, beweegbare bruggen, materialen (gietijzer, welijzer, staal, beton, aluminium, kunststof), Romeinse bruggen, middeleeuwse bruggen, schip- en pontonbruggen, vlotbruggen, pontonvlotbruggen, valbruggen, oorgatbruggen, ophaalbruggen (waaronder Strausz-bruggen), basculebruggen, dubbele basculebruggen, rolbasculebruggen, rolbruggen, vakwerkbruggen, vierendeelbruggen, boogbruggen, tuibruggen, kokerliggerbruggen, staal-betonbruggen, draaibruggen (waaronder kraanbruggen en pontondraaibruggen), hefbruggen, pontbruggen.


De brug die noord en zuid vereent. Martien Beversluis. Bosch & Kuining, Baarn.

Een lang, dramatisch gedicht dat in 1936 werd geschreven in het kader van een door de AVRO uitgeschreven prijsvraag ter gelegenheid van de inwijding van de nieuwe studio van die omroep.

Het onderwerp van het gedicht is de verkeersbrug over de Moerdijk die in 1936 in gebruik werd genomen. Er lag sinds 1872 al een spoorbrug. Beide bruggen zijn later vervangen: de spoorbrug in 1955, de verkeersbrug in 1978. Sinds 2006 is er nog een derde brug: voor de HSL naar Brussel.

Martien Beversluis (1894-1966) was dichter en journalist. Aanvankelijk was hij socialist; hij werkte onder andere voor de VARA. Later veranderde zijn politieke opvattingen: in 1940 werd hij lid van de NSB en in 1942 van de Nederlandsche SS. Na de oorlog werd hem daarom een lang publicatieverbod opgelegd. Hij schreef nog enkele dichtbundels en toneelstukken.


De Hef. Biografie van een spoorbrug. Arij de Boode, Pieter van Oudheusden. Uitgeverij De Hef, Rotterdam 1985.

Met een woord vooraf van Joris Ivens, die in 1928 een beroemde film maakte over De Hef.


Vuurtorens. Betrouwbare bakens, inspirerend erfgoed. Dorine van Hoogstraten, fotografie Herman Scholten. Atrium, 2005. ISBN 9059471067. Derde gewijzigde druk. Voor weinig geld gekocht bij De Slegte. Als achterkleinzoon van een vuurtorenwachter heb ik iets met vuurtorens.


Odhams Press

Railways, Ships and Aeroplanes, illustrated. Their construction and working fully described in words and pictures. Odhams Press Limited, London. Auteurs: Cecil J. Allen (railways), J.V. Stone (ships), Norman Macmillan (aeroplanes). 1945, reprinted 1946.

Ruim 300 pagina's leesplezier. Veel foto's en (opengewerkte) tekeningen, helaas niet in kleur.


The world's railways and how they work. Odhams Press, London 1947. Geen auteurs­vermelding, maar het boek is geschreven door Cecil J. Allen. Die wilde zijn naam er niet in hebben omdat de uitgever te veel aan zijn tekst had veranderd. Het is overigens een zeer prettig leesbaar boek. Het stofomslag bezit ik niet; de afbeelding heb ik ergens van internet geplukt.

Prachtige opengewerkte tekeningen van onder andere L. Ashwell Wood en Barnard Way. Helaas zijn deze in zwart-wit afgedrukt. Ook de spoorwegen in andere werelddelen dan Engeland worden behandeld. Bijvoorbeeld de geschiedenis van de eerste spoorlijn in China. Deze door de Britten gebouwde lijn, tussen Shanghai en Nanking, werd in 1876 geopend. Bijna direct werd er een koelie (een Chinese arbeider) doodgereden, waarna er rellen ontstonden en de dienst werd stilgelegd. De Chinese regering kocht vervolgens de spoorlijn en het materieel op, liet alles slopen en in zee dumpen, en liet op de plaats waar in Shanghai het station stond een tempel bouwen om de boze geesten gunstig te stemmen.


Triumphs of engineering. A record of great modern achievements in man's difficult and dangerous conquest of nature.

Everyday things and their story. The romantic story of modern industry and how it supplies our daily needs.

The secrets of other people's jobs. The story of Great Britain's industries and the workers who man the machines. (1944)

How it works and how it's done. Water at work - it's use and storage. Servants of transport - railways, trams, buses. Slaves of steel - machines that lift and carry. Miracles of flight - how man grew wings. Salvage under the sea - how the diver works. Mechanism of clocks. Marvels of the telephone. Calling all nations - wonders of wireless.

Deze boeken zijn in de jaren 40 uitgegeven door Odhams Press Limited in London. Het laatst genoemde boek is geschreven door Ellison Hawks, in de andere delen wordt geen auteur vermeld. Met veel foto's en (opengewerkte) tekeningen.

Zie ook het thema Vraagbaak.

 
 

75 Jahre Brown Boveri 1891-1966. Festschrift, herausgegeben zum 75jährigen Bestehen der Aktiengesellschaft Brown, Boverie & Cie., Baden (Schweiz).

Brown Boveri produceert generatoren, turbines, elektomotoren en andere machines. Daaronder ook elektrische installaties voor treinen, zoals de Nederlands/Zwitserse TEE-stellen. In 1988 is Brown Boveri gefuseerd met het Zweedse ASEA tot Asea Brown Boveri (ABB). ABB is een van de grootste elektrotechnische concerns ter wereld.

Dit boek kreeg ik van Hans Fictoor, schrijver van een boek over het spoorwegongeluk bij Harmelen.


Wie wat waar? Jaarboek 1948. door Uitgeverij "Wie wat waar" Rotterdam en A.W. Sijthoff's Uitg. Mij., Leiden. Met onder andere een hoofdstuk over de spoorwegen in 1948.

Ik bezit ook de jaargangen 1947, 1949 t/m 1956 en 1970.


Technische WP. Tweedelige alfabetische encyclopaedie voor weg- en waterbouwkunde, bouwkunde, werktuigbouwkunde, scheepsbouwkunde, vliegtuigbouwkunde, technische physica, electrotechniek, chemische technologie, mijnbouwkunde, geodesie en metallogie ten behoeve van ingenieurs, middelbare technici, technische ambtenaren, technische studenten en technische werkers in de practijk en ten behoeve van het onderwijs. Elsevier, 1953, onder auspiciën van de Winkler Prins-stichting.


Mechanische technologie. H. Felix. Kluwer, Deventer. Vijfde druk, augustus 1944. Leerboek voor het middelbaar technisch onderwijs, voor machinetekenaars en -constructeurs en voor hen die zich bekwamen voor de nijverheidsakten voor werktuigbouw en electrotechniek. Tevens handboek voor hen die in de metaalindustrie werkzaam zijn.

Het boek komt uit de nalatenschap van mijn vader. Waarom hij dit heeft gekocht weet ik niet, hij had HBS-A en is altijd in de administratieve sector werkzaam geweest.


Stoomwet en stoombesluit. Uitgeverij H. Stam, Haarlem 1933 resp. 1954. De Stoomwet is niet van toepassing op het rollend materieel van de Nederlandse Spoorwegen, en ook niet op stoom- en damptoestellen die zijn opgesteld aan boord van oorlogsschepen. Maar dat maakt het onderwerp niet minder interessant. Ook van een autoclaaf heb je liever niet dat die uit elkaar spat.

 

Oliemotoren. Handleiding voor verbrandingsmotoren. Uitgave der vereniging krachtwerktuigen. Kluwer, Deventer, zevende druk, 1947. Net als de stoomwetten hierboven voor een paar dubbeltjes gekocht op een bazar. Schema's, diagrammen, foto's, formules. Prachtige techniek in een mooi ingebonden boek.

Oloiemotoren zijn ook in motorrijtuigen gebruikt.


Mijn eerste auto was een Triumph Herald 12/50. De Owners Repair Manual had ik goed kunnen gebruiken, maar die heb ik pas in 2004 gekocht. Daarnaast het serviceboekje van de eerste auto van mijn vader, een Austin A30. Klik hier voor meer Engelse auto's.

 


Teken- en schilderkunst

Zie ook het thema Trein & kunst


Schilderijen en tekeningen


Great Railroad Paintings. Samenstelling Robert Goldsborough. Peacock Press, 1976. Boek met reproducties van schilderijen, met voornamelijk Amerikaanse spoorwegen als onderwerp. Bijvoorbeeld het schilderij dat Grif Teller in 1951 maakte van de Horseshoe Curve: een enorme viersporige, in hoefijzervorm aangelegde helling bij Altoona, de hoofdzetel van de Pennsylvania Railroad. Op het omslag staat het schilderij "The Great Northern" van J.B. Deneen.


The Railway Paintings of Don Breckon. Greenwich Editions, London 1992 (eerste druk 1982). ISBN 0862880505. Fantastische schilderijen van Engelse stoomtreinen, met een uitgebreide toelichting van Don Breckon over zijn werkwijze en de achtergronden van zijn schilderijen.


Tracks on Canvas. The railway paintings of Philip D. Hawkins. Heathfield Railway Publications (HRP), 2009. ISBN 9781906974008.

In zijn jonge jaren bezocht Philip Hawkins (Birmingham, 1947) de laatste stoomdepots van British Rail. Aanvankelijk was hij actief als fotograaf. Later is hij schilderijen gaan maken. In dit boek vertelt hij hier op ondernemende wijze over. En naturlijk staan er veel fraaie voorbeelden in van zijn werk. www.philipdhawkins.co.uk


Railway Art. C. Hamilton Ellis. Ash & Grant, 1977. ISBN 0904069109.

De titel zegt waar het over gaat: de spoorwegen in de kunst. Helaas zijn de meeste illustraties niet in kleur.


Auction Sale 5th November 1991. The J. Quanjer collection, covering 160 years of world-wide railway history. Part III: the pictorial part. Veilingcatalogus van J.L. Beijers uit Utrecht, met een beschrijving van zo'n 50.000 te veilen tekeningen, schilderijen, prentbriefkaarten en foto's, waaronder veel werk van L. Derens en Fr. Moore.

De enige afbeelding staat op het omslag: een olieverfschilderij van Francis Moore, waarop een "Johnson's Flyer" van de Midland Railway Company uit 1898 is te zien.


Schilderachtig spoor. Spoorwegschilderijen van Hans Kaas. Aprilis, 2007. ISBN 9059941892.

Beeld van een collectie schilderijen die voornamelijk het spoor in binnen- en buitenland in de periode tussen 1930 en 1970 tot onderwerp hebben. Lees de boekbespreking.



Die Eisenbahn in der Kunst. Bild-Jahrbuch der Deutschen Bundesbahn. Athenäum-Verlag, 1958.

Met een inleiding van Prof. Dr. Günter Bandmann. Reproducties van 73 schilderijen, waarvan 71 helaas in zwart-wit.


IJzeren lijnen. De Nederlandse Spoorwegen in pennestreken. Tekenwerk van Theo van den Boogaard, onder andere affiches die hij voor NS heeft gemaakt. En natuurlijk citaten uit zijn Sjef van Oekel-albums. Relatiegeschenk, niet in de handel verschenen. ISBN 9080482927.

Theo van den Boogaard tekende ook het omslag van het spoorboekje 1987-1988.


Stripverhalen en cartoons


Sjef van Oekel draaft door. Big Balloon Productions, 1987. ISBN 9032065181.

Televisiepersoonlijkheid Sjef van Oekel (gespeeld door Dolf Brouwers) is een creatie van Wim T. Schippers. Er zijn ook diverse stripverhalen verschenen, getekend door Theo van den Boogaard. In het verhaal "Het zijn de kleine dingen die het doen" brengt Sjef van Oekel een aanstormende trein - waarin de kenner een plan V herkent - tot stilstand, om twee op de rails neukende fruitvliegen te redden.

Zie ook schoenen op de bank.


Strips op het spoor. De trein in het stripverhaal. Jack Chaboud en Dominique Dupios. Arboris, Zelhem 1989. ISBN 9034321908. Een uitgave die tot stand kwam met steun van NS, in het kader van de viering van het 150-jarig bestaan. Je hoeft niet van strips te houden om dit een leuk boek te vinden.


Jan, Jans en de kinderen: Langs ijzeren wegen. Jan Kruis en Willem Wilmink. Uitgegeven in opdracht van de Nederlandse Spoorwegen, 1989. ISBN 906611391X.

Uitgave ter gelegenheid van het NS-jubileum in 1989 (NS 150).


De Zaak 24/48. Uitgave van PTT Post in 1990, bestemd voor het eigen personeel. In dit als stripalbum vormgegeven boek wordt ingegaan op de twee poststromen die men sinds oktober 1989 kent: 24-uursservice voor gewone post, en 48-uursservice voor postpartijen zoals tijdschriften. Met reportages over bijvoorbeeld het postvervoer per trein, en een spannend & leerzaam stripverhaal van Teun Berserik.


Flip Flink in de nieuwe wereld. Eddy Paape en J.M. Charlier. Uitgeverij Dupuis, 1980. ISBN 9031406503.

Roel en zijn beestenboel. Deel 4, waarin het restaurant van Roel op het tracé van een aan te leggen TGV-verbinding blijkt te liggen. Gerrit de Jager. Uitgeverij Dupuis, 1991. ISBN 9031413704.

 

De Blauwbloezen: De neven van de overkant. Tekeningen Lamil, scenario Cauvin. Uitgeverij Dupuis, 1985. ISBN 903141011X.

De avonturen van Robbedoes en Kwabbernoot: Klontjes voor Doebie. Fournier. Uitgeverij Dupuis, 1971. Met een op hol geslagen loc 141R 12.

 

Lucky Luke: Jesse James. Morris & Goscinny. Geïllustreerde Pers, 1971.

Het ijzeren paard, een avontuur van Luitenant Blueberry. Tekst Charlier, tekeningen Giraud. Dargaud/Oberon, 1980. ISBN 9032003305.

 

Suske en Wiske: de gouden locomotief. Willy Vandersteen. Standaard Uitgeverij, 1983. ISBN 9002134800.

De falende Fyra is de voorpagina van een niet-bestaand stripboek. Het is een op internet circulerende parodie naar aanleiding van de problemen met de Fyra-verbinding die in december 2012 in gebruik werd genomen tussen Amsterdam en Brussel.

Meer over Suske en Wiske.

 

De kwakstralen. Willy Vandersteen. Standaard Uitgeverij, ca. 2000. Oorspronkelijke versie 1963.

Stripverhaal dat zich gedeeltelijk afspeelt in Madurodom. Meer over dit verhaal.


Hergé, Kuifje en de treinen. Uitgegeven door Casterman in 2016. ISBN 9789030371267.

Dit stripboek verscheen naar aanleiding van de Kuifje-tentoonstelling van 6 december 2016 t/m 16 april 2017 in Train World. Het behandelt diverse Kuifje-verhalen waarin de trein een rol speelt.


NSCartooNS. In 1981 door de Nederlandse Spoorwegen uitgegeven boekje met cartoons van Wim Boost (Wibo). Deze tekende in die jaren elke ochtend een cartoon voor de voorpagina van de Volkskrant. Soms over treinen, altijd goed voor een glimlach. Hij is in augustus 2005 op 87-jarige leeftijd overleden.


EnEsser-tjes. Cartoons uit "Tussen de Rails", maandblad voor de N.V. Nederlandsche Spoor­wegen. Er zijn vier deeltjes verschenen. Zonder jaartal, maar het zullen de jaren 50 en 60 zijn geweest.

Zie ook humor om te lachen, met onder andere de mening van Kees van Kooten over deze cartoons.

 

Hoe valt een schrijver uit de trein? Een spoortocht. Door Arthur Japin (tekst) en Eric J. Coolen (tekeningen. Arbeiderspers, 2023. ISBN 9789029550543.

Graphic novel met als thema de val van schrijver Antoon Coolen uit een rijdende trein op 11 oktober 1961. Zie mijn artikel in NVBS Actueel van december 2023.

Zie ook de Arthur Japin Boekenweek Express die in maart 2006 door het land reed.



Geluidopnamen

Beluister ook het thema Geluidopnamen


Sound of Railways and their recording Peter Handford. David & Charles, London 1980. ISBN 0715376314. De auteur beschrijft de fascinatie die hij heeft voor het opnemen van treingeluiden. Hij vertelt over het gesjouw met zware bandrecorders, over zijn avontuur in een spoortunnel, waar hij volgens een Franse spoorman veilig doorheen kon lopen, en over "the art of railway recording": tips over het gebruik van microfoons en dergelijke. Het boek bevat ook een discografie van de door Argo Transacord uitgegeven geluidopnamen, beginnend met de 78-toerenplaten uit de jaren vijftig.


The World of Steam. Steam locomotives heard at work on railways in Britain, Germany, Spain and Turkey. Argo (Decca Record Company), London 1970, nummer SPA 103. Langspeelplaat met door Peter Handford opgenomen stoomtreingeluiden uit Engeland (1959/1961), Spanje (1968), Duitsland (1970) en Turkije (1969). Vooral de opnamen uit Duitsland, gemaakt in Horb en omgeving, spreken mij aan, omdat ik in die tijd zelf regelmatig in die omgeving ben geweest.


Die Dampflok. Boekje dat hoort bij een door Karl-Ernst Maedel samengestelde grammofoonplaat met stoomtreingeluiden. Franckh'sche Verlagshandlung, 1976. Die plaat heb ik niet, maar wel diverse andere door hem gepubliceerde geluidopnamen; zie hieronder.

Das Lied der Dampflok. Ein Archiv in Wort, Bild und Ton. Samengesteld door K.E. Maedel. Franckh'sche Verlangshandlung Stuttgart, 1967. Zes grammofoonplaatjes met geluiden van Duitse stoomtreinen uit de jaren 60, in een cassette met begeleidend boek.

Meer boeken van Karl-Ernst Maedel.


Die preussische P10. Ein Lokporträt in Wort, Bild und Ton. Johannes C. Klossek, Albert Mühl. Sonderausgabe des Lok-Magazins mit Schallplatte. Franckh'sche Verlagshandlung, Stuttgart 1970. Met grammofoonplaatje. Op het omslag het vertrek van een P10 (Baureihe 39) uit Neustadt, 1964.


Stoomreis door Nederland. Langspeelplaat uit 1979 (AP 79111). Opname en mastering Jan Audier en Rob de Wind. Fendal Sound Studio's, Loenen. Stoomrit Rossendaal met SSN-loc 23 023 op 8 oktober 1978. Stoomrit Valkenburg met VSM-loc 23 071. SGB-loc 3 "Bison". MBS-loc 4. Loc 8822 bij de SSTT. Diverse geluiden: dynamo, luchtpomp, injecteur, ganghandle, kolenscheppen, seinhuis, spoorwegovergang, wissel, seinpaal, kloksein, koppelen, remproef.

Jan Audier is een geluidstechnicus op het gebied van popmuziek en jazz, maar heeft ook prachtige stereo-opnamen van stoomtreinen op zijn naam staan. Klik hier voor een voorbeeld: loc 23 023 bij het passeren van een overweg bij Lage Zwaluwe, op 8 oktober 1978.


Geluidsserie: Treinen. Grammofoonplaat (45-toeren ep, 7 EMF 101). In de jaren zestig door His Master's Voice uitgebracht grammofoonplaatje met ongeïdentificeerde stoomtreingeluiden, onderdeel van een serie geluidopnamen ten behoeve van smalfilmers.


Stoomtreingeluiden. Grammofoonplaat (33-toeren ep, 111 153 E) behorende bij het boek “Onze Nederlandse stoomlocomotieven in woord en beeld” door H. Waldorp. H. Stam, 1963 (4e druk).


De grote stoominvasie. NS-150 deel 2. Geluidcassette met 90 minuten stereo-opnamen van de jubileumritten in 1989. Opgenomen en in eigen beheer uitgebracht door geluidverzamelaar Dick van Aggelen uit Hilversum.


Nederlandse liedjes en melodietjes. Varagram 0012. Langspeelplaat uit begin jaren 70, met liedjes en melodietjes gezongen door het ensemble "Melodieën Expres". Op de hoes staat loc 011 062, in Rotterdam gefotografeerd tijdens een rondrit van de NVBS in september 1971. De plaat heeft verder niets met spoorwegen te maken.


Twee cd's die in 1993 en 1995 onder de vlag van de Nederlandse Spoorwegen zijn uitgebracht: "City to City" en "City 2 City". Hierop staat populaire muziek die op een of andere manier met treinen van doen heeft, zoals het jazzy Take the 'A' train (hier te beluisteren in een futloze midi-uitvoering).


"Ik ben de groep." Cd met muziek uit de film "Smakeloos" en het nummer "Ik ben de groep" van Henny Vrienten. NS Reizgers, 1997. Uitgegeven in het kader van het Luisteris-programma, waarin conducteurs scholen en internaten bezoeken om het onderwerp agressie ter sprake te brengen. Hierbij wordt ook de korte film "Smakeloos" vertoond.


De Kanonenbahn. Twee cassettes met een door de VPRO op 5 juli 1986 uitgezonden radioreportage over de Kanonenbahn.



overzicht      deel 1      deel 2





vorige       start       omhoog